Op 18 oktober vieren we met een bijzondere bijeenkomst dat 25 jaar geleden de eerste vrouw tot priester werd gewijd in de Oud-Katholieke Kerk van Nederland. Ter ere van dit feestelijke feit, interviewen we sprekers, panelleden en andere betrokkenen bij deze bijzondere viering. Vandaag: Bisschop Jo Bailey Wells, één van de eerste vrouwelijke bisschoppen in de Church of England. Zij is een van de hoofdsprekers op de bijeenkomst op 18 oktober in Amersfoort.
Tekst: Jan-Willem Wits
Je bent tot diaken, priester en bisschop gewijd. Welke wijding maakte de meeste indruk?
Dat was toch mijn diakenwijding. Ik heb die uitgesteld tot ik 29 jaar was omdat ik nog werkte aan mijn dissertatie over oudtestamentische theologie. Mijn diakenwijding was echt een transitie, waarna ik mij voltijds toewijdde aan mijn rol om een dienaar van de Heer te zijn. Na een jaar volgde mijn priesterwijding die voelde als een voltooiing van mijn eerste wijding. Toch was het bijzonder. In die tijd waren er nog maar weinig vrouwen binnen de Church of England gewijd.
Sommigen benadrukken dat er maar één sacrament van de wijding is. Wanneer je de wijding van diakens openstelt voor vrouwen kan je eigenlijk niet meer terug om ook de andere wijdingen voor vrouwen open te stellen. Hoe is dat in de Church of England?
Die redenering heeft in onze kerk maar weinig aanhangers. De reis van de wijding van vrouwen tot diaken naar het wijden van vrouwen tot bisschop heeft 37 jaar geduurd. Wanneer we alles op hetzelfde moment op de agenda hadden gezet, was het nooit gelukt. Bij al die discussies kwamen ook steeds nieuwe invalshoeken aan de orde. Bij de diakenwijding betrof het de toelating van vrouwen als zodanig. Rondom de priesterwijding ging het vooral om de representatie van Jezus in de eucharistie en de aard van het priesterschap. En bij de bisschopswijding stond de vraag naar het leiderschap binnen de kerk centraal.
Hoe heeft de toelating van vrouwen tot de wijdingen de Church of England veranderd?
Op heel veel manieren. Allereerst hebben zich veel vrouwen gemeld en dat heeft tot meer wijdingen van geestelijken geleid. Waar de rooms-katholieke kerk in ons land last heeft van een gebrek aan roepingen is dat bij ons veel minder het geval. Daarnaast is de cultuur binnen de Church of England veranderd. Minder klerikalisme, meer diversiteit in pastorale stijlen en een andere manier van omgaan met zaken als macht. Ik herken heel erg wat een oud-katholieke vrouwelijke priester in Nederland zegt wanneer ze het heeft over een clerus die meer ‘down to earth’ is geworden.
Wat heeft het betekend voor de oecumenische relaties?
Dat geeft een gemengd beeld. Natuurlijk heeft het in onze relatie met de Rooms-Katholieke Kerk en de oosters-orthodoxe kerken in het begin tot meer afstand geleid. De relatie met protestantse kerken, zoals de methodisten, die al veel langer vrouwelijke voorgangers kennen, is daarentegen verbeterd.
Het belangrijkste is dat we de dialoog blijven voeren. Ook om met elkaar te bespreken waar pijnpunten en uitdagingen liggen.
Waarom blijft dit zo’n lastige discussie?
Volgens mij is dit een veel breder debat over de rol van vrouwen in de samenleving van de eenentwintigste eeuw. Mogelijk zien we daar over honderd jaar met enige verwondering op terug. Wanneer ik kijk naar Jezus dan zie ik iemand die ook voor Jezus’ tijd op een zeer controversiële manier met vrouwen omging. De eerste ‘apostel’ die over zijn verrijzenis vertelde, was een vrouw! Maar ook in de vroege kerk kregen vrouwen een veel prominentere rol dan destijds gebruikelijk was. Denk aan de vrouwelijke diakens. Wat mij betreft is het toelaten van vrouwen tot alle ambten, alleen al na het herlezen van de Bijbel, overduidelijk. Waarom hebben we ons dat niet eerder gerealiseerd?
Bestaat er binnen de Church of England nog steeds weerstand tegen het wijden van vrouwen?
Ik schat in dat voor negentig procent van de gelovigen dit echt iets is dat niet meer ter discussie staat. Niettemin wil ik met respect omgaan met de minderheid die er nog wel moeite mee heeft. We moeten naar elkaar blijven luisteren.
Sommige, vooral meer conservatieve christenen, vinden dat het ‘wokisme’ de grootste vijand is van de christelijke traditie in onze tijd. Hoe ziet u dat?
Volgens mij is ‘wokisme’ op de eerste plaats het tegengaan van discriminatie. Wanneer ik kijk naar de kerk in mijn context, dan gaat dat toch primair om de vraag om ieder onderscheid naar ras en volk tegen te gaan, zoals het Bijbelboek Openbaringen ons voorhoudt. Dat is waar het in het Nieuwe Testament over gaat. We worden steeds geroepen om meer inclusief te zijn. Gods barmhartigheid is altijd veel groter dan die van de mens. God oordeelt niet, maar kijkt steeds naar ons vermogen om offers te brengen voor een rechtvaardig leven.