Onder dat moto ontmoetten een kleine 150 kerkleiders van over heel de wereld en van alle christelijke families elkaar in Tirana, Albanië. Drie dagen lang luisterden ze naar verhalen van christenen die vervolgd worden. In het Midden-Oosten, Afrika, Azië en elders op de wereld hebben christenen te lijden om hun geloof in Jezus Christus en in de bevrijding die hij brengt. Het gebeuren verenigt. Geen enkele confessie blijft immers gespaard: Katholieken, Orthodoxen, protestanten, pinkstergroepen en evangelicale kerken. “De ‘Communio Martyrum’ is het grootste teken van onze gezamenlijk op weg zijn”, schreef Paus Franciscus in zijn groetwoord aan de deelnemers.
Het Global Christian Forum organiseerde deze ontmoeting. Het GCF is een initiatief van de wereldraad, de pauselijke Raad voor de Eenheid, de Wereldalliantie van de Evangelicalen en de wereldkoepel van de Pinkstergemeenten. Het was de eerste keer in de geschiedenis van het moderne christendom dat de hoogste verantwoordelijken van kerkelijke gemeenschappen bij elkaar kwamen om te luisteren naar de verhalen van de vervolgde zusters en broeders om samen van hen te leren.
De bijeenkomst vond plaats in Tirana, Albanië van 2 tot 4 november. Voor Albanië was gekozen omwille van de recente geschiedenis van vervolging van christenen en moslims die dat land na de tweede wereldoorlog geteisterd heeft. In 1967 verklaarden de machthebbers het land tot een ‘atheïstische staat’! Nu spreekt de president van Albanië van een domme en arrogante vergissing als hij het over dat besluit heeft. Sinds 25 jaar zijn kerken en moskeeën er herrezen. Wonderlijk hoe het geloof levendig is als nooit tevoren en de harten van de Albanezen stilaan genezen van de wonden die een vervreemdend regime achtergelaten heeft.
Bezinning
Het is onmogelijk in dit korte bestek een overzicht te geven van alle verhalen noch van de rijke bezinning die zowel in het plenum als in de kleine groepen plaats gevonden heeft. De methodiek van de kleine ontmoetingsgroep waar deelnemers uitgenodigd worden om hun persoonlijk verhaal te doen, staat centraal in de formule van het GCF. Op die wijze wordt gebouwd aan verbondenheid tussen gelovigen die uit zo uiteenlopende christelijke tradities komen. Ook nu was dat het geval. Enkele punten kan ik wel aanstippen.
Ten eerste dat er een gevaar is om het lijden te gaan idealiseren en zelfs te verafgoden. Sommige christenen leggen zoveel nadruk op het kruis dat het lijden op zich de enige weg lijkt om deel te hebben aan het nieuwe leven in Christus. Als lijden echter gezocht wordt, dan heeft het eerder met narcisme dan met dat nieuwe leven te maken. Dat is niet meer of niet minder dan een zeer traditionele christelijke wijsheid.
Ten tweede valt het op hoe vervolgde christenen zelf de nadruk leggen op de noodzaak tot verzoening. Nooit kan wraak het antwoord zijn op de vervolging.
Ten derde is de cruciale reden voor de vervolging altijd dat christenen een alternatief bieden voor een leven dat is gebaseerd op macht en dominantie. Ze komen op voor een samenleving als een broeder- en zusterschap die aan alle burgers een thuis biedt. Daarmee zitten de christenen de machthebbers af en toe echt dwars.
Ten vierde mag het duidelijk zijn dat in vele conflicten godsdienst gebruikt wordt door de machthebbers als een instrument dat ingezet wordt om meer macht te krijgen. Vaak verbergt een ‘godsdienstconflict’ een ander realiteit, zoals armoede bijvoorbeeld of etnische tegenstellingen die ook economische aspecten hebben.
Solidariteit
Met elk verhaal groeide ook de solidariteit. Het is nu zaak aan onze achterban de verhalen door te geven. En met deze verhalen ook de moed en het geloof van deze christenen, die ons daadwerkelijk voorgaan op de weg naar een overgave aan de Geest die ons zal bewegen tot een radicale keuze voor vrede en gerechtigheid.
Het gebed voor elkaar mag een teken zijn van innige verbondenheid met hen die te lijden hebben en zal ons de nodige creativiteit geven die nodig is om heling en verzoening te bewerken. Daarbij zullen we duidelijk opkomen voor de vrijheid van godsdienst als een fundamenteel mensenrecht. Want ook dat was tijdens deze bijeenkomst duidelijk: dat christenen niet alleen aan zichzelf willen denken maar bij hun acties voor meer verdraagzaamheid duidelijk al diegenen die op een of andere wijze onderdrukt worden om hun geloof of overtuiging willen integreren.
Gelukkig zijn christenen zelf zich in de laatste decennia bewust geworden van de intolerantie waarvan ze zelf de oorzaak waren. En nog is er soms sprake van een kwalijke concurrentie tussen traditionele kerken en nieuwe vormen van kerk, die aanleiding geven tot verkettering en uitsluiting over en weer. In de slotverklaring wordt dan ook terecht schuld beleden wat dat punt betreft.
“Als één lid van het lichaam lijdt, dan lijden alle; als één lid zich verheugt, dan zijn alle verheugd”, schrijft de apostel Paulus in zijn brief aan de Korintiërs. Dat is het wat in deze dagen werkelijk te ervaren was en dat is het ook wat de kerkleiders aan hun verschillende achterbannen kunnen doorgeven. In die landen waar christenen vervolgd worden, zal het troost brengen. In onze landen mag het ons stimuleren tot een solidariteit die ons boven onszelf uittilt. Dat laatste zal zo zijn gevolgen hebben voor de wijze waarop wij met de vluchtelingen die bij ons veiligheid zoeken omgaan.
+Joris Vercammen
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 6 november 2015