De gezongen viering wordt door velen in onze kerk gekoesterd. Een groot deel van de dienst wordt afwisselend door voorganger, koor en allen gezongen. Al zijn veel van onze parochies niet groot, overal wordt de viering muzikaal zo goed mogelijk verzorgd door pastoors en organisten, koren en cantores.
En natuurlijk door de hele gemeente. Het Oud-Katholiek Gezangboek maakt een rijke keuze aan liturgische gezangen en strofische liederen uit de schat van de kerk der eeuwen mogelijk, waarin ieders stem kan klinken. Ook van buiten dit dikke boek worden regelmatig gezangen gekozen, zodat met kennis van zaken en met oog voor de mogelijkheden ter plaatse, ook muziek uit recenter tijd kan klinken.
Omdat veel liturgische gezangen uitgaan van beurtzang, is er in de vieringen een natuurlijke plaats voor het parochiekoor of een cantor. Het koor zingt de misgezangen in afwisseling met de gemeente, en ondersteunt de samenzang. In de meeste parochies oefent het parochiekoor onder leiding van de (cantor-)organist. In sommige parochies werkt het koor bovendien regelmatig aan literatuur, om op hoogfeesten en andere bijzondere dagen de liturgie met kerkmuziek te verrijken.
De organist kan een professional zijn of een (gevorderde) amateur. De instrumenten en mogelijkheden verschillen aanzienlijk van parochie tot parochie. Naast het begeleiden van de zang kan de organist met de keuze van voor de zon – of feestdag toepasselijke orgelliteratuur de viering extra kracht geven. De Oud-Katholieke Organistenvereniging zet zich in voor vorming en bijscholing van de organisten, en voor hun onderlinge ontmoeting.
Ook andere instrumenten kunnen een rol spelen in de liturgie, zowel bij het begeleiden van zang als bij een meditatief moment.
Net als een actief parochiekoor kan een goede voorzanger een stimulans zijn voor de kwaliteit en verscheidenheid van de liturgische zang. Ook in vieringen waarin het koor de meeste voorzang verzorgt, kan bijvoorbeeld één van de koorleden als cantor vanaf de ambo met de gemeente de gradualepsalm zingen. Sommige gelovigen zullen via koorzang en stemvorming genoeg ervaring hebben om af en toe zo’n taak op zich te nemen. Voor aanstelling tot cantor die meer frequent of zelfstandig inzetbaar is, zal er behoefte zijn aan een korte opleiding, waar het gaat om zangtechniek, kennis van de liturgie, kerkzang en de rol die de cantor daarin vervult. Wie met instemming van pastoor en kerkbestuur deze cantorcursus wil volgen, kan zich melden bij het Bisschoppelijk Bureau. De cursus voor wordt telkens aangeboden wanneer hieraan voldoende behoefte bestaat.
Oud-Katholiek Gezangboek
In 1990 verscheen het Oud-Katholiek Gezangboek, de tweede druk en een supplement verschenen in 2006. Het gezangboek geeft een goed beeld van het rijke oud-katholieke muzikale erfgoed. Naast oude en nieuwe gezangen en liederen uit allerlei kerkelijke tradities zijn er gezangen die sinds de achttiende eeuw in oud-katholieke kerken werden gezongen of die in de twintigste eeuw door muzikaal bevlogen oud-katholieken werden geschreven. Toen de kerk aan het begin van twintigste eeuw het Latijn in de mis door de landstaal verving, werden de gregoriaanse gezangen van Nederlandse teksten voorzien. Naast psalmen en gezangen op anglicaanse zangwijzen zijn er misordinaria met de klassieke onderdelen Kyrie, Gloria, Heilig en Lam Gods.
Het Gezangboek kan in de webshop worden besteld. Een volledige inhoudsopgave en links naar bespreking van vele liederen vindt u hier.