Tijdens de studiedag van pastores op 20 november 2024 stond het nieuwe Lectionarum centraal, waarin gekozen is om te werken met de NBV21. Pastoor Robert Frede schreef een kort verslag van de discussie die hieraan voorafging en de inhoud van de studiedag.
Sinds de presentatie van de Nieuwe BijbelVertaling (NBV) aan koningin Beatrix in 2004 was er in onze kerk een levendige discussie in de parochies, op de synode en ook bij de priesters of en zo ja wanneer deze nieuwe Bijbelvertaling de vertalingen in ons lectionarium (het ‘groene boekje’) zou moeten vervangen.
In 1993 was bij de uitgave daarvan nog bewust gekozen voor een lichtelijk aangepaste keuze uit de Bijbelvertaling uit 1951 van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) voor het Oude Testament en een opgefriste versie van de eigen oud-katholieke Bijbelvertaling uit 1953 voor het Nieuwe Testament.
Aangezien het ook een hoog emotionele discussie betrof was er in de eerste jaren na 2004 geen brede meerderheid voor een wijziging van de gebruikte vertaling te vinden al werd in een aantal parochies uit de NBV gelezen en in een enkele zelfs met de zogenoemde Naardense vertaling (een andere nieuwe vertaling uit deze periode) geëxperimenteerd.
Nadat in 2021 door het NBG een bewerkte NBV als NBV21 werd gepresenteerd, werd de discussie in onze kerk met klem heropend. Een kleine commissie onder leiding van de pastores Henk Schoon en Koenraad Ouwens, werd door het episcopaat aan het werk gezet om een Lectionarium gebaseerd op onze pericopenindeling voor de zondagen van het C-jaar op basis van NBV21 samen te stellen en dit dan met deskundigen van het NBG nader uit te werken.
Op 20 november werd het eindresultaat op een studiemiddag voor de pastores gepresenteerd. Het geheel werd ingeleid door prof. Matthijs de Jong als hoogleraar Bijbel-Vertaalwetenschappen verbonden aan de VU (en het NBG), die de aanwezigen aan de hand van voorbeelden liet zien waar door de oud-katholieke liturgische behoefte in de vertaling voor het lectionarium veranderingen werden aangebracht.
Hij gaf daarbij een inleiding in de basisprincipes voor de NBV, methodiek en ook bedoeling van soms als “vrije vertaling” beleefde gedeeltes van de Griekse tekst.
Dr. Arco den Heijer van Theologische Universiteit Utrecht leidde de aanwezigen door het Lucasevangelie (en Handelingen) in de NBV21, omdat Lucas de hoofdmoot in de evangelielezingen in het C-jaar vormt.
Matthijs de Jong mocht uit handen van de aartsbisschop het eerste exemplaar van (de proeve van) het Lectionarium voor het C-jaar in ontvangst nemen. ‘Een uitgave die in de bibliotheek van het NBG nog ontbreekt’, in de woorden van de aartsbisschop.
Het is de bedoeling dat op basis van de evaluatie van de ‘proeves’ van de drie lezingenjaren in de parochies en door de pastores, uiteindelijk de ‘proeve’ door een nieuw lectionarium zal worden vervangen.