Vrouw in het ambt: het duurde meer dan twintig jaar voor het zover was

Met 18 oktober in het vooruitzicht, de dag waarop we de 25e verjaardag van de eerste vrouwelijke priesterwijding in de Oud-Katholieke Kerk vieren, heeft theoloog Lidwien van Buuren een overzichtswerk geschreven van de aanloop naar dit belangrijke moment. En dat niet alleen: ze is ook één van de panelleden tijdens een inspirerend panelgesprek op het evenement op 18 oktober.

Tekst: Lidwien van Buuren

Ik ben blij en trots dat onze Nederlandse Oud-Katholieke Kerk nu al vijfentwintig jaar vrouwelijke diakenen en priesters heeft. Dat dat nu mogelijk is, is eerlijker, rechtvaardiger voor vrouwen die het verlangen en er voldoende opleiding en talent voor hebben, en de kerk is er rijker door geworden. De ruim twintigjarige discussie die aan het besluit voorafging heb ik actief meebeleefd, en roep ik hier graag in herinnering, ook om jongere generaties iets mee te geven van de weg die hiervoor door velen gegaan is.

Ik hoop dat in het misschien wat droge feitenrelaas doorklinkt met hoeveel zorg en moeite de discussie is gevoerd en hoe zorgvuldig onze Nederlandse kerk synodaal-episcopaal te werk is gegaan. We moeten als kerk en als vrouwen wel waakzaam blijven, want het is niet zo dat door dit besluit alle seksisme en discriminatie uit de wereld verdwenen zijn, ook niet in de kerk.

Gelijke rechten en kansen

Als Dolle Mina van het eerste uur en later als hoofd van het Bureau Coördinatie Vrouwenemancipatie van de Gemeente Amsterdam heb ik mij vanaf eind jaren zestig al ingezet voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen. Toen ik in 1979 de Oud-Katholieke Kerk leerde kennen, sprak het daarom voor mij vanzelf om daar de discussie over vrouw en ambt mee te gaan voeren, in de parochies, landelijk – ook in De Oud-Katholiek – en internationaal.

Het besluit is er niet vanzelf gekomen. Veel oud-katholieke vrouwen, maar ook mannen, (jongere) pastoors, hebben zich ervoor ingezet. In de jaren negentig ben ik theologie gaan studeren, ook om zelf te onderzoeken of het besluit op grond van de Bijbel en de kerkelijke traditie te verantwoorden is. Het proces heeft veel tijd gekost omdat de oud-katholieke kerken episcopaal-synodaal georganiseerd zijn. De bisschoppen hebben ‘de boel bij elkaar’ willen houden, op alle niveaus de discussies goed willen voeren. Dat is ook aardig gelukt, vind ik. Al is het jammer dat de Pools-Nationale Kerk in de Verenigde Staten en Canada (PNCC) zich uiteindelijk genoodzaakt heeft gevoeld om uit de Unie van Utrecht te stappen. Dat was naar mijn indruk niet nodig geweest.

Eerste stap: één diakenambt  

In 1976 was de discussie op een dieptepunt beland. De Internationale Oud-Katholieke Bisschoppenconferentie (IBC) stelde toen vast dat het apostolisch ambt niet openstond voor vrouwen. Dat was een principebesluit, genomen vanwege het belang dat werd gehecht aan ‘de traditie’ en de oecumene, vooral de dialogen met Rome en de orthodoxie. De presidente van de Bond van Oud-Katholieke Vrouwen, Maartje Mulder-Vis, spreekt in 1978 de ontevredenheid van veel Nederlandse oud-katholieke vrouwen uit over dat besluit. Die blijkt ook uit een opiniepeiling van de Bond onder haar leden: zij blijken in grote meerderheid voorstanders van de wijding van vrouwen tot diakenen en priesters.  

Het IBC-besluit van 1976 was niet unaniem, want de toenmalige bisschop van Haarlem, Geert van Kleef, had tegengestemd. Daardoor kon de discussie in de IBC weer op gang komen. De IBC besluit in 1982 een zelfstandig permanent diakonaat in te stellen dat ook openstaat voor vrouwen. Dit besluit, in samenhang met dat van 1976, wekte de indruk dat er twee diakenambten mogelijk waren: een ‘opstapjesambt’ naar het priesterschap voor mannen, en een ‘permanent’ diakenambt voor vrouwen.

