Faith and Order vergadert op Kreta III

Dr.Remco Robinson neemt deel aan de vergadering van de Commissie Geloof en Kerkorde (Faith and Order) van de Wereldraad van Kerken in Chania op Kreta. Hij is op Kreta op verzoek van de IBC.
Met enige regelmaat rapporteert hij.

9 oktober 2009

Vandaag was het een intensieve dag met veel sprekers. Het voordeel was dat de sprekers niet zoveel status hadden, zij dus minder spreektijd kregen en men scherpere vragen durfde te stellen. Hieronder volgt een kort overzicht van de toespraken:

De eerste toespraak was van Minna Hietamäki, een evanglisch lutherse theologe uit Finland. Zij stelde vragen bij de het ideaal van de ene Kerk. Als lerares op een middelbare school heeft ze haar leerlingen verteld over de verdeeldheid van de kerken en het ideaal van de ene Kerk, maar zij deelden dit ideaal niet. Zij associeerden het meer met het opgeven van de eigen identiteit en druk van hogerhand. Wat is er tegen verscheidenheid? Hieveel verscheidenheid heeft de ene Kerk nodig?

Het ideaal van de ene kerk heeft diepe wortels, maar men bedoelt niet altijd hetzelfde. Het eenheidsideaal kan opgevat worden als gelijkheid. Maar tegelijkertijd is er een intuïtie geweest van het belang van diversiteit of dynamiek van het christendom. De diversiteit wordt echter vaak als een soort esthetische aardigheid beschouwd, maar de diversiteit is eigenlijk essentieel. Koinonia kan dan opgevat worden als een eenheid met verscheidenheid, analoog aan de Triniteit die uit drie personen bestaat en toch een is. Een ander kenmerk is de assymmetrie. In de koinonia kan iets voor het andere gaan zonder de relatie onderling kapot te maken.

De eenheid in verscheidenheid is niet eenvoudig waar te maken, maar vraagt om het beleven van verschillende relaties tussen en binnen de kerken. Bij die relaties is het noodzakelijk vast te stellen wat wel en niet christelijk is om een onkritische brij te voorkomen. Hiervoor is een bepaalde vorm van beslissing en consensus nodig, een geloofsregel, een manier om autheniticiteit te identificeren.

Om de eenheid te bevorderen is het niet voldoende om uitspraken te doen buiten een bepaalde context. Het is de context die de betekenis van de utspraken bepaalt. Juist in de ontmoeting met de ander en de poging de ander te begrijpen, kun je de ander een plaats geven binnen je eigen opvattingen, ookal is dat niet hetzelfde als de opvatting van die ander. Na een lange periode van ontmoeting is het overnemen van het perspectief van de ander echter wel mogelijk, zij het dan voor een beperkte tijd. In de ontmoeting met de ander is de dichotomie tussen theoretische doctrine en practisch leven niet zinvol, maar in het leven kunnen we de ander ontmoeten, waarbij we met de ander spreken, aan de ander even en van de ander ontvangen.

In de tweede toespraak gaf prof.dr. Maake J. Masango de geschiedenis weer van de eenwording van de presbyteriaanse kerken van Zuid-Afrika. De basis van deze eenwording ligt in de gezamenlijke opleiding van zwarte pastores van verschillende kerken. Missionaire scholen werden belangrijke plaatsen van ethnische interactie. De kwestie van apartheid was een verdere  reden om de krachten te bundelen. Sinds het einde van apartheid hebben de kerken van Zuid-Afrika zelf ook aan onderlinge verzoening moeten werken. De oecumenische methode was evenwel anders. Na apartheid waren globalisering, armoede en HIV de grootste problemen die de kerken gezamenlijk moesten overwinnen. Hierbij was het ontwikkelen van een eigen Afrikaanse opvatting van gemeenschap noodzakelijk.

Hieruit is de ‘Uniting Presbyterian Church in South Africa ontstaan. Dit gebeurde in verschillende fases en nadat verschillende problemen waren opgelost, waaronder de pensioensverdeing onder geestelijken. Het was een ander proces dan binnen de internationale oecumene, maar biedt wel inzicht in een manier van vereniging, waarbij solidariteit blangrijker was dan opvattingen. Belangrijk is dat men nog steeds niet alle presbyteriaanse kerken heeft kunnen verzoenen, wat terugkomt in de naam van de kerk: uniting in plaats van united. Het werk is dus nog niet gedaan.

De derde lezing was van Marianele de la Paz Cot uit Cuba. Zij is pastor van de episcopale kerk van Cuba en ging in op de vraag naar de identiteit van de christelijke gemeenschap. Hierbij ging ze in o het concept van een pelgrimerende kerk en illustreerde ze haar opvatting met de situatie van haar kerk in Cuba.

Het is belangrijk dat de kerk niet bestaat uit gelijk gezinde mensen, maar dat er verschillen zijn en dit juist een verrijking is. De basis is de ontmoeting met Jezus Christus in Woord en sacrament. Juist discussie over tegenstrijdige opvattingen kunnen leiden tot verdieping en verrijking. Christelijke gemeenschapis niet beperkt tot de institutionele kerk. Het gaat juist om de reis die wij als christenen maken. Hierbij moeten we openstaan voor de rijkdom van de Geest ookal bevindt deze zich ook buiten de kerk.  De spreker ging in op verschillende voorbeelden van Cubanen die eigenlijk de inheemse religie aanghingen, maar tegelijkertijd deelnemen aan de kerkdiensten. Het gaat hier om inculturatie die plaatsvindt in een ruimte van interactie, waarbij we van elkaar kunnen leren. Mensen die inheemse religies aanhangen naast de christelijke bieden en krijgen een andere kijk op God en verrijken zo het geloof. Het gaat hier vooral om interactie waar de ontmoetingen inspiratie voor de toekomst kan bieden. Tijdens de disucssie kwam vooral de vraag naar boven of inheemse religie zo maar geaccepteerd kan worden en wanneer inculturatie onkritisch syncritisme wordt.

