Priester Leen Wijker (67 jaar, geboren te IJmuiden) heeft afscheid genomen van de parochies Den Haag en Schiedam, waar hij sinds 2014 pastoor was. En het laatste jaar vanaf september is hij nog deservitor geweest van de parochie Delft. Reden voor zijn collega Henk Schoon om hem in zijn nieuwe woning aan de Juffrouw Idastraat te Den Haag op te zoeken voor een interview.
Je familie is kerkelijk. Geldt andersom ook, dat de kerk voor jou is als een familie?
In IJmuiden waren mijn familieleden lid van de parochie. Maar de parochie is groter, daar gaat het om een gemeenschap. Ik kom uit een heel betrokken, gelovig gezin. Mijn broer is priester, mijn oom was priester. Mijn vader zat er niet op te wachten dat ik ook priester zou worden. Hij vond het wel genoeg als er één priester was. En in eerst instantie wilde ik ook niet theologie studeren, maar geneeskunde. Maar ik heb er absoluut geen spijt van. Ondanks dat het niet altijd de meest eenvoudige taken waren heb ik 37 jaar aan het priesterschap veel plezier beleefd. En de kerk, die blijft altijd een familie van mij. Daarom ben ik blij dat ik dicht bij de kerk woon.
Je bent gewijd op 3 december 1988. De tekst bij jouw wijding was de roeping van Samuel (1 Sam.3,1-20). Hoe ging de roeping bij jou?
Teun Horstman heeft toen hij studentenpastor was in Utrecht wel eens gezegd: roeping groeit. Over de lezing van 1 Samuel 3 hoor ik nog in gedachten Antonius Jan Glazemaker preken over “Nu was in die dagen het woord van de Heer schaars. En nog was de lamp Gods niet uitgegaan.” Samuel kende God nog niet zo goed. Dus hij gaat naar Eli, de hogepriester. Die zou het moeten weten. Maar zelfs hij krijgt pas bij de derde keer in de gaten wie Samuel heeft geroepen. Dat is humor. En ook heel mooi. Dat God zich laat kennen in het verborgene.
Ik heb ervaren dat God veel dichter bij ons is dan we denken. Maar we zien het niet. Een ander moet jou laten zien wat er al is. Vandaar het woord dat klinkt bij de doop ‘Effata’, wórd geopend. Je hebt de ander nodig om geopend te worden. Door de pelgrimage die ik heb gedaan (waarover verder in het interview meer, hs) zijn mijn ogen opengegaan. Ben ik herboren. Mijn zintuigen zijn schoon gespoeld.
Toen Samuel door had dat het de Heer was die hem riep, zei hij: “Spreek, uw dienaar luistert.” In welk opzicht is deze luisterende houding essentieel geweest voor jouw dienst in het priesterambt en welke ervaringen horen daarbij?
Pastoors praten altijd heel veel. Maar op huisbezoek hoor je en luister je. Want in het verhaal dat op je afkomt, ontmoet je God. Je hebt de ander nodig om de Ander te ervaren. Dat kun je alleen maar door te luisteren, door stil te zijn, door te reflecteren.
Ik heb bij mijn afscheid een bijzonder parochieblad gekregen. En daar was ik echt ontroerd over. Ik dacht: gaat dit over mij? Ik las daarin wat je voor mensen betekend hebt. Dat had ik zelf niet in de gaten.
Waarom zijn het geven van catechese en kringwerk voor jou belangrijk?
Naast het voorgaan in de eucharistie, en het bezoeken van mensen, vind ik in het vormselwerk het geloofsgesprek heel wezenlijk: waar hebben we het nu over, waar gaat het nu over? Ik heb een geloofscursus gegeven. Wat er dan gebeurt met zo’n groep is prachtig. Je weet daardoor dat je op die momenten met inhoud bezig bent.
En wat maakt dat je enthousiast wordt over activiteiten waarmee een parochie naar buiten treedt?
