Interview met mgr. Joris Vercammen: ‘De ruimte die je krijgt om wijs te worden, moet je nemen’

“Ik geniet van het beschouwen, de tijd om na te denken”. Mgr. Joris Vercammen trad 5 jaar geleden terug als aartsbisschop van Utrecht (en het is op 12 maart precies 25 jaar geleden dat hij verkozen werd). Daarmee ging voor Joris een nieuwe fase in zijn leven in. Hij schrijft, geeft lezingen en retraites, gaat voor en doet nog wat internationale klussen. ‘Coulissenwerk’, noemt hij het zelf. Voor alles heeft hij eindelijk wat meer ruimte in zijn agenda voor de inhoud. “Dit heet de herfst van je leven. Ik heb daar wel wat mee. Ik ben in de herfst geboren.”

Tekst: Jan-Willem Wits
Beeld: Marjolein van Panhuys

De emeritus-aartsbisschop van Utrecht is met zijn vrouw Hilde neergestreken in Beneden-Leeuwen, een dorp met zevenduizend inwoners onder de rook van Tiel. Dat het uitgerekend een katholieke enclave in de overwegend orthodox-protestantse Betuwe is, blijkt toeval. “We hebben eerst nog even in Amersfoort gewoond en daarna tijdelijk in ons vakantiehuis in Zeeuws-Vlaanderen, totdat deze nieuwbouwwoning klaar was. In het centrum van het land is een huis onbetaalbaar geworden.” Het is een kleine wijk met een plezierige uitstraling. Binnen is het warm en weloverwogen, net als Joris zelf. Dat het dorp vermoedelijk de enige plek in de wijde omgeving is waar carnaval wordt gevierd, ziet de bisschop als een grappige bijkomstigheid.

Nieuwe kansen

Op de eettafel heeft Joris de flyer over zijn nieuwe boek al klaarliggen, Geloof in vrede, dat begin mei verschijnt. Op mijn vraag of dat nou helpt, het schrijven van een boek, om als ‘pensionado’ wat meer ordening in je dagen te krijgen, reageert hij quasi-geïrriteerd. Alsof zijn dagen zich anders zouden vullen met ledigheid en het staren naar geraniums. Ja, zijn agenda wordt niet meer bepaald door takenlijstjes, commissievergaderingen, parochiebezoeken en representatieve verplichtingen in binnen- en buitenland, “al heb ik dat steeds met hart en ziel gedaan”. Maar daar zijn nieuwe dingen, kansen en uitnodigingen voor teruggekomen.

Kattenbelletjes

Zo nam hij deel aan een soort jury van een zitting van het ‘permanente volkstribunaal’ in Brussel, dat zich dit keer boog over mensenrechtenschendingen door de Filipijnse overheid, met name tegen de oorspronkelijke bewoners. Hij ondersteunt nog steeds het contact met de ‘Mission Vieille-Catholique (de oud-katholieke beweging in Frankrijk en Wallonië, red.) en gaat regelmatig voor in oud-katholieke parochies en bij het oecumenische citypastoraat in Nijmegen. Er komen vragen om retraites te verzorgen, hij zet zich in voor het seminarie en Joris schrijft. Daarnaast zijn er de gesprekken met mensen die daar om vragen. Zijn opvolger op de zetel van Utrecht, mgr. Bernd Wallet laat hij met rust. “Van mijn voorganger kreeg ik nog wel eens kattenbelletjes met ongevraagd advies en commentaar, overigens altijd goed bedoeld. Dat doe ik niet. Bernd weet dat hij mij altijd kan bellen, maar ik zoek het niet op. Ik ben wel heel trots op hem.” En er is ruimte gekomen om meer de diepte in te gaan. “Daar hou je dan zo’n boekje aan over”, aldus Joris.

Emeritus aartsbisschop Joris Vercammen (links) in gesprek met aartsbisschop Bernd Wallet. Deze foto is een aantal jaar geleden gemaakt door Marjolein van Panhuys.