Maria Ko Ha Fong, een zuster salesiaan van Don Bosco vertelde over de geschiedenis en hoop van de Aziatische kerken. In feite heeft het christendom Aziatische wortels, maar is via de kolonisatie door het westen Azië opnieuw binnen gedrongen. In Azië wil men geloof graag een eigen gezicht geven. Hiervoor wordt zij gesteund door  Vaticanum II, de Federation of Asan Bishops’ Conference. Er kwamen commissies om het Aziatische beleid te bepalen en de Aziatische bisschoppen gaven tegenover de Paus en Curie aan dat zij niet alleen  iets van de kerk te ontvangen kadden, maar oo iets te geven.

In het verleden was interreligieuze dialioog belangrijk, maar door de groei van de kerken groeide de kerken uit tot een Asian Movement for Christian Unity. Maria Ko beschrijft enkele gemeenschppelijke kenmerken van de kerken van Azië, zoals de multi-religieuze context, inculturatie, het getuigenis van leven en spiritualitei, ethische vooruitgang van de mens, armoede ne ongerechtigeid en de positie van vrouwen.

Met betrekking tot ecclesiologie is het begrip Communio belangrijk dat wijst op zowel de liefde binnen de gemeenschap als die tussen pastor en gelovige en buitenwereld. Tenslotte is het belangrijk dat evangelisatie niet alleen om het planten van kerken gaat maar vooral om het koninkrijk van God. De kerk dient missionair te zijn, open voor wat de Geest in haar nidden doet.

De laatste spreker van vandaag was metropoliet Gennadios van Sassima. Hij gaf een uiteenzetting over de orthodoxe ecclesiologie, waarbij de eenheid van de kerk gebaseerd is op het geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk, overeenkomsten in liturgie en een gemeenschappelijk bewustzijn om de theologische traditie van de kerk te bewaren, te voeden en ontwikkelen. Hierbij zijn eenheid en verscheidenheid met elkaar verbonden. De kerk is geen organische of institutionele eenheid, maar ook een mysterie met als oorsprong het paradijs en als manifestatie het koninrkijk Gods. Hierbij hoort de verlossing door Jezus Christus. Hierbij is de eenheid gelijk aan de liefde tussen de Vader, de Zoon en de heilige Geesst. Deze laaste volbrengt uiteindelijk wat de mens niet kan realiseren. De  aard van het instituut kerk is sacramenteel.  De eenheid van de kerk bestaat in het leven dat zij voortbrengt en de eenheid met allen in God. De heiligheid bestaat in die van haar leden. De katholiciteit groeit in de heelheid van geloof en leven in elke gemeenschap en de apostoliciteit gaat terug op Pinksteren, waarop de gehele kerk de heilige Geest ontving. Deze kerk is een heelheid en een deel van de ene ware Kerk. Het is maar een deel van de kerk, omdat de verzoening met alle kerken niet bereikt is. Het is een heelheid, omdat in elke gemeenschap Christus aanwezig is in Zijn volheid.

De metropoliet beschouwt de triniteir als begin van de aard van de kerk, die bestaat in de veelheid die door de liefde van de Geest tot eenheid komt. Naast de trinitaire lijn is er de christologische, waarin theologie en heilseconomie samenkomen. De veelheid in verscheidenheid komt terug in de eucharistie en communie, waarbij men een wordt met elkaar en met Christus. Christenen komen niet samen om elkaar, maar om Christus te ontmoeten, die als sacrament onder hen aanwezig is. Hierbij is Christus degene die samenroept, niet eenmalig, maar de basis ligt in een belangrijk moment, de omslag van de geschiedenis, de verrijzenis met de vele ervaringen van bevrijding erbij. Het samenkomen van mensen is wel belangrijk, maar dit bepaalt niet de authenticiteit van de kerk.

De oproep om de ene Kerk te zijn is dubbel. Als mens word je geroepen  tot heiliging en tegelijk tot  de volledige gemeenschp met de schepper en de mensheid. Het is niet alleen een uitnodiging maar ook een bevestiging van het bestaan van de ene ware Kerk van Christus. Het is dus tegelijkertijd een uitnodiging in God te geloven en de bevestiging dat we allemaal leden zijn van de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk.

Wat is dan de kerk? Een ikoon van dit veelvoudige perspectief op de kerk vinden we in het eucharistische brood dat ook ook persoonlijke, hostorische, theologische, katholieke en antropologische dimensies heeft. Het is een eenheid in verscheidenheid, waarbij er ruimte is voor individualiteit. Het overwinnen van de verdeeldheid in de communio s essentieel, waarbij we met berouw,  nederigheid en onderscheidingsvermogen onze gezamenlijke bronnen moeten onderzoeken. De kerk heeft de taak de werken van de Geest te onderscheiden in de werkelijkheid. Deze werken kunnen de menselijke verdeeldheid overwinnen. Er is al heel veel gebeurd, bijvoorbeeld het convergentiedocument Baptism, Eucharist and Ministry van 1982. Dit biedt hoop, ondanks de voortdurende verdeeldheid van de kerken op een gezamenlijk getuigenis en dienst.

Op het avondprogramma stond een bezoek aan het oude stadscentrum van Chania en ontmoeting.

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 12 oktober 2009