Impressies vanuit Porto Alegre – 3
Deze negende assemblee van de wereldraad zou een assemblee van de jongeren worden! Zo was het door algemeen secretaris Kobia in elk geval bedoeld. Hij deed enkele maanden geleden nog een oproep om toch zoveel mogelijk jongeren naar de assemblee te sturen. Het is niet helemaal gelukt want het aantal jongeren onder de afgevaardigden is niet echt groter dan voorheen. Daar staat echter tegenover dat de assemblee zelf ook veel kleiner geworden is.
Er was daarom nogal wat te doen over de jeugd vandaag. Op deze tweede dag van de assemblee krijgen traditiegetrouw zowel de voorzitter als de algemeen secretaris de gelegenheid uitvoerig hun visie op de toekomst van Wereldraad en Oecumene uiteen te zetten. Beiden hadden het uitvoerig over het belang voor de oecumenische beweging om jongeren erbij te betrekken. Het gaat om de erfenis die te mooi is om niet doorgegeven te worden. Volgens voorzitter Aram hebben jongeren een bijzondere rol te spelen in de opbouw van de kerk en in de oecumenische beweging. Voor hem moeten jongeren tot het hart van de kerken toegelaten worden. Jongeren moeten van volgelingen tot leiders worden, niet zij moeten van ons leren, maar wij moeten van hun dynamisme en creativiteit leren.
Merkwaardige uitspraken zijn dat. Het lijkt wel neer te komen op een schuldbelijdenis over het feit dat we onze kerken te gesloten houden, te zeer gericht op wat nu eenmaal de gewoonte is en te zeer afgestemd op de gelovigen die ze gewoonlijk bezoeken. Men kijkt dan natuurlijk met een oog naar de Pinkstergemeenten die blijkbaar wel jongeren aan zich kunnen binden en wordt daardoor toch een beetje uit het evenwicht gebracht. En dat kan gezond zijn. Wellicht is dat toch een stuk van het probleem van de gevestigde kerken dat alles er zo vast ligt. Dat gaat van de besluitvormingsprocedures over de orde in de gemeentezaal tot aan de vormgeving van de liturgie. Het ligt allemaal vast omdat we het zo nu eenmaal gewoon zijn. Dat biedt comfort en daarom horen we niet echt wat bijvoorbeeld jongeren ervan vinden. End at geldt ook voor de oecumene. “Jongeren hebben minder en minder geduld met onze verdeeldheid”, stelt Kobia. Jongeren houden ervan om nieuwe wegen te gaan. Blijkbaar zijn wij geblokkeerd en daarom is het hoog tijd om ons door die frisse creativiteit van jongeren te laten leiden! En Aram voegt er aan toe: “Jongeren roepen op tot een meer open kerk, een meer relevante theologie, een geloofwaardiger oecumene, een samenleving zonder uitsluiting.”
We zouden het inderdaad eens moeten durven aan jongeren te vragen hoe ze de kerk zien en dan tenminste enkele punten uit hun visie concreet ook gaan uitvoeren. Of hen te vragen wat ze van de theologie verwachten, met andere woorden: waarover zou theologie volgens ook moeten gaan? En hoe zouden zij de samenwerking tussen kerken zien? En een samenleving waar men meer meetelt dan totnogtoe het geval is? En dan niet vergeten op elk van deze vlakken een of twee dingen te kiezen waarvoor men zich als parochie gaat inzetten…Het zou inderdaad kunnen zijn dat er meer gaat veranderen dan we tot nu toe voor mogelijk hebben gehouden. We hebben vaak de indruk dat jongeren geen boodschap hebben aan de kerk, maar stellen we ons ook voldoende de vraag of de kerk wel een boodschap aan de jongeren heeft?
Aram had het nog over de dromen die hij voor de oecumene koestert. Een gemeenschappelijke datum voor Pasen voor alle christenen bijvoorbeeld of een gemeenschappelijk concilie voor alle christenen waar ze zich zouden buigen over hun missie om de wereld menselijker te maken. Het moet toch niet zo moeilijk zijn. Fundamentele bezwaren zijn er op geen van beide punten en toch verandert er zo weinig…En ook het niet samen eucharistie kunnen vieren omdat het niet eens is over het wat en hoe van het sacrament. Hoe begrijpelijk misschien ook, dat soort van theologisch conflict houdt de dynamiek wel tegen. Wie kan er nu enthousiast worden voor wat mensen scheidt? Je wordt toch alleen maar begeesterd door wat mensen werkelijk goed doet?
Samuel Kobia vergelijkt de oecumene met la festa da vida. Onder de enthousiaste zon van Porto Alegre kan je je daar iets bij voorstellen. Het feest van het leven, daar gaat het om! God zelf is de gastheer van dat feest en nodigt er alle mensen op uit. Daarover gaat oecumene! Samen met jongeren van ons leven en van onze kerk een feest maken? Zo hebben we er nog niet vaak tegenaan gekeken. Toch?
Joris Vercammen