“Heer, zegen ons” – Wereldraad 60 jaar

Aartsbisschop Joris vanuit Genève

Heer, zegen ons, dat wij een zegen zouden zijn voor de wereld!

Met deze zin besloten we ons gebed bij de viering van de zestigste verjaardag van de stichting van de Wereldraad van Kerken op zondag 17 februari in Genève.
Het ‘verbond van kerken’ dat de wereldraad is, blijft tot op de dag van vandaag de meest representatieve institutionele expressie  van de oecumenische beweging, aldus Patriarch Bartolomeus. Hij preekte tijdens de gebedsdienst waarmee de zestigste verjaardag werd gevierd.

Genadejaar
We baden verder samen in deze dienst dat de Heer ons zou leren hoe we zijn Genadejaar voor mens en wereld zouden moeten verkondigen.
Dat ‘genadejaar’ kun je niet verkondigen zonder de weg naar verzoening en eenheid te tonen. De verkondiging van het ‘genadejaar’ behoort tot de kern waar het in de kerk om gaat. Daarom gaat de verdeeldheid onder de christenen tegen de natuur van de kerk in.
Er werd hard gewerkt aan die eenheid in de zestig jaar die achter ons liggen. Ook springt vandaag de crisis in de oecumene meer in het oog, ze is zeker ook het gevolg van het succes ervan.

Successen
Op theologisch gebied zijn grote successen geboekt. Wie had het durven te voorspellen dat katholieken en Lutheranen op de drempel van de eenentwintigste eeuw reeds een overeenkomst over de rechtvaardigingsleer zouden bereikt hebben? Wie had de consensus rond doop, eucharistie en ambt zoals die in het Lima-rapport dat 25 jaar geleden reeds het licht zag, durven te voorspellen? En ook op het gebied van de samenwerking in de dienst aan mensen in de knel is er veel vooruitgang geboekt. Denk maar aan de rol die de wereldraad heeft gespeeld bij het protest tegen de apartheid bij voorbeeld. Denk aan de  ‘decade voor gerechtigheid, vrede en behoud van de schepping’.

Ongeduld
Het gevoel van crisis moet dus meer te maken hebben met ons ongeduld dat ondertussen ook groter geworden is. Waarom kunnen kerken bijvoorbeeld niet met elkaar eucharistie vieren? Trouwens vele groepen aan de basis bewijzen dat het wel kan. Waarom maakt de officiële theologie van de kerken dit soort van bewegingen die aan de basis intuïtief worden ingezet, niet mee? Of gaat het om wat anders? Wordt men misschien aan de basis door gebrek aan kennis misleid? Is er van vervlakking sprake?

Machtsvrije ruimte
Het zijn vragen die dringend om antwoord vragen. Eerlijke antwoorden kunnen alleen ontwikkeld worden in een dialoog waarin men elkaar als gelijkwaardig aanvaardt. Het vraagt om een ‘machtsvrije ruimte’. Die ruimte kan de alleen de wereldraad aanbieden. Het vraagt ook om een programma waarin de vragen van de basis eerlijk worden opgenomen. Dat programma kan ook alleen de wereldraad aanbieden. Alleen de wereldraad kan de objectiviteit aan de dag leggen die daartoe nodig is. Het scheppen van een ‘vrije oecumenische ruimte’ en het uitzetten van de weg die moet gegaan worden: daarin zit de leidende rol van de wereldraad. De wereldraad heeft er verstand van. De afgelopen zestig jaar bewijzen het. 

Viering 60 jaar niet spetterend
En toch. De dienst in de Geneefse Sint Pieterskathedraal was niet echt spetterend en de homilie van Zijn Al-Heiligheid, alhoewel niet oninteressant, maar weinig dynamisch, teveel diplomatie, teveel ‘mitsen en maren’. En dan is er de organisatie van de wereldraad zelf die constant bedreigd lijkt te worden door te verregaande bureaucratisering. Het is moeilijk het vuur van de vroege jaren van de twintigste eeuw niet te laten doven. Is er een gebrek aan zuurstof? Misschien wel. En hoe kom je aan zuurstof? Door de ramen te openen. Minder geconcentreerd op de instituties van onze kerken en meer op de Schrift bij voorbeeld, minder op de ingewikkelde organisatie van een wereldwijd gremium en meer op de dynamiek van groepen van christenen die aan de basis de kerk vorm en kracht geven. In religieuze gemeenschappen als die van Taizé en van Bose is die zuurstof ook te vinden.

Concentratie
In allerlei initiatieven van ‘open kerk-zijn’ in de geinstitutionaliseerde kerken stroomt die zuurstof ook de kerken binnen. Dat komt omdat men er de kunst verstaat geconcentreerd te blijven tegelijk op de levenservaring van mensen en op de heilsboodschap, op wat er in de wereld aan de hand is en op hoe de Schrift daar tegenover staat, op het verlangen van mensen en op de viering van de bevrijding die ons geschonken wordt.
Verdeeldheid onder christenen is een valstrik. Het is goed dat de Wereldraad er is, tenminste als ook hij opnieuw meer ‘beweging’ wordt van christenen die, zelf geraakt door de Geest, hun medemensen de vreugde van het evangelie mogen brengen. Dan is er nog meer succes te verwachten op weg naar 75e verjaardag!
Dat we een zegen zouden mogen worden voor onze wereld, dat het jaar van Gods’ genade aanbreken moge!

Bijdrage van Joris Vercammen
Foto WCC/Peter Williams

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 18 februari 2008