Een tweede bericht van bisschop Vercammen uit Korea. Aartsbisschop Vercammen is aanwezig bij de Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Busan (Korea).
“Zie je daar in de verte dat grote flatgebouw staan? Dat is veertien hoog en heeft geen lift. Mensen moeten gewoon trappen lopen om hun appartement te bereiken. En dat ginds, dat heeft wel een lift maar geen elektriciteit!” Aan het woord is een jonge soldaat van het zuid-Koreaanse leger in de observatiepost in de gedemilitariseerde zone tussen Zuid- en Noord-Korea. Hij is jong en overtuigd. De observatiepost is er om de wapenstilstand te garanderen. Die duur al meer dan zestig jaar. Achter het ideologisch lesje dat de jonge man in soldatenpak ons wil geven, zit een groot verdriet en in zijn met sarcasme geladen uiteenzetting voor het grote raam waardoor men Noord-Korea inkijkt klinkt het lijden van generaties door. “Korea is het enige land op de wereld dat verdeeld is!”, hoor je Koreanen vaak zeggen. Het is niet helemaal waar want er is bijvoorbeeld ook Cyprus nog, maar dat neemt niet weg dat je hun angst kunt beluisteren dat de internationale gemeenschap de scheiding van dit land voor lief zou nemen. We bezoeken de observatiepost, samen met de Aartsbisschop van Canterbury, op onze ‘pelgrimage voor de vrede’. Met meer dan vijfhonderd zijn we van Busan naar Seoul gereisd. Meteen gaat dat leed van de scheiding van dit land je meer aan het hart. Als altijd worden gewone mensen het slachtoffer van politiek die door machtigen ver weg wordt bedreven. Supermachten en superheren en –dames die met de wereld omgaan al was het schaakbord waarop je elkaar probeert te dwarsbomen. Deze heren en dames hebben geen last van de scheiding: zij studeren in Zwitserland en gaan en staan waar ze willen. Onze pelgrimage is een demonstratie tegen dat soort van meester-knecht-verhoudingen. We worden uitstekend ontvangen, lager op de dag in een grote presbyteraanse kerk in Seoul. Ze hebben een diner bereid en een cultureel programma van de hoogste kwaliteit voor ons georganiseerd. Wanneer elkaars verdriet wil delen, wordt men familie van elkaar. Neen, eigenlijk is het zo: men ontdekt wat men altijd al was: familie van elkaar. Dat zijn zo van de mooie verrassingen die je als christen kunt beleven.
Tekst: Joris Vercammen
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 4 november 2013