Hemelvaart: Christus is niet weg, maar leeft bij God

Op donderdag 29 mei vieren we Hemelvaart, precies veertig dagen na Pasen. Het is een dag die soms wat ongrijpbaar lijkt. Wat vieren we eigenlijk als we zeggen dat Jezus is ‘opgevaren naar de hemel’? Toch is Hemelvaart een belangrijk moment in het grote feest van de Paastijd. Het is geen afscheid, maar een feest van hoop en van nieuwe nabijheid.

Van Pasen tot Pinksteren: één groot verhaal

De vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren vormen in de kerk een aaneengeschakelde feesttijd. De Paaskaars brandt, het ‘Halleluja’ klinkt vaker dan ooit, en de zondagen worden niet geteld ‘na Pasen’, maar ‘van Pasen’: als één grote viering van de verrijzenis van Christus.

Binnen die vijftig dagen markeert Hemelvaart een belangrijk moment: het einde van de verschijningen van de verrezen Heer. Volgens de Handelingen van de Apostelen verscheen Jezus gedurende veertig dagen na zijn opstanding aan zijn leerlingen. Op de veertigste dag wordt Hij opgenomen in de hemel.

Geen aardse terugkeer, maar verhoging

Het is een misverstand te denken dat Jezus simpelweg met zijn aardse lichaam ‘wegvloog’ naar de hemel. De geloofstraditie verstaat de verrijzenis als zijn verheerlijking: Jezus leeft voort bij God, niet in aardse vorm, maar in hemelse werkelijkheid.

Gedurende veertig dagen konden de leerlingen die nieuwe werkelijkheid ervaren in zijn verschijningen. Daarna houdt dat op. Niet omdat Jezus weg is, maar omdat zijn nabijheid vanaf dan op een andere manier gestalte krijgt.

Intronisatie van Christus als Heer

Hemelvaart is ook de dag waarop we vieren dat Jezus is opgenomen in de heerlijkheid van de Vader en als Koning en Heer wordt geëerd. Dat klinkt in de geloofsbelijdenis:

“Hij is opgeklommen ten hemel en zit aan de rechterhand van de Vader.”

Het is een koninklijk feest. We zingen Psalm 47: “God voer omhoog onder gejubel, de Heer, bij geschal van bazuinen.” De hemelvaart van Christus is zijn intronisatie: hij neemt zijn plaats in als levende Heer, niet los van ons, maar in verbondenheid met zijn kerk.

De prefatie van Hemelvaart

In de eucharistie van Hemelvaart klinkt een bijzondere prefatie: een lofgebed dat de priester uitspreekt aan het begin van het eucharistisch gebed. Deze tekst verwoordt de betekenis van het feest en leidt ons in dankzegging binnen in het hart van de liturgie. De prefatie van Hemelvaart luidt bijvoorbeeld:

“Hij is opgestegen boven alle hemelen,
opdat Hij voor ons als Middelaar bij U zou pleiten
en ons zou doen delen in zijn heerlijkheid.”

Op die manier horen we in de liturgie zelf waarom Hemelvaart geen moment van afscheid is, maar een viering van Jezus’ blijvende nabijheid en koninklijke heerschappij.

Blijvende nabijheid

Hemelvaart bevestigt: Christus is met ons. Dat is niet beperkt tot één plaats of tijd. Hij is altijd aanwezig door de kracht van de heilige Geest. Tien dagen later vieren we die gave met Pinksteren. Maar vandaag, op Hemelvaart, mogen we al weten: de verrezen Christus leeft, bij God én bij ons.