‘Verschillende situaties, verschillende behoeftes’. Onder deze titel werden zaterdag 25 september 2010 de resultaten gepresenteerd van een enquête, die in 2009 onder de pastorespartners werd gehouden.
Een twintigtal partners en weduwen van (emeriti-)pastores was die dag in Hilversum bijeengekomen voor de traditionele pastorespartnerdag. De enquête was gedeeltelijk een herhaling van een enquête die in 1992 werd gehouden, waardoor de situatie van pastorespartners van zeventien jaar geleden vergeleken kon worden met die van pastorespartners nu.
De volgende verschillen vallen dan op. In 1992 waren er nog geen mannelijke pastorespartners onder de geënquêteerden, in 2009 drie (10%). In 1992 was de helft van de partners hoogopgeleid (hbo of universiteit), terwijl dat in 2009 gold voor driekwart van de partners, van wie er zes (20%) zelf een theologiestudie hadden gedaan. In 1992 was nog geen 40% van de partners werkzaam in een beroep, terwijl in 2009 80% van de partners een baan had. Driekwart van hen werkte in deeltijd en vijf van de partners (16,6%) waren in 2009 zelf werkzaam in een kerkelijk ambt. De grote vermindering in de deelname van partners aan (vrijwilligers)werk in de Oud-Katholieke Kerk – in de parochies, in groter kerkelijk verband en in de oecumene – hangt hiermee waarschijnlijk samen: van bijna 85% in 1992 naar nog geen 40% in 2009.
Een van de conclusies van het rapport is dan ook, dat de partners nu, meer dan in 1992, in verschillende situaties verkeren en dus ook verschillende behoeftes zullen hebben. Oudere partners – de generatie van de klassieke pastoorsvrouwen – zullen vooral behoefte hebben aan ontmoeting en gezelligheid met elkaar. Sommige jongere partners, die naast hun gezin een drukke eigen baan hebben, zullen die behoefte helemaal niet hebben. Andere jongere partners, die op de een of andere manier in hun vrije tijd met het ambt van hun partner willen meewerken, zullen die behoefte weer wel hebben. Zij zullen soms ook behoefte hebben aan uitwisseling, onderlinge steun en verdieping met andere partners samen, soms ook met de oud-katholieke geestelijken samen, bijvoorbeeld in retraites, zoals die vroeger voor de oud-katholieke ambtsdragers en hun partners georganiseerd werden.
Op de presentatie van de enquêteresultaten volgde een debat over de mogelijke conclusies uit het rapport aan de hand van prikkelende stellingen, waarover vervolgens werd gestemd. Hoewel het aantal partners dat zelden of nooit deelneemt aan pastorespartnerdagen is toegenomen, werd de stelling ‘de pastorespartnerdag moet worden afgeschaft’ door de aanwezige partners toch bijna unaniem verworpen.
Na het middaggebed in de kerk en de lunch werd de dag in de gebruikelijke goede en gezellige sfeer vervolgd met een bezoek aan het Museum Hilversum en een culturele wandeling door Hilversum en besloten met een gezamenlijk etentje.
Lidwien van Buuren
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 29 september 2010