Door het donker naar het licht
De komende vier weken vieren we de Advent, onze voorbereiding op Kerstmis. Zoals Maria het kind in haar schoot draagt en vol verwachting uitziet naar wat komen gaat, zo zien wij uit naar nieuw licht, naar hoop en vertrouwen. Juist in de periode waarin de zon het kortst onze dagen verlicht en de duisternis het langst duurt, ontsteken wij elke zondag een kaars meer, totdat de krans rond is en het grote licht in onze wereld verschijnt.
De geboorte van Jezus verlicht de nacht van herders die in het veld de wake houden. Ze roept wijzen uit het oosten naar Bethlehem. Ze brengt ook ons samen, bij elkaar thuis en in de vieringen van de kerk.
We vieren dat in Jezus vervuld wordt wat Maria verwachtte: de komst van Immanuel, God-met-ons. We herkennen in hem de vervulling van Jesaja’s profetieën. Met de beelden van hoop die Jesaja ons voorhoudt, volgen wij Maria in haar verwachting. Met Jesaja als gids reizen we deze Advent door het donker naar het licht.
Een kind als alle andere
Het kind wordt in een stal geboren omdat er voor hem geen plaats is in de wereld. Is dat bijzonder? Nee, helaas is dat pijnlijk vertrouwd. Voor talloos veel kinderen is er geen veilige plek. Voor ontelbaar velen is hun plaats bedreigd, betwist of uitgewist. De situatie van Jezus’ tijd is geen geschiedenis die we achter ons hebben gelaten. Toen en nu zien machthebbers de toekomst als bedreiging voor hun status, die ze met geweld beschermen.
Machthebbers als keizer Augustus die mensen laat tellen om zijn macht te organiseren. En koning Herodes die, als nieuwe farao, kinderen laat vermoorden uit angst voor zijn positie. Ook vandaag wordt strijd om macht en invloed uitgevochten ten koste van kinderen in Oekraïne, in Gaza, in Soedan en op zoveel andere plaatsen.
Tegen dit donker van de machten stelt de profeet Jesaja een krachtig tegenbeeld. Hij keert zich tegen de mechanismes van deze rauwe actualiteit. Hij verbeeldt de hoop op een stad waar het goed is om te wonen.
Een tegendraads verhaal
Advent verwacht de toekomst van een tegendraads verhaal. Ver weg van de centra van macht en invloed zal het kind worden geboren dat de naam ‘Immanuel’ krijgt – ‘God met ons’.
Hoewel het kind uit het geslacht van David komt en koning wordt genoemd, volgt zijn koningschap geen enkele bekende route. Zijn rijk is niet van deze wereld. Hij is niet uit op macht, maar wijst met gezag op de enige aan wie macht toekomt: de Heer God, de bevrijder van Israël. Hij spreekt Hem aan als zijn Vader, en nodigt allen uit om Hem daarin te volgen: ‘Onze Vader’.
In zijn paradijselijke beelden van het komende koninkrijk wekt Jesaja ons verlangen naar het Godsrijk, waar alle strijd is uitgeraasd en de Geest van de Heer op allen rust. Het tegendraadse verhaal van de Schrift geeft moed. We belijden niet alleen God als de oorsprong van ons leven, zijn koningschap is ook onze toekomst, ons doel: ‘Uw wil geschiede, zoals in de hemel, zo ook op de aarde.’
Gericht op Gods toekomst
Tegendraads is ook de gemeenschap die wij als kerk vormen. Niet de politiek, niet de waan van de dag, niet de afgoden van het moment bepalen ons leven, maar onze oorsprong en onze toekomst in God. Jesaja bezingt deze toekomst in een beeld: land dat geen leven voortbracht zal tot bloei komen. Dat schept ruimte voor ons, maar het roept ook spanning op – spanning in onszelf en in onze opstelling in de wereld.
Met het ideaal van Gods koninkrijk en Diens gerechtigheid voor ogen zien we hoe kwetsbaar we als mensen blijven. We hebben gaven ontvangen en verantwoordelijkheid gekregen, maar hoeveel water doen we bij de wijn, die daardoor nauwelijks nog te proeven is? We hopen op de Heer die in aantocht is, maar hoe krijgt die hoop gestalte in onze daden? De vraag dringt zich op: hoever durf je te gaan in je navolging van Christus?
Gods onverbreekbare trouw
Jesaja, de profeet, verkondigt wat de Heer voorheeft met het verbond dat Hij met zijn volk heeft gesloten. Jesaja’s hoopvolle woorden bieden troost aan mensen die dreigen te bezwijken onder ellende. Ze herinneren eraan dat Gods trouw niet wankelt, ook wanneer alles wat vertrouwd is op instorten staat. Gods trouw trotseert machthebbers die vastzitten in hun eigenwaan en heersers die kwetsbare mensen tot slachtoffer maken. Juist omdat God trouw blijft aan wat Hij begonnen is, kunnen wij trouw blijven, zelfs wanneer we tekortschieten of compromissen sluiten.
Het kind van Bethlehem, de zoon van David, is de verpersoonlijking van die hoopvolle woorden, de vervulling van Jesaja’s profetie. Hij brengt licht in de duisternis. Meer nog: Hij is het Licht van de wereld – het eerste woord waarmee God zijn schepping begint en het laatste, definitieve woord. Wie zich aan dat woord toevertrouwt, vindt kracht om het eigen onvermogen te boven te komen, en kan onverwacht weer licht zien en nieuwe toekomst.
Ruimte maken voor Gods toekomst
Deze vier weken van Advent nemen we wat meer ruimte voor gebed en bezinning. We nemen afstand van alle drukte en brengen onszelf te binnen hoe groot het wonder van het leven is dat God ons heeft toevertrouwd. We oefenen ons erin weer kind te durven zijn: verwonderd over alles wat leeft, vertrouwend op Gods leiding. En we maken ruimte voor onze naasten, dichtbij en ver, bekend en onbekend, ingeburgerd of op de vlucht.
Zo ver als de liefde reikt waarin Christus ons voorgaat, zo ver reikt onze opdracht om open te staan voor een wereld waarin geweld wijkt voor liefde en het voor allen goed is om te leven.
Jesaja nodigt ons uit om in ons leven ruimte te maken voor deze toekomst:
Hij zal rechtspreken tussen de volken,
over machtige naties een oordeel vellen.
Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal meer het zwaard trekken tegen een ander volk,
geen mens zal nog de wapens leren hanteren.
Nakomelingen van Jakob, kom mee,
laten wij leven in het licht van de Heer.
Met dit visioen van vrede en gerechtigheid wensen wij u een gezegende opgang naar Kerstmis.
Utrecht – Haarlem, november 2025
Barend Theodoor, aartsbisschop van Utrecht
Dirk Jan, bisschop van Haarlem

