Victor Scheijde over christelijke meditatie: ‘We beogen een stilte waarin we God ontmoeten’

Hoe kan meditatie van betekenis zijn voor individuen en voor parochies? Marieke Ridder sprak met priester Victor Scheijde-Albers, nationaal coördinator van de Nederlandse stichting van de WCCM, de World Community of Christian Meditation.  

Tekst: Marieke Ridder

Victor Scheijde-Albers is priester van het aartsbisdom Utrecht. Hij is pastoor geweest van Groningen en Hilversum en is momenteel geregeld gastvoorganger in parochies. Hij is, aansluitend bij zijn eerdere opleiding, werkzaam als projectcoördinator vastgoed. Als zodanig is hij verantwoordelijk voor het sociale vastgoed van een woningcorporatie in Gendt, in de Oost-Betuwe. “Het is een technische maar ook een sociale functie. Ik heb regelmatig contact met huurders en denk mee over vragen als leefbaarheid, verduurzaming en andere sociale vraagstukken”. 

Hoe ben jij naast je werk bezig met meditatie, en wat is de WCCM? 
“Als coördinator ben ik het gezicht, het visitekaartje, van de World Community of Christian Meditation in Nederland. Op internationaal vlak hoort Nederland bij Noord-Europa met onder andere Engeland, België, Zweden en Noorwegen. Maandelijks hebben wij een digitale meditatiebijeenkomst.  

De ontstaansgeschiedenis van deze, inmiddels wereldwijde organisatie rond christelijke meditatie, gaat terug op John Main (1926-1982), een benedictijner monnik. Hij was in zijn geloofsleven op zoek naar een diepere connectie met God. In een tijd waarin dat in de kerken niet zo gebruikelijk was, ging hij op zoek naar methodes. In India ontdekte hij de hindoeïstische meditatie. Zijn leraar gaf hem de opdracht: ‘Ga de meditatietechniek die je geleerd hebt, toepassen als de christelijke monnik die je bent’. Zo is hij met kleine meditatiegroepen begonnen. De stichting heeft als doelstelling de eenvoudige vorm van meditatie verder te brengen. Gaandeweg verspreidde de organisatie zich over de landsgrenzen. Na John Mains overlijden in de jaren tachtig, nam Laurence Freeman de taak op zich.  

In Engeland is een spiritueel centrum, en is men ook actief in het onderwijs en in gevangenissen met meditatieprogramma’s. Onderzoek daar wees uit, dat gevangenen die participeren veel minder terugval vertonen in crimineel gedrag.”  

Kun je iets meer vertellen over de methode? 
“De methode is eigenlijk heel simpel. Je gaat in stilte zitten op je stoel, meditatiekrukje of meditatiekussen en je spreekt in jezelf een mantra uit. De WCCM adviseert daarvoor ‘maranatha’ te gebruiken. Omdat het een oud gebedswoord is (het betekent ‘Kom Heer’ in het Aramees van het Nieuwe Testament), maar vooral om de meditatiewaarde. Het woord staat ver genoeg van je af en helpt om in een cadans te komen. De mantra heeft tot doel je bij de les te houden en in de stilte te komen.  

Het is een eenvoudige methode; je hoeft er niet in geschoold te worden. We adviseren bij voorkeur twee keer per dag twintig tot dertig minuten te mediteren. Die tijd heb je nodig om je gedachten tot rust te brengen. Het is nu eenmaal zo dat je afgeleid wordt door je gedachten. Zodra je beseft dat je ‘boodschappenlijstje’ begint te openen, bedenk je: nee, ik was bezig met mediteren – en keer je terug naar je mantra”.  

Zit het christelijke van deze methode uitsluitend in de gekozen mantra? 
“Nee, we beogen een stilte waarin we God ontmoeten. Het gaat om het je overgeven aan God in de stilte, zoals de woestijnvaders ook deden. Het doel is in stilte ruimte te zoeken voor God. Zoals Jezus zegt: ‘Je bent het zelf niet die bidt, het is de heilige Geest die door jou bidt.’  Dat proberen we te bereiken. We geloven dat God ons eigen gebed, dat beladen is met emoties en gedachten en wensen, al kent. Onze taak is dat we in de nabijheid van God treden en zijn liefde ervaren. De bijeenkomsten worden vaak ingeleid met een gebed en besloten met een Onze Vader. En er wordt ook regelmatig een tekst gelezen uit de Benedictijnse traditie, uit de teksten van John Main, of uit de Bijbel. Daarover wordt soms onderling gesproken. Maar de kern is de meditatie zelf”.  

Lijkt deze meditatievorm door het voortdurende herhalen op het Jezusgebed?  
“Daar lijkt het zeker op, ook het Jezusgebed (‘Heer Jezus Christus, ontferm U over mij’) kun je een mantra noemen. Verschil is, dat wij de techniek van het stilzitten sterk benadrukken. Als je daarin vordert, kan de mantra van je meditatie je ook verder begeleiden, je dagelijkse leven in, net als het Jezusgebed”.  

Hoe sta je tegenover andere vormen van Christelijke meditatie, zoals lectio divina en de Ignatiaanse mediatie? 
“We hebben sinds een paar jaar een band met Vacare (een platform van christelijke vormen van meditatie wil bevorderen), waarin men zich onder andere met lectio divina bezig houdt, en met het centrum voor Ignatiaanse spiritualiteit in Nederland. Maar het zijn totaal andere methoden. Bij die methoden ben je sterker met je intellect bezig, met het verstaan van de tekst en het integreren van een tekst van je leven. Bij de Ignatiaanse methode stel je je bijvoorbeeld voor dat je in de nabijheid van Jezus bent wanner je over een Bijbelverhaal mediteert. Daar gaat het ons niet om. Natuurlijk sluit het een het ander niet uit, en het een is niet beter dan het andere. Het gaat erom waar jij je prettig bij voelt. Als WCCM willen wij ons concentreren op onze vorm van meditatie.