De synode van de Nederlandse Oud-Katholieke Kerk (OKKN) kiest in 1986 voor één diakenambt voor vrouwen en mannen en voor één wijdingsformulier voor dat ambt. Daarmee wordt een eerste stap gezet op weg naar de toelating van vrouwen tot het drievoudig apostolisch ambt in onze kerk. 

Zwitserse, Duitse en Engelse kerken 

Intussen zijn onze Zwitserse en Duitse zusterkerken al een stap verder. In 1981 spraken de synodes van de Zwitserse en Duitse oud-katholieke kerken zich al uit voor vrouwen als diakenen. Zij motiveerden dat door te verwijzen naar de kerk van de eerste eeuwen, waarin ook vrouwen als diakenen functioneerden. In de Zwitserse Christkatholische Kirche wordt in 1987 de eerste vrouw, Denise Deluz, tot diaken gewijd, waarbij het wel een ‘permanent’ diakenambt betreft. Ook in de Church of England, een van de anglicaanse kerken waarmee de Unie van Utrecht sinds 1931 volledige kerkelijke gemeenschap heeft, worden in 1985 vrouwen toegelaten tot het diakenambt en wordt in 1987 de eerste vrouwelijke diaken gewijd. In 1988 wordt in Essen, West-Duitsland de eerste oud-katholieke vrouw, Angela Berlis, door bisschop Sigisbert Kraft tot diaken gewijd en in mei 1989 besluit de synode van de Duitse kerk dat de weg vrij is voor de priesterwijding van vrouwen. 

Beleidsplan van de VOK-werkgroep 

In 1988 meldt het Collegiaal Bestuur (CB) van de OKKN aan de synode dat de IBC zich heeft voorgenomen om een speciale zitting te wijden aan de vragen van vrouw en ambt. Als reden hiervoor noemt het CB niet alleen de relatie van de oud-katholieke met de anglicaanse kerken, maar ook ‘interne aandrang’. Die aandrang komt in Nederland van de Bond van Oud-Katholieke Vrouwen, en van een Beleidsplan Vrouwen in de OKKN, dat mede op verzoek van het CB werd geschreven door de werkgroep VOK (Vrouwen Oriënteren zich op de Kerk) van de Bond.

De VOK was in 1979 door Suse van Kleef-Hillesum, Femmy Janson-Oosterhagen, Mieze de Jong-de Wilde en Simone Blom-Boyen opgericht om de deelname van vrouwen aan het kerkelijk beleid te stimuleren en hen te interesseren voor trainingen voor beleidsfuncties, Vrouw en Geloof-groepen en theologiestudie. De VOK fungeert ook als steun- en klankbordgroep voor vrouwen op ‘vooruitgeschoven posten’ in de kerk, zoals de vrouwelijke leden van het Collegiaal Bestuur en de twee pastorale werksters die dan sinds kort in de OKKN werkzaam zijn, Angela Berlis in IJmuiden en Martina Liebler in Arnhem.

Een eerste versie van het Beleidsplan verschijnt in maart 1990 en werd ondertekend door de VOK-leden Femmy Janson-Oosterhagen, oud-Bondspresidente Trudy de Rijk-Smit, zittende Bondspresidente Truus van Schaik-Scheele, Angela Berlis en Martina Liebler, de twee vrouwelijke CB-leden Adrie Paasen en Laura Zwart-Vuil, en de theologiestudenten Grete Verhey-de Jager en Lidwien van Buuren (tevens eindredacteur). Het CB neemt deze versie van het Beleidsplan niet over, omdat erin wordt uitgegaan van een structureel machtsverschil tussen mannen en vrouwen in de kerk ten aanzien van het gewijde ambt. De mannelijke geestelijken in het CB vinden het gebruik van het woord ‘macht’ niet van toepassing. 

Congres in Genève 

In augustus 1990 vindt in Genève het 25e Internationale Oud-Katholieken Congres plaats. Een gemengde (m/v) werkgroep bereidt daar de volgende resolutie over vrouw en ambt voor die ik in het plenum mag presenteren. 

