Pinksteren

Pinksteren is de vijftigste Paasdag (Grieks: pentekoste = vijftigste). Dit plaatst Pinksteren in een directe relatie tot Pasen. Wat betekent dat voor de betekenis van deze feestdag?

Sommige Joodse feesten worden gevolgd door een feestweek. Op die manier duurt een feest van de eigenlijke feestdag tot en met de dag die een week later valt: de achtste dag (Latijn: octava = achtste). Zo hebben ook sommige christelijke feesten een octaaf gekregen: een feestweek die op de eigenlijke feestdag volgt.

Octaaf in het kwadraat

Pasen heeft een octaaf: de week van de ‘eerste zondag van Pasen’ (eerste Paasdag) tot en met de ‘tweede zondag van Pasen’. Maar Pasen heeft – als enige feest – ook een bijzonder soort octaaf. Je zou kunnen zeggen: een octaaf in het kwadraat. Niet alleen 7 dagen, maar ook 7×7 dagen. Daarom duurt de Paastijd, de grootste feesttijd van de kerk, maar liefst vijftig dagen: van Pasen tot en met Pinksteren.

Ook dit ‘octaaf in het kwadraat’ heeft een Joodse achtergrond. Op het Paasfeest wordt de uittocht uit Egypte gevierd, op het Pinksterfeest de gave van de Thora aan Mozes op de berg Sinaï. Het inhoudelijke verband is: Pinksteren is de vervulling van Pasen. Zo is het ook met het christelijke Paas- en Pinksterfeest. Pinksteren is de afronding van de Paastijd en daarmee de vervulling van Pasen.

De heilige Geest zet de aanwezigheid van Jezus Christus voort

Het Bijbelboek ‘Handelingen der apostelen’ vertelt dat op de vijftigste Paasdag de heilige Geest werd uitgestort over de apostelen (2,1-4). Er wordt een rechtstreeks verband gelegd met de verrijzenis van Christus (2,32-33) en met de mogelijkheid voor allen, door de doop aan de heilige Geest deel te krijgen (2,38).

Het zou een misverstand zijn om te denken dat Jezus op Hemelvaartsdag is vertrokken en dat wij sinds Pinksteren niet meer met Jezus maar met de Geest te maken hebben. Dat zou de consequentie zijn van het uit elkaar trekken van de verschillende feestdagen, die binnen de eenheid van de Paastijd nu juist samengehouden worden.

De Geest zorgt ervoor dat we blijvend met Jezus te maken hebben. Jezus is verrezen (Pasen), hij ‘leeft en regeert’ bij God in de hemel (Hemelvaart) en de Geest zorgt ervoor dat Jezus tegelijk ook op aarde is. In die zin is Pinksteren de vervulling van Pasen: de Geest maakt het mogelijk dat wij allen deelhebben aan het verrezen leven van Jezus Christus.

Christus’ presentie in de sacramenten wordt bemiddeld door de Geest – daarom wordt bij de sacramenten gebeden of de heilige Geest ons de presentie van Jezus in die sacramenten wil schenken. Ook het ontmoeten van Christus in onze naasten, en het ontmoeten van Christus in gebed, is het werk van de Geest. De Geest vestigt dus niet de aandacht op zichzelf, maar brengt voortdurend het contact tussen de verrezen Christus en zijn aardse kerk tot stand.

Feest van de Geest

In de loop van de geschiedenis werd de verbinding tussen Pasen en Pinksteren steeds minder gezien. In het algemeen ontstond er een tendens om alle ‘heilsfeiten’ afzonderlijk te ‘herdenken’, in plaats van in hun samenhang te ‘vieren’. Zo werd Pinksteren steeds meer ervaren als een afzonderlijk feest van de heilige Geest.

Het feest kreeg zelfs een eigen octaaf, omdat men zich niet meer realiseerde dat Pinksteren zelf al het ‘octaaf in het kwadraat’ van Pasen is. Dat misverstand is tegenwoordig teruggedraaid. Wel hebben we aan dat zogenaamde Pinksteroctaaf onze vrije ‘tweede Pinksterdag’ te danken, een dag die liturgisch dus niet bestaat. Want Pinksteren is de vijftigste Paasdag en daarvan is er geen tweede. Op de (eerste) Pinksterdag wordt de Paastijd besloten: het feestelijke ‘Looft en dankt’ van Pasen wordt voor het laatst gezongen en de Paaskaars wordt gedoofd.

Een mooie bijvangst bij de verzelfstandiging van Pinksteren tot een feest van de Geest zijn de liederen die zich rechtstreeks tot de heilige Geest wenden. De hymne Veni Creator Spiritus (Kom Schepper Geest) en de sequentie Veni Sancte Spiritus (Kom, o Geest des Heren, kom) zijn de bekendste. Ook het geliefde oud-katholieke lied ‘Geest der waarheid’ richt zich rechtstreeks tot de heilige Geest. Dat we tot de heilige Geest mogen bidden, komt doordat de Geest een van de drie Personen van God is, ‘die met de Vader en de Zoon te zamen aangebeden en mede verheerlijkt wordt’, aldus de geloofsbelijdenis.