Spiritualiteit

Waar zijn bureau tot voor enkele jaren geleden vol lag met vergaderstukken en beleidsnotities komt hij nu weer toe aan het lezen van literatuur over theologie en spiritualiteit. Hij laaft zich het liefst aan monastieke en mystieke bronnen. “Ik heb mij altijd herkend in de uitspraak van de vroegere Vlaamse politicus Herman van Rompuy: ‘Er schuilt iets van een monnik in mij, maar te weinig om er een leven op te bouwen.’ Wanneer ik contemplatieve abdijen bezoek zoals die van de Benedictijnen in Doetinchem of de Trappisten van Zundert dan voelt het als thuiskomen, in de vriendschap en de verbondenheid. Ook bij de Woestijnvaders vind ik grote wijsheid. Het leven van een monnik lijkt voor een buitenstaander van volledige religieuze zekerheid doordesemd, maar draait in de kern toch om het uithouden van het niet-weten. Die spannende paradox heb ik altijd als de mijne ervaren. Geloven is voor mij leren loslaten en je overgeven aan het mysterie dat God is. God is de Ander, een ongekend avontuur.”

Verandering

Loslaten is voor Joris ook de rode draad als hij nadenkt over de toekomst van kerk en geloven. “Een grote groep mensen is van de kerk afgehaakt, maar heeft wel hun geloof meegenomen. Zij hebben nieuwe vragen en behoeften, bijvoorbeeld op het gebied van geestelijke begeleiding. Wanneer kerken serieus genomen willen worden, zullen zij eerst de cultuur van deze tijd serieus moeten nemen. Paus Franciscus zegt vaak: ‘We leven niet in een tijdperk van verandering, maar beleven een verandering van tijdperk’. Een deel van de kerkelijke infrastructuur uit het verleden zal verdwijnen. We moeten ook niet geforceerd blijven vasthouden aan kerkgebouwen en een dienst op zondagochtend, wat ik nu soms zie gebeuren. En we moeten investeren in vernieuwing, zoals de pioniersplekken van de Protestantse Kerk. Mensen zoeken naar betekenis en zingeving, ook als dat gepaard gaat met twijfel. Wij hebben vormen, woorden en rituelen in de aanbieding die mensen in hun zoektocht kunnen ondersteunen.”

Populisme

“We leven in een tijd dat het populisme steeds meer aanhang krijgt. Ik zie dat als een wanhoopskreet waar veel spirituele en morele armoede achter verborgen gaat. Vaak hebben mensen ook alle reden voor die wanhoop. Sommigen zoeken een kerkelijke schuilplaats voor hun onzekerheid in een wereld die volop in verandering is, met name bij meer conservatieve kerken. ‘Kom in mijn schoot, dan ben je veilig’, beloven die stromingen. Maar dat is een valse zekerheid en een vlucht naar het verleden.”

Vredesstichter

Terug naar het boek dat in het voorjaar verschijnt. Hoe kan je als christen een mens van vrede zijn? Het is een thema waar Joris zich al eerder mee bezighield en in 2011 tot een toespraak voor de Wereldraad van Kerken leidde. Nu is de insteek alsof hij met mensen aan de keukentafel zit voor een pastoraal gesprek, met als gidsen Thomas Merton (een Amerikaanse monnik en activist, red.) en Dag Hammerskjöld (voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties en mysticus, red.). Geloven in vrede begint met de ontwapening van religie. “Tussen religie en geweld heeft altijd een intieme band bestaan. Neem de door God gelegitimeerde zondebokmechanismes, die ook in onze tijd voortdurend opduiken. De christenen van de vroege Kerk werden gewantrouwd vanwege hun pacifisme, maar in de loop der eeuwen heeft de Kerk het gebruik van geweld gedoogd en zelfs gesteund, bijvoorbeeld door het concept van de ‘rechtvaardige oorlog’. Hoe verhoudt zich dat tot de oproep van het Evangelie om vredestichters te zijn en het geweld af te zweren? We zullen bereid moeten zijn om onze eigen Godsbeelden los te laten en echt open te staan voor de erkenning van God als de Ander. Dan ontstaat ook ruimte voor de aanvaarding van de anderen om ons heen. Dat is dus eigenlijk een hele monastieke houding. Geloven is groeien in ontvankelijkheid voor de liefde van de Ander.”