Een verborgen schat: de relieken van de Utrechtse Gertrudiskathedraal 

Eeuwenlang genoten de relieken van de heilige maagd en martelares Cunera grote verering in de naar haar genoemde kerk in Rhenen. Sinds de zestiende eeuw wordt haar heilige gebeente echter bewaard in Utrecht. Voordat de schedelreliek van Cunera in december terugkeert naar haar rustplaats in het altaar van de Ste. Gertrudiskathedraal, is het nog één maand te zien in Stadsmuseum Rhenen naast de Cunerakerk in de expositie Gouden Vrouwen.

Grootste reliekschat 

Het is maar één voorbeeld uit de zeer bijzondere middeleeuwse reliekschat die de Utrechtse kathedraal herbergt. Het gaat hier over de grootste Nederlandse reliekschat boven de rivieren, eigendom van het Metropolitaan Kapittel van Utrecht. Deze waardevolle religieuze verzameling bestaat uit ruim 1.700 objecten, waarvan verreweg de meesten middeleeuwse relieken zijn: lichamelijke overblijfselen of stukjes kleding van christelijke martelaren en heiligen of fragmenten van voorwerpen die in verband worden gebracht met personen of plaatsen uit de bijbelse heilsgeschiedenis.

Jonge vrouw  

Sommigen relieken zijn zeer oud, zoals de schedel van een onbekende jonge vrouw uit de vroege tweede eeuw, afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Anderen worden toegeschreven aan bekende heiligen als Agnes van Rome, Augustinus van Hippo, Gertrudis van Nijvel en Carolus Borromeus. De reliekschat van de Gertrudiskathedraal werd tussen 2004 en 2010 in twee fasen onderzocht en in kaart gebracht door Anique de Kruijf. Haar dissertatie erover werd in 2011 uitgegeven in een prachtig boek getiteld ‘Miraculeus bewaard. Middeleeuwse Utrechtse relieken op reis: de schat van de oud-katholieke Gertrudiskathedraal.’ 

Botsplinter. Reliek van de h. Gertrudis van Nijvel. Foto: Anique de Kruijf.

Eerbiedwaardig 

Een groot deel van de reliekverzameling wordt bewaard in het hoogaltaar en in het vieraltaar van de Gertrudiskathedraal. Hoewel dat eerbiedwaardige plaatsen zijn, was de wijze waarop de relieken daar tot voor kort rustten een stukje minder eerbiedwaardig. Als custos reliquiarum (beheerder van de relieken) van het Metropolitaan Kapittel heb ik er met behulp van een vakkundige timmerman voor gezorgd dat de relieken in het hoogaltaar tegenwoordig netjes rusten op mooie eikenhouten planken. Ook kan er een licht worden ingeschakeld, waardoor de inhoud van de compartimenten goed te zien is. En dat is de moeite zeker waard!  

Voor (l.) en na (r.) de herinrichting

Omzwervingen 

De honderden heilige relieken in de altaren van de Gertrudiskathedraal zijn afkomstig uit Utrechtse (kapittel)kerken, waaronder de Domkerk, en uit tientallen andere Nederlandse kerken en kloosters die vanwege de protestantse reformatie in de zestiende eeuw moesten sluiten of werden overgenomen door de calvinisten. Veel relieken maakten dankzij katholieke ‘reliekredders’ omzwervingen door Europa voordat ze in de zeventiende eeuw terugkwamen naar Utrecht en terechtkwamen in de belangrijke schuilkerk van Ste. Gertrudis en later in de altaren van haar neo-romaanse opvolger aan het Willemsplantsoen. De reliekschat werd in de tijd erna uitgebreid met relieken van katholieke martelaren van het nieuwe protestantse bewind en met relieken uit kringen van de vervolgde Franse ‘jansenistische’ beweging, waarvan de aanhangers zich herkenden in de spiritualiteit van het beroemde klooster Port-Royal. 

Het celebratiealtaar en het hoogaltaar van de Gertrudiskathedraal. Foto: Louis Runhaar

Beweging 

De gemiddelde kerkganger krijgt er doorgaans niet zoveel van mee, maar rondom de reliekschat is er door het jaar heen heel wat beweging: sommige religieus geïnteresseerde toeristen komen er speciaal voor naar de Domstad, zoals de twee Spaanse priesters die vorig jaar juli de relieken van de negende-eeuwse Utrechtse bisschop Frederik kwamen vereren.

Ook kunnen de relieken telkens rekenen op warme belangstelling van verschillende groepen historici en van de internationale studenten van de jaarlijkse Summer School Old Catholic Theology. Twee Indiase deelnemers kerk zagen afgelopen zomer zo voor het eerst relieken die worden toegeschreven aan de heilige apostel Thomas, die geldt als stichter van hun Mar Thoma-kerk.

Enige tijd daarvoor werden de compartimenten in het hoogaltaar nog geopend voor wetenschappelijk onderzoek naar de zgn. ‘Martelaarsbloem’, die volgens de overlevering zou hebben gebloeid op de graven van de heilige Martelaren van Gorcum, en op de laatste dag van de expositie Toegewijd, heilige levensverhalen werden de relieken van zeven van de twaalf afgebeelde heiligen aan een geïnteresseerd publiek getoond.

Gertrudis van Nijvel door Mariska Teuben-van der Leest

Ten slotte worden de relieken van de heilige Willibrord en de heilige Martinus van Tours (waarvan de middeleeuwse textiele omhulsels momenteel gerestaureerd worden) sinds een aantal jaren weer op het altaar uitgesteld tijdens de liturgische viering van hun feestdagen, wat ook gebeurt met de relieken van de Abdij van Port-Royal tijdens de jaarlijkse Nacht van Vuur.

Schedelreliek van de h. Cunera van Rhenen. Foto: Mattijs Ploeger

Gemeenschap van de heiligen 
Naar onze huidige wetenschappelijke maatstaven is een aantal relieken authentiek, wat zeer bijzonder is. Andere relieken hebben een meer twijfelachtige of onbekende oorsprong. Van weer andere lichamelijke overblijfselen is duidelijk geworden dat ze niet letterlijk hebben toebehoord aan degenen aan wie ze worden toegeschreven. Maar wat de status van individuele voorwerpen ook is, de eerbiedige en respectvolle omgang met de (al dan niet authentieke) relieken van ‘de heiligen ons voorgegaan’ drukt op een bijzondere wijze onze gemeenschap uit met de heiligen in hemel en op aarde en onze verbondenheid met de ene, heilige Kerk, die van alle plaatsen en van alle tijden is.  

De houten reliekschrijn in de geopende stipes of tombe van het celebratiealtaar. Foto: Louis Runhaar

Tekst: Can. Louis Runhaar, custos reliquiarum