Het is kostbaar wat we allemaal hebben. Dat moet je ook naar buiten toe verkondigen, op een goede manier. Vandaag heet dat missionair zijn. Niet om zieltjes te winnen, maar om in gesprek te komen over vragen zoals: wat zoek je nou en wat kan je hier vinden, en wat kan je hier verwachten? Daardoor komt er misschien een besef dat geloof gelijk staat aan vreugde, bevrijding, hoop, perspectief. En dat heeft de wereld nodig. Daarom is missionair zijn zo belangrijk.
In Hilversum maakte ik een kennismakingsronde. En dan vroeg ik: wat verwacht u nou van mij als pastoor? En toen zei iemand – en dat is zo indrukwekkend – dat jij ons brengt naar grazige weiden. Schitterend, hè? Met andere woorden: neem ons mee daar waar het goed is. Dat is denk ik wat je als pastoor wilt: mensen daar brengen waar het goed is, daar waar gemeenschap is.
Je hebt in 2010 de pelgrimstocht gemaakt naar Santiago, en over de ervaringen het boek Gaandeweg geschreven. Heb je zulke ervaringen nu ook nog?
In mijn pelgrimage ben ik letterlijk stilgezet. Ik heb ervaren: er gebeuren dingen waarvan je denkt: dit kan niet waar zijn. Dat heeft gezorgd dat ik sindsdien anders in het leven sta. Ik werd The Flying Dutchman genoemd. Ik ging heel snel. En ik wilde dingen vóór zijn. Ik weet nu: dat kun je vergeten. Het wordt je uit handen geslagen. Toen ik geconfronteerd werd met hartproblemen dacht ik dat ik doodging. Dat wilde ik nog niet. Maar ik heb gelukkig de ervaring van mijn pelgrimage onderweg te zijn naar het onbekende. Ik ben onderweg naar wat ik noem ‘het hemels Jeruzalem’, naar ‘bij de Heer zijn’, totdat ik mijn ogen sluit en mijn laatste adem uitblaas.
De confrontatie met het ouder worden doet mij beseffen hoe dierbaar de contacten met mensen om mij heen zijn. En hoe belangrijk het is dat je geniet van de dag en van wat je mag doen. En dingen doet waar je voorheen niet aan toe kwam, zoals een cursus Duits. De balans moet ik nog vinden. Omdat ik geen partner heb doe ik zulke activiteiten alleen. Maar dat weerhoudt me niet om stappen te zetten. Ik lees graag. Momenteel lees ik het boek van Jan Hallebeek In Dienst van de kerk. Het Oud-Katholiek Seminarie 1725-2025.
Hoe zie jij de toekomst voor jezelf? Blijf jij ook na jouw emeritaat de jonge Samuel die zegt: Hier ben ik. Spreek Heer, uw dienaar luistert?
Ik hoop de jonge Samuel te blijven. Niet dat je blasé wordt, van ‘ach, dat heb ik al meegemaakt. Ach, dat weet ik al.’ Want dat is het mooie van de jonge Samuel: die moet alles ontdekken. Die instelling hoop ik ook te houden. Kijk, wat ik belangrijk vind is het thema mystiek van de volgende serie lezingen van Denken in de Driehoek in Utrecht. Ik heb een cursus mystiek gegeven en heb toen ervaren dat mystiek een thema is dat enorm speelt bij mensen. Want mystiek gaat ook over verwondering. Van belang voor velen is de vraag: kunnen we ons nog verwonderen? Dat hoop ik van ganser harte. Want dat vind ik heel belangrijk. Openstaan voor wat er om je heen gebeurt. Want dat is eigenlijk verwondering. Het openstaan is wat Samuel namelijk deed. Sta je er open voor dat je geroepen wordt. Dat hoop ik vol te houden.
Wat zou je de mensen in de kerk en daarbuiten willen meegeven als boodschap voor de toekomst?
Vertrouwen hebben dat God met je meetrekt, al denk je soms dat Hij afwezig is. Vertrouwen hebben in de wetenschap dat Hij juist in het verborgene met je meetrekt. En weten dat je er niet alleen voor staat, maar dat we samen met elkaar op weg gaan en dat we met elkaar kunnen delen.
Leen Wijker bij zijn afscheid:




