Ontmoeting tussen orthodoxe en oud-katholieke theologiestudenten vraagt om meer!
Op 7 en 8 april vond in het Zwitserse Chambésy bij Genève een seminar plaats tussen theologiestudenten vanuit de orthodoxie en de oud-katholieke kerk. Plaats van handelen was het Orthodoxe Centrum van het Oecumenische Patriarchaat. Orthodoxe studenten komen vanuit een groot deel van de wereld om daar twee jaar te studeren, in de masterfase van hun studie. Op dit moment studeren er jonge mannen en vrouwen uit onder andere Griekenland, Bulgarije, Spanje, Servië, Roemenië en de Oekraïne. Van oud-katholieke zijde waren er bij dit seminar studenten en jonge pastores uit Duitsland, Polen, Oostenrijk, Zwitserland en Nederland aanwezig. Wat het laatstgenoemde groepje betreft: dat werd gevormd door Jutta Eilander-van Maaren, Victor Scheijde-Albers en Erna Peijnenburg.
De contacten tussen de orthodoxie en de oudkatholieke kerk bestaan al lang en hebben in de jaren 1975-1987 geleid tot de totstandkoming van gemeenschappelijke dialoogteksten waarin een verregaande theologische overeenstemming tussen beiden kerken onder woorden is gebracht. De afronding van dit grote project stemde tot vreugde en hoop, maar momenteel moet men eigenlijk constateren dat er de laatste 24 jaar niet veel mee is gebeurd. ‘We bevinden ons in een aanhoudende fase van radeloosheid’ zo verwoordde een van de sprekers het.
Toch wordt het officiële contact nog steeds onderhouden, momenteel niet door een theologische dialoogcommissie, maar door een bescheidener ‘Orthodox-Altkatholische Arbeitsgruppe’. Deze wordt van orthodoxe zijde gevormd door metropoliet dr. Michael Staikos (Wenen), prof. dr. Konstantinos Delikostantis (Athene/Chambésy), prof. dr. Grigorios Larentzakis (Graz) en van oud-katholieke zijde door mgr. dr. Harald Rein (Bern), prof. dr. Urs von Arx (Bern) en dr. Mattijs Ploeger (Haarlem/Utrecht). Van deze Arbeitsgruppe kwam de uitnodiging voor deze ontmoeting van studenten, die als doel had om de jonge generatie theologen en geestelijken in te voeren in deze belangrijke dialoog. Op theologisch gebied zijn de kerken het in grote lijnen eens. Maar op het concrete vlak is er op het gebied van de kennis en ervaring met elkaars kerken en kennis van elkaars kerkgeschiedenis nog veel wederzijdse onbekendheid.
Aan het begin van het seminar klonk een hartelijk welkom aan alle deelnemers uit de mond van de orthodoxe metropoliet Jeremias van Zwitserland, en prof. dr. Angela Berlis namens de theologische faculteit van Bern. Daarna klonken de referaten van prof. Larentzakis, dr. Ploeger, prof. Delikostantis, prof. Von Arx en prof. dr. Job Getcha (Parijs/Chambésy). Na afloop van de referaten konden er vragen gesteld worden en er was ook – kort – ruimte voor het inhoudelijk gesprek met elkaar.
Het was een korte maar krachtige ontmoeting, waarin telkens de taalbarrière moest worden geslecht tussen de orthodoxe studenten die vooral Frans spraken en de oud-katholieke studenten die zich beter in het Duits konden redden.
Voor velen het begin van een kennismaking die vraagt om een vervolg. In elk geval heeft de ‘andere kerk’ voor de deelnemers een gezicht (eigenlijk gezichten!) gekregen. Ook was er de mogelijkheid om iets van elkaars liturgie mee te maken. Het zal er voor de toekomst om gaan dat er wegen gevonden worden om elkaar heel concreet beter te leren kennen.
Erna Peijnenburg
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 19 april 2011