‘Wij gaan ervan uit dat de maatschappelijke, culturele en kerkelijke situatie binnen de afzonderlijke lidkerken van de Unie van Utrecht verschillend is. Er zijn oud-katholieke synodes die besloten of duidelijk te kennen gegeven hebben dat de toelating van vrouwen tot het drievoudig apostolische ambt mogelijk en rechtvaardig is. Om onnodige spanningen tussen de zusterkerken te vermijden, herinneren wij aan het besluit van de IBC: “Elke afzonderlijke kerk van de Unie van Utrecht kan naar eigen inzicht vrouwen tot het diakenambt toelaten.” Wij vinden het zeer noodzakelijk dezelfde regeling ook voor de toelating van vrouwen tot het apostolische ambt, en dit zonder inperking, in te voeren.’ 

De resolutie wordt door een overgrote meerderheid van de circa vierhonderd congresdeelnemers aangenomen, als aanbeveling voor de verdere discussies in de verschillende kerken en in de IBC. 

Extra synode 1991 stelt een einddatum 

Het CB zet in december 1990 op advies van de synode een volgende stap door in artikel 48 van het het Statuut van de OKKN de bijzin ‘het drievoudig ambt kan alleen door mannen worden bekleed’ te schrappen. Vervolgens organiseert het CB in maart 1991 in Utrecht een Conferentie Vrouw en Ambt en vindt in april 1991 in Hilversum een extra synode plaats die geheel aan dit onderwerp is gewijd. Op de agenda staat ook een afgezwakte versie van het VOK-beleidsplan als ‘discussienota’.

Na een lange discussie wordt met een grote meerderheid van stemmen besloten ‘dat zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor het einde van het Oecumenisch Decennium Kerken Solidair met Vrouwen in 1998, vrouwen toegelaten kunnen worden tot het drievoudig ambt van diaken, priester en bisschop.’ Dat deze einddatum wordt genoemd, is te danken aan een voorstel van de parochie Amsterdam, dat synodaal Jan Hübscher, assisterend pastoor Dick Schoon en ik hebben voorbereid en dat door de Amsterdamse gemeentevergadering is overgenomen.

Het CB besluit het synodebesluit over te nemen en in te brengen in de speciale zitting van de IBC. Daarnaast dient de gedachtevorming binnen de parochies erover door te gaan en moet (ook pastoraal) ernst gemaakt worden met de zorg om de principieel bezwaarde medeleden van de kerk.  

Wislikofen I 

Van 1 tot 6 juli 1991 vindt de extra IBC-zitting over vrouw en ambt plaats in het Zwitserse Wislikofen. Daar blijken de standpunten van de verschillende lidkerken ver uiteen te liggen: In de PNCC en de Pools-Katholieke Kerk in Polen speelt naar het zeggen van de bisschoppen de vraag naar de wijding van vrouwen niet, terwijl de synodes van de Nederlandse, Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse kerken zich met grote meerderheden hebben uitgesproken voor de toelating van vrouwen tot het priesterambt.

Het IBC-besluit van 1976 wordt niet herroepen, maar de bisschoppen besluiten wel samen verder te gaan om tot een nieuw gezamenlijk besluit te komen. In het door mannen gevormde gremium van de IBC kunnen dan voor het eerst ook vrouwelijke theologische adviseurs aan het woord komen, onder wie Angela Berlis. Na deze extra IBC-zitting volgt nog een lang consultatie- en discussieproces.  

Theologen Overleg Vrouwen (TOV)  

In november 1991 organiseren de VOK-groep en het CB een studiedag over ‘Vrouwen, mannen en macht in de kerk’, met pastoor en seminariedocent Joris Vercammen als inleider. Op 11 november 1992 besluit de General Synod van de Church of England de mogelijkheid te openen tot de priesterwijding van vrouwen.

