In hartje Utrecht, in de Mariahoek, zetelt de Oude Roomsch-Katholieke Aalmoezenierskamer, kortweg ORKA. Deze kamer is in 1674 opgericht met als doelstelling diegenen te ondersteunen die niet in staat zijn in de eigen behoeften te voorzien. Kort gezegd: armenzorg. Hoewel de tijden veranderd zijn, is er nog steeds een taak weggelegd voor de ORKA. Het college van regenten, bestaande uit vijf leden, komt maandelijks bijeen om aanvragen en praktische en beleidsmatige zaken te bespreken en zo het fonds te besturen.
Het ontstaan
Na de Reformatie (1580) was de armenzorg voor alle armen in de stad Utrecht opgedragen aan de Gereformeerde Diaconie. Jarenlang heeft de katholieke diaconie geprobeerd samen te werken maar de slotsom was dat er geen armenzorg werd geboden aan katholieken. Om hier in te voorzien werd op 1 oktober 1674 een Utrechtse katholieke aalmoezenierskamer opgericht. In 1723 kwam het tot een breuk tussen de kerk van Rome en Utrecht en daarna, in 1746, kwam ook de samenwerking binnen de Utrechtse katholieke diaconie tot een eind. De Oude Roomsch-Katholieke Aalmoezenierskamer, zoals de kamer aan de cleresiekant vanaf toen ging heten, kocht toen het weeshuis aan de Mariahoek en zetelt sinds die tijd daar. Het jaar 1674 blijft het jaar van oprichting en nog altijd viert de ORKA dit op 1 oktober.
De ORKA ondersteunt nu vooral diaconale en zorgprojecten in Utrecht en directe omgeving. Meer informatie over de ORKA is te vinden op de eigen website.
Secretariaat ORKA
Secretaris is mevrouw I.J.D. Wolff-Kinneging. Correspondentie bij voorkeur via het mailadres secretaris@orka-utrecht.nl.
Postadres: Mariahoek 16, 3511 LD Utrecht
Individuele aanvragen door oud-katholieken voor financiële ondersteuning worden behandeld door de stichting Oud-Katholieke Diaconale Ondersteuning (OKDO). Dit is een samenwerkingsverband tussen ORKA en Stg. St. Jansplaats. Deze aanvragen lopen via de pastores en/of de kerkbesturen. Zij dienen dergelijke aanvragen in bij de stichting OKDO.
Informatie ten behoeve van ANBI vindt u hier.
De ORKA is opgenomen in de Utrechtse Fondsenzoeker.