Prof.dr. Peter-Ben Smit verblijft op de Filippijnen in verband met de Ramento Leeropdracht waarbij docenten van oud-katholieke instellingen les geven aan seminaries van de Iglesia Filipina Independiente. Hier volgt het vierde verslag.
In de economie heet het het ‘Mattheüsprincipe’: wie veel heeft, zal ook meer krijgen, en wie weinig heeft, zal steeds minder hebben. Naar de woorden van Jezus “Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden en wel overvloedig. Maar aan degene die niet heeft, zal zelfs nog ontnomen worden wat hij heeft.” (Mattheüs 25,29) Het is natuurlijk een vreemde uitleg van dit vers, maar het slaat economisch wel de spijker op zijn kop. Succes brengt succes voort en gebrek aan succes leidt tot een neerwaartse spiraal. Dat geldt ook in de Iglesia Filipina Independiente. Een bisdom met weinig parochies, zal weinig priesterstudenten voortbrengen en weinig geld hebben om deze te ondersteunen. Het resultaat: een nog schrijnender tekort aan priesters, slechtere pastorale zorg en kerkelijke krimp. Voor grotere en rijkere bisdommen geldt precies het omgekeerde. Daarom zijn er voor kleinere en armere bisdommen studiebeurzen nodig om deze neerwaartse spiraal te doorbreken. In een eerdere bijdrage noemde ik de student Nestor Nacionales, die als broeder van de Melanesian Brotherhood studeert. Hij is een voorbeeld van een student uit een klein en arm bisdom (het enorme eiland Palawan met één bisschop en zo’n zes priesters), die dankzij een oud-katholieke beurs toch kan studeren. Mensen zoals hij kunnen het tij keren. Dat legde hij me uit toen ik hem vroeg hoe de situatie in zijn bisdom is en wat dit voor zijn situatie als student betekent.
Je kunt je daarbij afvragen: kunnen ze daar zelf niet iets aan doen? Met beurzen aan komen zetten en ieder eigen initiatief in de kiem smoren is weinig zinnig. Gelukkig is het een illusie dat ‘wij’ hier wel even alles voor ‘hen’ daar kunnen regelen. Maar een bijdrage leveren kan wel. Juist omdat de kerk op de Filippijnen dat zelf ook doet. Ik noem drie voorbeelden.
‘Eigen bisdom eerst.‘ Iedereen kent het gegeven: het is veel makkelijker om je ‘eigen’ mensen te ondersteunen dan om ‘vreemde’ mensen bij te staan. Dat geldt ook voor de studenten van het eigen bisdom en die van het ‘andere’. Kortom: regionale solidariteit is een uitdaging. De huidige Obispo Maximo Rhee Timbang probeert de houding ‘eigen bisdom eerst’ tegen te gaan met een programma tegen ‘regionalisme’, maar dat heeft wel tijd nodig.
In de laatste jaren heeft Aglipay Central Theological Seminary wel degelijk een bescheiden fonds voor beurzen kunnen opbouwen door soms flinke donaties van privépersonen, maar ook dat is niet voldoende om alle gaten te kunnen dekken. Niet als je duurzaam wilt werken door beurzen uit fondsrendement en niet fondsvermogen te bekostigen. Dat het fonds er is en dat het groeit, is wel een heel positief gegeven.
Er zijn ook studenten die de nood zien en in het gat willen springen. Zo sprak ik Altres (‘Alberto tres’) Ramento (inderdaad een kleinzoon van de in 2006 vermoorde bisschop met dezelfde naam). Hij is van plan zich na zijn studie voor een ander dan het eigen (rijke) bisdom ter beschikking te stellen. Met een aantal medestudenten. Om te kijken of ze een verschil kunnen maken waar het echt nodig is. Tegen een laag salaris en werken in lastige omstandigheden. En ‘laag’ is dan echt laag: nog geen EUR 60,- per maand. Hij hoopte maar dat parochianen zouden bijspringen met rijst en groente.
Is het dus nog zinnig om priesterstudenten in de Filippijnen te ondersteunen? Ik zou zeggen: ja. Drie (BTh) of vier jaar (MDiv) ondersteuning leidt iemand op die ter plekke het verschil kan maken. Je redt er de wereld niet mee, maar je helpt wel een parochie en een bisdom uit de brand. En zeg nu zelf, een paar jaar lang EUR 1’500 bijdragen valt toch in het niet bij de inzet die zo iemand zelf levert? Of bij de bereidheid van studenten om zichzelf in te zetten waar het het hardste nodig is?
Tekst: Peter-Ben Smit
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 8 september 2018