Het proces in de OKKN lijkt langer te gaan duren dan sommigen hopen, en er haken vrouwelijke theologiestudenten af omdat ze geen uitzicht hebben op werk als gewijde ambtsdragers in de kerk. Daarom besluiten Grete Verhey-de Jager en ik in 1993 een groep van oud-katholieke vrouwelijke theologen en theologiestudenten in het leven te roepen, genaamd ‘Theologen Overleg Vrouwen’ (TOV), om ervaringen uit te wisselen als vrouwen in studie en werk in de kerk, elkaar zonodig wederzijds te ondersteunen, en als aanspreekpunt te dienen voor de OKKN inzake ‘vrouwen en ambten’. Het TOV komt tussen 1993 en 2001 een paar keer per jaar in Amersfoort bij elkaar met tussen de vijf en twaalf deelneemsters.  

Theologenconferentie in Malvern, USA 

Eind augustus 1993 komt de 42e Internationale Oud-Katholieke Theologenconferentie bijeen in Malvern, USA. De PNCC-theologe Cheryl Gaszak is helaas door haar kerk niet voor de conferentie uitgenodigd. Hoewel vrouw en ambt in Malvern niet op de agenda staan, komt het onderwerp daar in de werkgroepen en wandelgangen wel degelijk ter sprake. Op 30 oktober besluit theologiestudente en TOV-deelneemster Ariadne van den Hof tijdens de jaarlijkse Seminariedag in Utrecht haar ‘studentenpraatje’ met: ‘Overigens ben ik van mening dat vrouwen gewijd moeten kunnen worden.’ Die uitspraak wordt als uitsmijter van het studentenpraatje verschillende jaren achtereen door mannelijke en vrouwelijke studenten herhaald. 

Engelse en Duitse kerken lopen voorop 

In januari 1994 wordt in Den Haag een landelijke conferentie over vrouw en ambt gehouden, waaraan behalve vijf TOV-deelneemsters ook een priester van de PNCC deelneemt. Hij is tegen de priesterwijding van vrouwen en vindt dat vrouwen die daarvoor zijn, dan maar moeten lijden. Op 12 maart 1994 wijdt de bisschop van Bristol Barry Rogerson als eerste bisschop in Engeland 32 vrouwelijke diakenen tot priester. De wijding wordt door de BBC rechtstreeks op de tv uitgezonden, en bij de uitwisseling van de vredegroet spat een explosion of happiness, aldus eindredacteur Coen van Kasteel in De Oud-Katholiek, van het scherm. Op 10 mei 1994 besluit de synode van de Duitse Altkatholische Kirche met een grote meerderheid opnieuw vrouwen tot de priesterwijding toe te laten.  

In reactie op de Haagse conferentie over vrouw en ambt schrijven de TOV-deelneemsters Angela Berlis, Ariadne van den Hof en ik in juni 1994 in De Oud-Katholiek het artikel ‘De pijn die het doet als vrouwen wel of niet gewijd worden.’

In augustus 1994 vindt het 26e Internationale Oud-Katholieken Congres plaats in Delft. Tijdens dat congres organiseert het TOV een ontmoeting met vrouwelijke theologen en theologiestudenten uit verschillende kerken van de Unie van Utrecht, waaraan ook de pas gewijde anglicaanse priester Julia Butterworth deelneemt.   

Verdere studie en discussie 

In januari 1995 vindt in Rastatt, Duitsland, een seminar plaats over hoe vrouwen in het ambt zouden (kunnen) functioneren, met ook Nederlandse deelneemsters en deelnemers, waarvan een uitgebreid verslag verschijnt in De Oud-Katholiek. De synodes van de Oostenrijkse en de Zwitserse kerken houden die maand (extra) zittingen, waar wordt aangedrongen op enige haast, om na de voor 1997 aangekondigde tweede extra IBC over vrouw en ambt een besluit te kunnen nemen. Er verschijnen meer artikelen en ingezonden brieven van voor- en tegenstanders van de wijding van vrouwen in De Oud-Katholiek. In de OKKN worden vijf regionale studiedagen over vrouw en ambt gehouden, waarvan de verslagen eveneens in dat blad worden gepubliceerd.

In september 1995 kondigen bisschop Joachim Vobbe en de Synodale Raad van onze Duitse zusterkerk aan dat op Tweede Pinksterdag 1996 de eerste twee vrouwelijke diakenen tot priester zullen worden gewijd. In hun jaarlijkse IBC-zitting in oktober in Warschau besluiten de bisschoppen, inclusief die van de PNCC, het ‘samen op weg’ proces niet op te geven ondanks dit Duitse voornemen.  

