Op zaterdag 16 november vond in de Protestantse Bergkerk te Amersfoort de 98e landelijke synode van de Oud-Katholiek Kerk in Nederland plaats. Jeroen Wolvers schreef een persoonlijk verslag van deze dag.
Door: Jeroen Wolvers
De dag begint, natuurlijk, met een dubbel-pontificale Eucharistieviering, voorgegaan door bisschop Dick met assistentie van aartsbisschop Bernd. Omdat we zoals gezegd te gast zijn in een Protestantse kerk zingen we ter gelegenheid uit het aanwezige Liedboek 2013, waarin we met een beetje geblader toch echt de volledige zangaanwijzingen voor een Markusmis vinden. In de voorbeden staan we stil bij het heengaan van pastoor Nico Schoorl van het bisdom Haarlem, alsook het heengaan van mevrouw Ineke Schenk, die de eerste vrouwelijke preses van de synode was geweest.
Aansluitend aan de Eucharistieviering begeven we ons naar de koffiekamer om iets warms te drinken en zodat de kerkruimte in vergaderopstelling kan worden gebracht.
Agenda
De vergadering vangt aan met het aanstellen van een notulencommissie en het vaststellen van een herziene volgorde van de agenda. De snel uitgedeelde herziene agenda op papier blijkt toch niet even zo handig als de digitale agenda met linkjes naar de bijlagen, maar met een beetje gepuzzel komen we er gelukkig toch uit de zorgvuldig genummerde digitale bijlagen weer met hun nieuwe agendapunten te doen corresponderen.
We gaan in sneltreinvaart, maar met alle nodige aandacht, door de jaarverslagen, jaarrekeningen, heffingssystematiek, en begrotingen, afgewisseld met betrokken debat naar aanleiding van de vragen en verschillende stemmingen en moties.
Toekomstbestendigheid en organisatievormen van de kerk
Na een uitmuntend verzorgde lunch van verse en rijkelijk belegde broodjes zijn de stemmen van verschillende moties en verkiezingen geteld om te worden meegedeeld en vervolgen we met de vraagstukken over herziening van de synodale vormen en visiestukken.
De rode draden van deze bijeenkomst van de synode zijn de toekomstbestendigheid en de organisatievormen van onze kerk. Wie willen we zijn? Wie kunnen we zijn met de riemen die we hebben? Maar ook belangrijk is waar we vandaan komen en waarheen en waartoe we samen, synodaal, onderweg zijn. Dat zijn zeer begeesterde, maar evenzeer ook praktisch organisatorische vragen. Vragen waarin ecclesiologische idealen van theologen op scherpe snijvlakken raken aan de weerbarstige praktijk van alledag.
We vragen ons in beleidsstukken, statuutwijzigingen, en moties waaruit bezielde betrokkenheid blijkt, af hoe de bisschoppen, de geestelijkheid, en de geloofsgemeenschappen, zich niet alleen op de synode maar ook in de dagelijkse praktijk, tot elkaar verhouden. Moeten we wel echt zo zwaar elkaars tegenwicht willen zijn als consensus, het meenemen van de ander, het ideaal is?
Tussendoor spreken we ook nog over communicatie en promotie. We zijn, met een kritisch waarderende blik, toch best trots op onze recent herziene magazines, flyers, websites en nieuwsbrieven. Er worden wensen uitgesproken voor nog meer verdieping, maar zeker ook zorg voor verstaanbaarheid.
Elkaar verstaan
Belangrijk blijkt dan ook, in de afsluiting van deze synode, de kunst om er de tijd voor te nemen elkaar te horen en begrijpen en zo nodig de zaken nog eens helder opnieuw te verwoorden wanneer blijkt dat we elkaar niet helemaal verstaan hebben. Maar zolang we de ander niet uit het oog verliezen en elkaar willen blijven verstaan gaan we er echt wel samen synodaal uitkomen. Kom, net als ondergetekende, ook eens kijken bij de jaarlijkse synode, en zie hoe we samen zoekend de kerk van ons allemaal maken.