Overigens: de jezuïeten zijn momenteel aan het onderzoeken hoe zij meer contemplatie in hun gebed kunnen vinden, en kijken daarom geïnteresseerd naar onze methode. En ook wij kijken naar wat ons verrijken kan. Wij hebben jaarlijks een retraite waarin we driemaal daags mediteren, en vragen dan een iemand die ons vanuit een andere traditie kan prikkelen. Vorig jaar was dat Jos Moons, en ik merkte dat het bezig zijn met Ignatiaanse meditatie mij impulsen gaf voor mijn eigen meditatiepraktijk. Ik leerde er makkelijker door los te laten. Het vasthouden aan de mantra kan een worsteling worden, bijna te zwaar, en het bezig zijn met de ignatiaanse praktijk leerde me dat dat niet erg is. Dat het soms gewoon zo is, en dat het belangrijk is het weer opnieuw te proberen. Dat was ontspannend en verrijkend”.  

Wat levert mediteren op? 
‘Opleveren’ vind ik altijd erg materieel gedacht. Wel merk ik, dat juist als je zonder intentie erin gaat, dus zonder dat je iets wilt bereiken, je aan de heilige Geest ruimte geeft. Mensen worden, overigens ook bij andere vormen van aandachtsmeditatie, vaak milder over zichzelf en de wereld. Je gaat anders kijken naar dingen op je levenspad. Het kan heel druk zijn op je werk, je kunt met veel zitten, maar door te mediteren ontstaat er weer ruimte in jezelf en kun je er anders naar kijken. Juist wanneer je het drukst bent, moet je doorzetten, om veel meer ruimte te vinden in je hele leven. Men zegt wel: ‘Mediteer elke dag twintig minuten, en ben je heel erg druk, mediteer dan een uur’”.  

Hoe wordt deze methode binnen de Oud-Katholieke Kerk ontvangen? 
“In Groningen begon ik zelf een groep, in Den Haag is een groep actief en ook in Delft en Leiden. Er doen redelijk wat oud-katholieken mee aan meditatie, maar de groepen zijn vaak oecumenisch van samenstelling. Oud-katholieken zijn gemiddeld toch vaker op de zondagse liturgie gericht. De organisatie stelt veel vertrouwen in groepsleiders, ook als je net begint. Laurence Freeman zei eens: ‘Ik ben al veertig jaar bezig met deze methode, en ik mag me oprecht een beginner noemen’. Dat vind ik geruststellend. We doen het niet om professional te worden en ons op de borst te kloppen omdat we zo goed mediteren. Elke keer is het nieuw, ook door de teksten die je eromheen leest. Zo’n tekst helpt om een rustiger geest te krijgen. Het is als een voorportaal van de meditatie, een eerste stap om in te keren.”  

Kunnen we meditatie of stilte meer integreren in de liturgie? 
“Ik heb zelf graag momenten van rust en stilte in de viering.  Er hoeft geen orgelmuziek te klinken als je van de katheder naar de preekstoel loopt, en stil gebed zou langer mogen duren dan vaak het geval is. De Westerse katholieke traditie is daar uiterst geschikt voor. We hebben een abdij die spiritueel centrum is van de WCCM, in Bonnevaux.

Daar is een geloofsgemeenschap, bestaande uit mensen die er tijdelijk of permanent wonen. Vergelijk het met Chemin Neuf of Nieuw Sion. We hebben er een groter aanbod zodat mensen er op retraite kunnen. De benedictijnen en kapitaalkrachtige leden hebben dit mogelijk gemaakt. Hier maakte ik een meditatieve eucharistieviering mee, met na de preek twintig minuten stilte. De overgang van woord naar tafel werd op deze manier door meditatie ingeleid. Ik beleefde daardoor de eucharistie heel intens. Met zoveel mensen in de stilte zitten geeft een heel bijzondere energie. Dat lijkt inderdaad wel wat op Taizé, waarmee wij trouwens ook contacten hebben.  

Ik heb met Sicco Claus, parochiaan in Den Haag die een proefschrift schreef over John Main, al eens gesproken over het plan een keer een meditatieve eucharistieviering te organiseren. De protestanten binnen de katholiek-oecumenische WCCM hebben minder met een eucharistieviering maar vinden deze indrukwekkend als zij in Bonneveaux zijn. We zouden dat in een oud-katholieke parochie vorm kunnen geven, omdat onze kerk openstaat voor oecumene. Misschien wel in Den Haag, waar we een grote meditatiegroep hebben?” 

Wat wil je tot slot graag delen over de WCCM? 
“Wat ik geweldig aan de WCCM vind, is dat het een beweging is die zich ziet als een toevoeging aan de kerk, in plaats van als een vervanging. In een wereld die steeds drukker en voller wordt zijn mensen steeds meer op zoek naar spiritualiteit. Als we onze meditatie vergelijken met het populaire mindfulness, ook een vorm van aandachtsmeditatie, valt op dat je bij ons geen dure opleiding hoeft te volgen of hoeft te betalen voor de meditaties. Het mooie vind ik dat mensen gewoon bij iemand in de woonkamer mediteren, of in een zaaltje dat om niet ter beschikking wordt gesteld door een kerkelijke gemeente. Je mag een vrije gift geven voor de koffie, maar je betaalt niet voor de inleider en je betaalt geen contributie. We zien het als een gave, een gave van God. Spiritualiteit en rust moeten om niets gegeven kunnen worden.”