Bijbel en Bijbelinterpretatie in de oud-katholieke traditie

De oud-katholieke traditie gaat er graag prat op dat de Bijbel er een belangrijke rol in speelt. In de liturgie is dit zeker zo, er komen veel Bijbelteksten in voor en in de theologische opleiding krijgt Bijbeluitleg ook veel aandacht. De vraag die daarbij opkomt, is wat dit inhoudt, zowel theologisch als ook praktisch. In deze bijdrage gaat het vooral om het eerste en dus niet om de vraag hoe de Bijbel in het leven van gelovigen een rol speelt of in het leven van gemeentes buiten de liturgie. Ook is het perspectief meer op het heden dan op het verleden gericht, hoewel er een lange en interessante geschiedenis van oud-katholiek Bijbelvertalen en Bijbeluitleg is.

Door: Peter-Ben Smit

De Bijbel in de oud-katholieke theologie

Wie in de liturgie naar de lezing uit het Evangelie luistert, hoort na afloop één van de twee afsluitende zinnen die het missaal voorziet: ‘Zo spreekt de Heer’ of ‘Hier eindigt de lezing van het heilig evangelie.’ Zeker de eerste hiervan roept vragen op: hoe onmiddellijk is dat wat je hoort inderdaad de stem van de Heer? En bovendien: als daarna nog een preek volgt, wat is daar dan de zin van als de Heer zelf al gesproken heeft?

De Bijbel: getuigenis van Gods openbaring

In de oud-katholieke traditie wordt de Bijbel en het spreken van de Heer daarin vaak verwoord met het begrip getuigenis en via de gedachte dat de Bijbel ook steeds weer Gods levende woord moet worden. Het begrip getuigenis slaat erop dat de Bijbel getuigenis aflegt, in menselijke vorm, van Gods openbaring, van God die zichzelf laat zien en zich aan mensen mededeelt. Gods Woord, zoals dat mens werd in Jezus Christus, is de kern van die openbaring en als getuigenis van dat Woord is de Bijbel zelf ook Gods Woord.

Tegelijkertijd is het zo dat dit getuigenis, met al zijn historische, culturele en literaire kenmerken, ook steeds weer Gods levende woord moet worden, in die zin dat het opnieuw vertaald en vertolkt moet worden, in dienst genomen door Gods Geest, om zo Gods openbaring ook voor nu een levende werkelijkheid te laten worden. Dit alles heeft natuurlijk een doel en staat niet op zichzelf: Gods openbaring, Gods laten zien van zichzelf, ten voeten uit in Jezus Christus, is gericht op het helen van de wereld met het oog op een gemeenschap waarin alles en iedereen tot zijn recht komt.

Hulpmiddelen: een goede vertaling en Bijbelstudie

De meer concrete vraag naar hulpmiddelen is hiervan afhankelijk. Zo helpt het gebruik van een goede, verstaanbare Bijbelvertaling. De net in de liturgie ingevoerde NBV21 is hier een voorbeeld van; de keuze hiervoor is belangrijk, ook omdat andere Bijbelvertalingen niet bedoeld zijn voor de liturgie of er in ieder geval niet geschikt voor zijn (zoals de Naardense Bijbel, hoe mooi die ook is voor eigen studie). En dit geldt ook voor een heldere, goed gestructureerde en aansprekende preek, iets waar voorgangers ook voortdurend aan moeten werken als ze inderdaad de rol van de Bijbel in de oud-katholieke traditie op waarde willen schatten. Van belang is ook de regelmatige Bijbelstudie thuis of in groepsverband, het laatste zou eigenlijk een vanzelfsprekendheid moeten zijn, zeker in grotere gemeentes.

Bijbeluitleg – maar hoe dan?

De houtskoolschets van de omgang met de Bijbel in de oud-katholieke theologie en praktijk hierboven roept natuurlijk de vraag op ‘maar hoe dan?’ Het antwoord daarop is divers, niet alleen in de praktijk maar ook in de theologische theorie. De praktijk laat zien dat oud-katholieke theologen heel verschillende voorkeuren hebben als het om Bijbelinterpretatie gaat, variërend van meer psychologisch, via meer taalkundig of ook patristisch, tot historisch en literair, en nog meer.

Diversiteit van benaderingen in omgang met de Bijbel

Zo’n diversiteit van benaderingen helpt om allerlei lagen in de tekst bloot te leggen, zoals dat ook in de Bijbelwetenschap onderstreept wordt. Dat is meer dan een wetenschappelijk kunstje: vaak gaat het er bij de ontwikkeling van methodes of invalshoeken om om zowel teksten als mensen die ze lezen of beluisteren nog meer recht te doen.

Natuurlijk heeft iedere methode zijn mogelijkheden en onmogelijkheden: een sterk literaire benadering zal de kracht van verhalen op de voorgrond kunnen plaatsen, maar minder snel recht kunnen doen aan historische gegevens. Een psychologiserende benadering zal helpen om je te verplaatsen in personages en in de vraag hoe die tot gelovigen nu spreken, maar literaire aspecten minder kunnen benadrukken, bijvoorbeeld.

