De Geest van de Heer rust op mij
want hij heeft mij gezalfd…
…om een genadejaar van de Heer uit te roepen!
(Jesaja 61: 1-2)
Het evangelie van Lucas vertelt ons dat Jezus deze woorden van de profeet Jesaja in de mond neemt in de synagoge van Nazareth. Het markeert het begin van Jezus’ verkondiging. De scène volgt onmiddellijk na zijn verblijf in de woestijn. Dat verblijf is de grote confrontatie met het kwaad, dat ook in Jezus’ leven vaste voet aan de grond probeert te krijgen. Bezitsdrang, machtsdrang, geldingsdrang zijn maar enkele namen voor de veelkoppige draak van het kwaad, die zoveel verwoesting aanricht. Jezus wordt ermee geconfronteerd en is in staande gebleven. Hoe dit mogelijk was? De boodschap van het evangelie is duidelijk: niet zozeer door eigen kracht, maar door de kracht van Gods Geest op wie Jezus vertrouwt en waarvan Jezus zich doordringen laat.
Zo begint de groet, die de bisschoppen uitgaven aan het begin van de Veertigdagentijd. Zie hier de volledige tekst.
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, Aswoensdag 2013