Eén jaar kerkasiel Kampen: ‘Een getuigenis van verzet en hoop’

Deze week (op 21 november) biedt het kerkcentrum Open Hof in Kampen al een jaar verblijf aan het gezin Babayants, omdat uitzetting naar Oezbekistan dreigde. Landelijk is er vanuit verschillende kerkgenootschappen en denominaties grote betrokkenheid op dit kerkasiel, dat zich richt op alle in ons land ‘gewortelde’ kinderen die dreigen te worden uitgezet. Ook vanuit de Oud-Katholieke Kerk zijn verschillende mensen betrokken door voor te gaan in, of deel te nemen aan de doorlopende vieringen. Eén van hen, Lydia Janssen, deelt hoe zij hierbij betrokken raakte en waarom ze het ervaart als een ‘getuigenis van verzet én hoop’.

Door: Lydia Janssen

Tien voor vier in de nacht, een kerk in een buitenwijk van Kampen. Er brandt een beetje licht, er wordt gezongen en gebeden. We sluiten aan en nemen het licht over van het groepje dat van twaalf tot vier de dienst gaande houdt. ‘Licht van Christus en een gezegende dienst’. ‘Goede reis naar huis’. Zo gaat dat al een jaar – 8760 uren – lang.

Via een lekenvoorganger in de vrijzinnige protestantse gemeente in mijn woonplaats, raak ik betrokken bij het kerkasiel. Hij zoekt als het kerkasiel begint contact met de kerk in Kampen en hoort dat er relatief weinig mensen beschikbaar zijn om de dienst gaande te houden in de tweede helft van de nacht. Daarop besluit hij om zichzelf tweemaal per maand van 04.00 uur tot 08.00 uur in te roosteren. In het kerkblad (dat ik via mijn man lees), nodigt hij geïnteresseerden uit om met hem mee te gaan.

Beetje kaal

De eerste keer dat ik meega lezen we uit Het verhaal gaat, hervertelling van Bijbelverhalen door Nico ter Linden. Interessant, maar ik vind het een beetje ‘kaal’. Voorzichtig vraag ik of we volgende keren  met een nachtgebed kunnen openen en met een ochtendgebed kunnen afsluiten. Dit type gebeden blijkt onbekend maar welkom. Het wordt gewaardeerd als ik daarvoor telkens de liturgiewijzers maak. Al na enige nachten ontstaat er tussen ons Amersfoortse groepje een ‘klik’ met een vrijwilligster van de kerk in Kampen die tweemaal per week (!) in de nacht gastvrouw is. Zij voegt zich bij ons groepje en we gaan graag in op haar aanbod om ons tijdens onze wake te oefenen in ‘lectio divina’, een meditatieve wijze van Bijbellezen.  

Bij de les

Zo ontstaat er geleidelijk een soort ‘orde van dienst’ voor onze wake: we beginnen met een getijdendienst, lezen uit Het verhaal gaat, luisteren soms naar een gedicht, oefenen ons in lectio divina, luisteren naar muziek en sluiten weer af met een getijdendienst. Tussendoor klinken er  berichten uit de krant of van betrouwbare websites over het leven van vluchtelingen ver weg en  dichtbij. Schrijnende verhalen uit landen als Soedan en Gaza en ervaringen over het eindeloze  wachten in een AZC hier in Nederland. Deze verhalen houden ons bij de les en kleuren onze gebeden en ons spreken en mediteren over Bijbelteksten.

Ernstig en veelkleurig

Waar ik vooral van onder de indruk ben in Kampen, is de veelkleurige en tegelijk ernstige wijze waarop er invulling wordt gegeven aan het kerkasiel. Er zijn Taizé vieringen, woord- en gebedsdiensten, Bijbelgesprekken, zangdiensten, meditatieve vieringen, klassieke zondagse diensten, er worden Bijbelcommentaren van bekende theologen gelezen en soms wordt er naar een film gekeken met een religieus thema. Indrukwekkend is ook de trouwe inzet van de vele gemeenteleden van de kerk in Kampen. Ze zeiden ‘ja’ vorig jaar en houden dat ‘ja’ vol. Ze maakten een website zodat je makkelijk kunt intekenen voor een dienst, ze hebben een groepsapp voor voorgangers om snel vervanging te kunnen regelen als er plotseling een voorganger uitvalt, er zijn heel veel gastvrouwen en -heren en het belangrijkste: ze zijn opgewekt, hartelijk en gastvrij. Iedereen die mee wil doen aan het kerkasiel, is welkom en mag deelnemen op eigen wijze.