Perspectieven op Bijbelverhalen

Naast zulke methodes zijn er ook allerlei perspectieven mogelijk. Binnen een literaire benadering kan je nog altijd meer nadruk leggen op sociale gerechtigheid, theologische aspecten (inzicht in Jezus en God), de uitdagingen van navolging, en nog veel meer. Dat geldt ook voor andere methodes. Wel is het altijd van belang dat een preek natuurlijk iets heel anders is dan een exegetische lezing, zelfs wanneer er exegetische gegevens in voorkomen.

Pinksteren als model

Wat zo’n benadering van Bijbeluitleg inhoudt, laat het komende Pinksterfeest eigenlijk op een goede manier zien, net zoals het verdere verhaal van de Handelingen van de Apostelen dat eigenlijk als één lange uitwerking van het effect van de uitstorting van de Geest is.

Het verhaal in Handelingen 2,1-11 heeft zijn wonderlijke kanten, zowel voor lezers van toen als van nu. Tegelijkertijd legt het verhaal zelf ook de nadruk op de inhoud van het wonderlijke. De uitstorting van de Geest met het ‘wekenfeest’ plaatst de verkondiging van het evangelie die erop volgt nadrukkelijk in het bredere verband van de traditie van Godsvolk: ‘Pinksteren’ (‘Shavuot’) is namelijk het feest waarop de gave van de Wet op de Sinaï gevierd wordt, samen met de eerstelingen van de oogst die God aangeboden worden. Deze verankering van het nieuwe in het oude is op zichzelf van belang, terwijl de Geest via het ‘spreken in tongen’ ervoor zorgt dat de inhoud van de Wet letterlijk opnieuw tot mensen spreekt. De gave van de Wet en de Geest hangen zo samen als openbaring en als hertolking van de openbaring, te vergelijken met de Bijbel als getuigenis van Gods openbaring die opnieuw tot openbaring wordt.

Doel van Gods openbaring: samenbrengen van mensen

Ook hier is het duidelijk dat wat zojuist geschetst is een doel dient, namelijk het samenbrengen van mensen in een gemeenschap. Het verstaanbare spreken en vertolken van Gods goede nieuws waar de Geest de leerlingen toe in staat stelt, is zo, terecht, ook wel als een tegenhanger van het verhaal over de toren van Babel gelezen (Genesis 11,1-9), waar taal juist verdeeldheid zaait. Dit wijst, op zijn beurt, weer op nog een andere laag van het verhaal: de uitstorting van de Geest houdt de vernieuwing van de schepping in door oude verdeeldheid te boven te komen. Weer teruggrijpend op het oude, in dit geval de woorden van de profeet Joël (zie de eerste lezing van het feest, uit Joël 2,28-32), wijst het verhaal erop dat met het uitstorten van de Geest Gods nieuwe wereld aanbreekt en die is gekenmerkt door verzoening, tussen God en mensen, tussen mensen onderling en tussen mens en schepping – precies dat wat Jezus verkondigd en belichaamd heeft. Hij wordt elders ook de ‘eersteling’ van de verrijzenis genoemd (1 Kor. 15,20.23) waar ook de echo van het ‘wekenfeest’ in doorklinkt.

De vele manieren van spreken, je zou ze in analogie tot verschillende vormen van Bijbelinterpretatie en verkondiging anno nu kunnen zien, hebben zo een gemeenschappelijk doel en ze zijn voor dit doel van gemeenschap ook nodig: iedereen moet immers op de ene of andere wijze aangesproken worden, wat ook de verschillende vormen van Bijbeluitleg beogen die recht proberen te doen aan mensen in hun verscheidenheid. Wat dat inhoudt, werkt de Handelingen van de Apostelen vervolgens uit aan de hand van een aantal thema’s in de loop van het verhaal. Zo komt de omgang met mensen uit verschillende culturen ter sprake, de rol die bezit wel of niet zo moeten spelen, gender speelt zeker ook een rol, en nog veel meer, wat ook nodig is voor een verhaal dat wil beschrijven hoe niet alleen een nieuwe gemeenschap maar een nieuwe schepping vorm krijgt in de vroege gemeente. Dit raakt aan de verschillende thematische invalshoeken die in de eenentwintigste eeuw in de verkondiging voorkomen.

Slot

Bijbeluitleg staat in de oud-katholieke traditie zo in het bredere verband van de vertolking van Gods openbaring en die staat weer ten dienste van het doel ervan: mensen samenbrengen in een gemeenschap waarin mensen tot hun recht komen. De omgang met de Bijbel in liturgie, prediking, catechese, Bijbelstudie en verder, staat dan ook ten dienste van hetzelfde, of het nu gericht is op inzicht in God, inzicht in de wereld, of inzicht in jezelf. Steeds gaat het erom geraakt te worden door God zelf die mens en wereld door Gods Geest omvormt tot een nieuwe schepping.