Op 12 mei vertrokken pastoor Henk Schoon (Enkhuizen) en Jaap Zalm vanaf Montignac in de Dordogne per fiets om de tweede helft van de pelgrimstocht van Enkhuizen naar Santiago de Compostela te maken. De eerste helft deden ze twee jaar geleden.
De route liep van Enkhuizen, via Maastricht over de oostelijke Ardennen, Vezelay tot aan Montignac. Bij elkaar is dat ongeveer 3000 kilometer. Van de tweede 1500 zijn er nu 700 gereden. Een impressie werd ons toegezonden.
Zoals hoort bij een pelgrimstocht moet het ook een beetje tegenzitten. Twee jaar geleden was dat de sneeuw en de regen, de kou en de wind, de moeilijkheid om een slaapplaats te vinden. Nu is er vooral de regen, die Spanje blijkt aan te doen, net op het moment dat wij daar zijn. Het zal wel een bedoeling hebben. Veel pelgrims van landen als Nederland, Duitsland, Zwitserland, Australie komen we tegen. Ze zijn al maanden onderweg – te voet! – wat toch echt een prestatie is. Onderweg slapen velen in een refugio, of herberg, die speciaal voor pelgrims eten en een slaapplaats biedt. Maar ik heb het ook wel meegemaakt dat pelgrims werden geweigerd omdat de herberg vol was. Waar ken ik dat van? Meestal slaapt men dan in een kerk, wat geen pretje blijkt te zijn.
Twee jaar geleden wist ik niet waar ik aan begonnen was. Alleen dat er een reisdoel was dat Santiago heet. Na een indrukwekkende dienst in Vezelay, de prachtige kerkgebouwen, zoals die van Eunate in Noord Spanje, de gesprekken met pelgrims, maar ook de confrontatie met je eigen gedachten, die al pedalend je parten beginnen te spelen, ben ik tot de ontdekking gekomen dat het bij dit alles gaat om weer tot leven te wekken wat er in de mens leeft.
De uiterlijke ontberingen lijken hun tegenhanger te hebben in de vriendelijkheid van de moegelopen pelgrims, de bereidheid om het weinige drinkwater met een ander te delen, elkaar moed in te spreken. Anders dan twee jaar geleden, bij de eerste helft van de pelgrimsreis is er in mij nu een grote rust. En ik heb gemerkt dat in me het licht is teruggekeerd van het geloof, dat ik nu sterker ervaar dan twee jaar geleden. In de eerste helft van de reis twee jaar geleden was ik meer bezig om het bestaande leven te overdenken. Ik heb mijn reisdoel dus eigenlijk nu al gevonden. Alles wat nu nog komt is meegenomen.
Toen ik weg ging werd door iemand van de OKKN tegen mij gezegd: leuk om zo te fietsen in de tijd van je baas. Iemand op de pelgrimsreis zei tegen me: pelgrimeren hoort bij je werk. Dat geloof ik ook. Het hoort in het rijtje thuis van retraites en sabbaticals. Het is tijd die de ´baas´ gunt aan zijn ´werknemers´ om – na alles goed geregeld – te hebben de oude weg te gaan van christenen van boetedoening, van revitalisering van het geloof. Een aantal pastoors heeft mij gezegd dat ze ook dit verlangen hebben om dit te doen. Naast het vasten, dat ik drie jaar geleden heb ontdekt als een goede regel van integratie van het geloof in het dagelijkse leven, alleen of met het gezin, zou ik het pelgrimeren aan een ieder willen aanraden, alleen of met een maat, een pelgrimsbroeder of -zuster. Gelukkig heb ik in onze kerk, in het gezin en in mijn vriendenkring veel begrip en aanmoedigingen ontvangen die mij de indruk geven dat er een basis is voor de herinvoering van dit oude christelijke gebruik in onze kerk.
Tot zover mijn berichtgeving uit Burgos, Noord-Spanje. Verder gaat de camino de Santago! Ik verwacht daar met Jaap ongeveer over vijf dagen aan te komen.
Henk Schoon
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 22 mei 2008