Wat me ook raakt, is de verantwoordelijkheid die (vooral) PKN-gemeenten uit het hele land – van de Waddeneilanden tot Terneuzen en van Rotterdam tot Enschede – voelen om het kerkasiel mee te dragen door telkens opnieuw weer in te tekenen voor een of meer tijdsblokken. 

Verontwaardiging

Wat drijft me om tweemaal per maand de wekker op 02.30 uur te zetten en mee te rijden naar Kampen? Dat is vooral verontwaardiging over de politieke onwil om iets te doen aan de tergend lange asielprocedures, waarvan ik me afvraag of de procedures bewust lang worden gehouden in de hoop  mensen af te schrikken om in ons land asiel te vragen. Ik ken vluchtelingen die al meer dan twee jaar (!) wachten op een eerste gesprek met de IND. Dat eindeloos wachten in overvolle opvangcentra met nauwelijks privacy beschadigt mensen en richt bij toch al beschadigde mensen extra schade aan. ‘Het wachten maakt al mijn dromen kapot’, vat een asielzoeker samen. Bovendien werkt een lange procedure averechts: er is meer en duurdere opvangcapaciteit nodig, integratie wordt uitgesteld en verloopt soms moeizamer.

Gewortelde kinderen

Eens te meer geldt dit voor gewortelde kinderen. Daarmee bedoelen we kinderen en jongeren die al vele jaren in ons land verblijven, onze taal spreken, onderwijs volgen en thuis zijn in ons land. Als deze kinderen aan het einde van een procedure van vijf jaar of langer te horen krijgen dat ze terug moeten naar hun ‘eigen’ land, betekent dit veelal dat ze naar een voor hen onbekend land worden uitgezet. Dat is voor gewortelde kinderen zo schadelijk voor hun ontwikkeling, dat de kerk in Kampen voor hen de klok luidt, samen met alle organisaties die zich inzetten voor kinderen. 

Burgerlijk ongehoorzaam

Moet je je als burger niet neerleggen bij rechterlijke uitspraken die worden gedaan op basis van democratisch tot stand gekomen wetten? Die vraag krijg ik (als jurist) regelmatig. Ja, natuurlijk, is mijn antwoord. Toch kunnen zich situaties voordoen waarin je als burger in geweten meent dat je in strijd met overheidsbeleid moet handelen. Je bent dan burgerlijk ongehoorzaam omdat een bepaalde regel van het overheidsbeleid naar jouw overtuiging de grenzen van medemenselijkheid overschrijdt.

Is de situatie van gewortelde kinderen die dreigen te worden uitgezet voldoende reden om burgerlijk ongehoorzaam te zijn? Dat is een gewetenskwestie en daarmee ieders persoonlijke afweging van botsende waarden. Bij het kerkasiel kom ik, alles afwegend, tot een ‘ja’. Belangrijk daarbij is voor mij o.a. dat het kerkasiel geweldloos is, in alle openheid gebeurt en dat er, ook al zijn er geen controles, werkelijk voortdurend een kerkdienst gaande wordt gehouden. Bovendien dienen we met het kerkasiel niet het individuele belang van het gezin dat beschermd wordt tegen uitzetting, maar behartigen we de belangen van de paar honderd gewortelde kinderen in ons land voor wie uitzetting dreigt. 

Profetisch getuigenis

Is het gepast om burgerlijk ongehoorzaam te zijn door een kerkdienst te houden? Ofschoon ik aarzelingen daarover begrijp, ervaar ik deze voortdurende dienst zelf als een passend middel: een kwetsbare en tegelijk indrukwekkende getuigenis van verzet én hoop. Waar kun je beter dan in de kerk in Kampen als profetisch getuigenis psalm 10 bidden: “U doet recht aan wezen en verdrukten. Geen mens kan hen nog uit het land verjagen.”

Lydia Janssen is parochiaan en lector in Amersfoort en lid van het Collegiaal Bestuur.