Hedenmiddag overleed te Alkmaar op zevenentachtig jarige leeftijd Teunis Johannes Horstman, bisschop van Haarlem in de periode december 1987 tot oktober 1994.
Teun Horstman werd in 1927 geboren in Utrecht (parochie Sinte Marie) en werd in het eerste oorlogsjaar ingeschreven aan het Oud-Katholiek Seminarie te Amersfoort. In 1950 ontving hij de diakenwijding en het jaar daarop de priesterwijding. In 1953 huwde hij met Lies de Groot en werd werkzaam in het pastoraat.
In de jaren 1953 tot 1961 was hij een welbekende persoonlijkheid in het Groene Hart, waar hij op zijn motorfiets doorheen reed om de parochies Gouda, Schoonhoven en Oudewater te bedienen.
Daarna werd hij geroepen om het pastoraat van de grootste parochie, die van Egmond, op zich te nemen. De kustplaats en de Egmonders lagen hem wel, zijn directheid viel meestal ook wel goed in ‘t Derp. Hij keerde na zijn pastoraat graag terug naar Egmond en vestigde zich daar uiteindelijk ook de laatste jaren van zijn leven en vond daar zijn tweede vrouw Ada de Graaff, waarmee hij in 2012 nog in het huwelijk trad.
Na de Egmondse periode keerde hij terug naar zijn geboorteplaats Utrecht om pastoor te worden van de beide Utrechtse parochies (Sinte Marie en Sinte Gertrudis), waaraan later ook dat van de Jakobus parochie werd toegevoegd. Het waren intensieve jaren van 1976 tot 1986 waarin gewerkt werd aan de totstandkoming van één parochie in Utrecht, de studenten van het seminarie regelmatig aan tafel zaten, het Pausbezoek plaatsvond, Horstman lid werd van het Metropolitaan Kapittel en lid van het Collegiaal Bestuur.
In 1986 maakte hij opnieuw de overstap van het aartsbisdom naar het bisdom Haarlem om zijn laatste jaren vol te maken als pastoor van de parochies Alkmaar, Den Helder en Krommenie. Het liep echter anders, door de toch wat onverwachte keuze tot bisschop van Haarlem op 1 oktober 1987. De bisschopswijding volgde op 12 december 1987 in Egmond aan Zee.
Delicaat was dat hij een zwager was van de toenmalige aartsbisschop Antonius Glazemaker en dat de familiebanden dus wel heel erg nauw werden binnen het episcopaat. Beiden hebben er voor gewaakt dat de familierelatie geen rol heeft gespeeld in het bestuur van de kerk.
In 1993 werd bij bisschop Horstman kanker geconstateerd en dat vormde de aanleiding om zijn bisschopsambt neer te leggen in de loop van 1994. In de brief, waarin hij zijn voornemen bekend maakte, schreef hij echter ook dat zijn wapenspreuk: “nochtans zal ik mij in de Heer verheugen” van dragende betekenis bleef in zijn leven. Zijn kenmerkende gestalte en persoonlijkheid bleef nog twintig jaar in ons midden, jaren waarin hij ook nog regelmatig hand en spandiensten bleef verrichten. Moge de kerk deze dienaar in dankbaarheid gedenken.
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 12 augustus 2014