Met het thema ‘Het geloof doorgeven’ waren we van 28 augustus – 2 september 2016 bijeen met zo’n 40 oud-katholieke theologiestudenten, theologen en geestelijken in Neustadt an der Weinstrasse in Duitsland. Een bijzonder gevarieerd en geëngageerd gezelschap. En bijzonder prettig om mee te maken: het was mijn eerste keer.
Het programma was goed doordacht: er waren workshops met ervaringen vanuit de kerkelijke praktijk en deze werden daarna door referenten van buiten of binnen onze kerk in plenaire zittingen theologisch doordacht. Zo werd ons denken verdiept en verruimd over pastoraat voorbij gemeentegrenzen, over kerknieuwbouw/herinrichting en over catechese. We hoorden dat onze eucharistische ecclesiologie zo stevig is dat ze ruimte biedt om voorbij de eigen parochiegrenzen pastoraal werkzaam te zijn. We zagen prachtige nieuwe kerken en de geslaagde herinrichting van onze Middelburgse kerk, en hoorden dat kerkruimte meespreekt, uitdaagt en inspireren kan, maar niet dwingt. Er werden nieuwe vormen van catechese gepresenteerd, waarbij meer duidelijk werd dat de religieuze vorming een voortgaand proces is dat geen einde kent. Bij alle bijeenkomsten was ruimte voor vragen en voor gesprek. Praktijkervaringen en theologische reflectie bleken elkaar in deze week goed aan te vullen.
Dus we hoorden veel én praatten veel. Maar dat was lang niet alles!
Woensdagmiddag gingen we met een reisbus naar Worms en werden daar door twee gidsen door de joodse wijk rondgeleid. Dat maakte veel indruk: Worms is wat betreft de joodse geschiedenis een Europees centrum, waarvan de eeuwenoude synagoge en kerkhof hoogtepunten zijn. Er is veel kostbaars verloren gegaan, maar ook heel veel bewaard – dat ademden wij in en ook zo wordt geloof doorgegeven.
En er waren 12 maaltijden die we in voortdurend wisselende samenstelling genoten in het gastenhuis van het klooster waar we verbleven. Of nee: 11, want één maaltijd genoten we in Worms. Zij het bijna op Bijbelse wijze: haastig, om net op tijd (of helaas toch te laat) in de eucharistieviering te zijn die we gezamenlijk in Worms vierden als afsluiting van dit uitstapje. Niet onbelangrijk was ook het dagelijkse ochtend- en avondgebed, de lauden en de vespers, die steeds door andere voorgangers, zangers en organisten waren voorbereid en werden verzorgd. Twee maal daags samen in de kerk zijn tot lof en eer van onze God is een groot goed in zulke dagen.
Maar er was ook ruimte voor ontspannen ontmoeting, voor gesprek, voor ‘even de mail bijwerken’, voor een wandeling in de prachtige omgeving en niet te vergeten: de Pfalzkeller. Daar wisselden in de avonduren gezelligheid en ernst elkaar zomaar af: er waren persoonlijke gesprekken en verdiepende kennismakingen die korter of langer duurden. Voor het genieten van een (of ach, doe nog maar één…) Hefeweizen of een glas rode wijn, gemaakt en meegebracht door een van onze pastores!
En wat ik meeneem van deze dagen voor mijn eigen praktijk in de Eindhovense parochie? Ik probeer me te beperken tot één zin: in alle processen van geloof doorgeven, ben je (ik) zowel ‘lehrende’ als ‘lernende’. Dit onderscheid kan ik niet in het Nederlands weergeven, waaruit maar weer blijkt dat – hoe vermoeiend het ook is om een week Duits te praten – het de moeite waard is om over de grens je oor te luisteren te leggen. Letterlijk en figuurlijk. Want dat is (bijna) altijd verrijkend.
Kortom: het was mijn eerste keer, maar vast en zeker niet mijn laatste!
Leonie van Straaten
Diaken in de parochie Eindhoven
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 7 september 2016