Eerste priesterwijdingen van vrouwen in Duitsland 

Op Tweede Pinksterdag, 27 mei 1996, worden Angela Berlis en Regina Pickel-Bossau in de stampvolle oud-katholieke Christuskerk in Konstanz door de Duitse bisschop Joachim Vobbe tot priesters gewijd. Het is wereldnieuws. De PNCC-bisschoppen berichten naar aanleiding ervan aan de Duitse bisschop dat de full communion met de Duitse kerk nu gevaar loopt. Zij beschouwen de wijding van vrouwen niet als een kwestie van kerkinrichting (‘discipline’), maar van geloof (‘faith’) en dit onderscheid was in de IBC nooit ter sprake gekomen.  

De jaarlijkse internationale theologenconferentie houdt zich eind augustus 1996 in Salzburg bezig met mogelijke structuurhervormingen binnen de Unie van Utrecht. De aanleiding daarvoor vormen binnen de IBC gerezen moeilijkheden, waaronder de beslissing van de Duitse kerk om vrouwen tot priester te wijden. Het gaat om de vraag: wat kan een landskerk zelf beslissen, en wanneer moet een beslissing door alle kerken samen worden genomen? 

Eerste vrouw in Nederland diaken gewijd 

Op zaterdag 5 oktober 1996 wordt Grete Verhey-de Jager onder grote belangstelling in de oud-katholieke Sinte Gertrudiskathedraal in Utrecht als eerste vrouw in Nederland door aartsbisschop van Utrecht Antonius Jan Glazemaker tot diaken gewijd. 

Wislikofen II 

In juli 1997 vindt in Wislikofen de tweede extra IBC-zitting over vrouw en ambt plaats. Behalve de ambtswijding van vrouwen staan daar de structuur van de Unie van Utrecht en de bevoegdheden van de bisschoppen, zowel afzonderlijk als in IBC-verband, ter discussie. Op 14 juli verklaart de IBC met grote meerderheid dat de priesterwijding van vrouwen onder de verantwoordelijkheid van elke plaatselijke of nationale kerk valt. Omdat sommige kerken op grond van hun overtuiging de wijding van vrouwen niet kunnen erkennen, is echter de volledige kerkelijke gemeenschap van de Uniekerken niet meer volledig aanwezig.  

Na het verschijnen van nadere toelichtingen van de Amerikaanse, Poolse en Tsjechische bisschoppen op dit besluit, wordt de discussie erover voortgezet, onder meer in De Oud-Katholiek. 

Grete Verhey-de Jager tot priester gewijd 

Op 31 oktober 1998 adviseert een speciale synode in Hilversum met een meerderheid van 106 stemmen voor, vijf stemmen tegen en vier onthoudingen de bisschoppen van de OKKN om mannen en vrouwen tot het drievoudig ambt van diaken, priester en bisschop te roepen en te wijden. Op 24 november 1998 delen de bisschoppen de synode hun besluit conform dit advies mee. Met de herderlijke brief ‘Ambt in de branding’ lichten de bisschoppen Antonius Jan Glazemaker en Jan Lambert Wirix-Speetjens het besluit toe. Ze zien de kwestie van de ambten voor vrouwen niet als een dogmatisch vraagstuk maar als een zaak van kerkorde. Dat maatschappelijke, sociale en culturele factoren de organisatie van een kerkgemeenschap mede bepalen ontkennen ze niet. De uitsluiting van vrouwen zou kunnen worden ervaren ‘als onrechtvaardig en als strijdig met het bijbels gegeven dat God de mens als man en vrouw gelijkwaardig geschapen heeft’.  

Op 18 september 1999 wordt Grete Verhey-de Jager in de Sinte Gertrudiskathedraal in Utrecht door aartsbisschop van Utrecht Antonius Jan Glazemaker tot priester gewijd. Zij wordt daarmee de eerste Nederlandse vrouwelijke oud-katholieke priester en de vijfde binnen de Unie van Utrecht.