De opening van het academisch jaar van het Oud-Katholiek Seminarie (“Seminariedag”) kende een reeks hoogtepunten. In de Haarlemse kathedrale kerk, waar Martien Parmentier zelf ooit pastoor was, werd hem, aan het begin van de middag, zoals u ook elders op deze website kunt lezen, de Blaise Pascalprijs uitgereikt. Met zijn vele publicaties en grote staat van dienst op het gebied van de geschiedenis van de vroege kerk en het (lokale) oudkatholicisme, de theologie van de charismatische vernieuwing, en de oecumenische theologie, geldt dit voor Parmentier zonder meer. Dat zijn aandacht daarbij altijd verder ging dan de boekenkast of de schrijftafel bleek uit een ruime opkomst, waaronder een delegatie van de Syrische gemeenschap in Nederland, waarvoor Parmentier zich zeer inzette en waarmee hij verbonden is. In zijn dankwoord, waarin hij ook zijn erkentelijkheid aan de jury voor de wetenschappelijke prijzen van het Oud-Katholiek Seminarie en het seminarie zelf benadrukte, liet Parmentier merken dat zijn wetenschappelijke nieuwsgierigheid nog volop aanwezig is.
Deze prijsuitreiking vond plaats na de opening van de dag door de voorzitter van het curatorium van de St. Oud-Katholiek Seminarie, Klaas Jan Visser. Hij vestigde hierbij de aandacht op het nummer van de Oud-Katholiek over de seminarieopleiding (zie: http://www.okkn.nl/pagina/3245/de_oud-katholiek_-_digitaal) en de recente oprichting van een vriendenkring voor het Seminarie, waarvan iedereen lid kan worden. Aansluitend gaf rector Mattijs Ploeger een overzicht van het afgelopen jaar door. Hij kon onder meer vermelden dat maar liefste zes studenten het vorige jaar afstudeerden, een aantal dat zijn weerga niet kent in de recentere seminariegeschiedenis.
Wietse van der Velde, docent kerkgeschiedenis aan het Oud-Katholiek Seminarie, verzorgde daarop een uitvoerig openingscollege, over de geschiedenis van de familie Wittert, die als voorbeeld kan worden gezien voor de belangrijke rol die (gefortuneerde en goed netwerkende) leken speelden in de geschiedenis van de Oud-Katholieke Kerk.
Zoals ieder jaar was er ook ruimte voor een student om haar of zijn perspectief op het Seminarie te delen. Dit jaar sprak Loes Berkhout in deze rol, die haar ervaringen als geestelijk verzorger deelde en benadrukte dat het van belang is dat oud-katholieke geestelijke verzorgers ook grondig geschoold worden in de oud-katholieke theologie.
Dat werkstukken, met name scripties, geschreven in het kader van de opleiding aan het oud-katholiek seminarie ook voor een bredere kring relevant kunnen zijn bleek uit het laatste programmapunt: een boekpresentatie, waarbij pastoor Erna Peijnenburg haar publicatie over de geschiedenis van het Haarlems kapittel, oorspronkelijk een scriptie, heel oecumenisch zowel aan een rooms-katholieke geestelijke, plebaan Hein Jan van Ogtrop, als ook aan (de oud-katholieke) deken Harald Münch kon overhandigen.
In hetzelfde kader presenteerde Prof. Peter-Ben Smit de gepubliceerde versie van zijn openingscollege uit 2014, getiteld Traditie als missie, aan de bisschoppen Joris Vercammen (Utrecht) en Dick Schoon (Haarlem). Beide publicaties verschenen in de publicatieserie van het Oud-Katholiek Seminarie, onder eindredactie van Lidwien van Buuren. Ze zijn in de webshop verkrijgbaar (zie: http://www.okkn.nl/pagina/1348/seminariereeks).
Muzikale intermezzi van het Lassus Consort, onder leiding van Enrico Riuggieri, zorgden voor een goede overgang tussen de verschillende onderdelen van de seminariedag die gesloten werd door voorzitter Klaas Jan Visser en eindigde met een receptie in de ruimtes van de kathedrale kerk.
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 23 september 2015