Geduld

Impressies vanuit Porto Alegre – 9

“Wat ik in de Wereldraad geleerd heb? Vooral geduld!” En geduld heeft ze: Marion Best, de Canadese ‘vice-moderator’ van het centraal comite en in die hoedanigheid leider van een aantal debatten van de assemblee. Ze doet het doortastend en respectvol en dat is best een kunst in een vergadering met meer dan zevenhonderd participanten. “Je weet dat je nooit alles kan krijgen wat je vraagt…als je dan met de huidige stand van zaken vrede kan hebben, wil je dan je oranje kaart opsteken, dan kunnen we verder naar het volgende onderwerp”. Oranje kaarten gaan de lucht in maar hier en daar ook een blauwe. Marion opnieuw: “ Ik zie daar nog enkele blauwe kaarten, willen die mensen naar een microfoon gaan zodat ze toelichting kunnen geven?” Op die wijze vordert de vergadering langzaam door het aan het orde zijnde stuk want Marion probeert ieder de aandacht te geven die men verdient. Het geeft rust aan de vergadering en daarom ook erg efficiënt. Aan het einde van de sessie vraagt Marion nog eenmaal om stilte en na enkele ogenblikken bidt ze met enkele eenvoudige zinnen de bijeenkomst naar haar einde. Het is dan ook erg stil in de zaal met meer dan duizend aanwezigen.

Geduld dus. Zo ook vandaag wanneer de slotverklaring die aan het eind van de assemblee zal gepubliceerd worden in tweede lezing aan de orde kwam. Wendy, een jonge theologiestudent en per toeval ook uit Canada, is de voorzitter van de groep die deze verklaring opstelt. Omdat wij in hetzelfde hotel verblijven en bovendien ook nog deel uitmaken van dezelfde bijbelgroep heb ik Wendy ondertussen een beetje beter leren kennen. Ze is protestant en loopt momenteel een stage op Cuba. Kwestie van het blikveld te verruimen. Van deze verklaring maakt Wendy een punt van eer. Ze heeft de laatste drie dagen niet veel anders gedaan dan woorden gewikt en gewogen, hele en halve zinnen opgeschreven en daarna weer geschrapt, uitdrukkingen op hun theologische inhoud onderzocht, enzovoort. Ik kan al verklappen dat de groep die verantwoordelijk is voor de verklaring ervoor gekozen heeft een en ander in de vorm van een lang gebed te gieten. Eigenlijk een soort van voorbeden waarin alles waarmee we deze assemblee zijn bezig geweest ongeveer opgenomen is. Alhoewel niet echt origineel (14 jaar geleden koos men voor de slotverklaring van Camberra ook al die vorm), toch creatief gevonden. De assemblee die de medechristenen tot bidden aanzet! Terecht, want de wijsheid van geloof aanvangt bij de overtuiging dat je het allemaal niet zelf in handen hebt. De eenheid van de kerken vangt daarom daar aan waar ze in gebed verbonden willen zijn met elkaar. Je weet wel: de ‘global prayer’.

Maar…om met over de driehonderd kerken het eens te worden over de tekst van een gebed! Ik wist niet dat bidden zo ingewikkeld was. En waarschijnlijk is het dat ook niet, maar wat mensen er allemaal bij bedenken is het wel. ‘Niet alleen maar het over God hebben, maar hem ook noemen: Vader, Zoon en Heilige Geest’ (terechte opmerking) ‘Als er over het misbruiken van water en lucht en land wordt gesproken, moet dat ook over de levende wezens, mensen en dieren, gebeuren!” (een beetje ver gezocht) ‘Het woord ontkennen moet er uit want je kan de verlossing niet ontkennen, die is er gewoon” (te begrijpen in de context van degene die de opmerking geeft, maar verder niet zo terzake) En zo gaat het maar door. En Wendy en haar groep verzamelen geduldig alle opmerkingen en zullen ze vanavond verwerken. Zoals ze dat ook reeds met de opmerkingen bij de eerste lezing – overigens met succes – hadden gedaan.

"Als u redelijk tevreden bent met deze tekst, kunt u dan de oranje kaarten opsteken?”, vraagt Marion. Vier vijfde van de gedelegeerden steekt de oranje kaart op: het komt vast goed met die tekst! Wendy blijft er bevlogen aan verder schaven. Ze leert in deze dagen meer over oecumene dan in een heel collegejaar aan de universiteit.

Naar aanleiding van de tekst van wat een gezamenlijk gebed moet worden, vindt eigenlijk een soort van geloofsgesprek plaats tussen christenen met heel andere achtergronden. De tekst daagt hen uit om het eigen geloof te verwoorden en naast de verwoording van een ander te leggen. Misschien is het wel de enige wijze om een degelijke basis voor de oecumene te leggen. Natuurlijk moet men samen betrokken zijn op wat zich onder mensen aan goed en kwaad afspeelt, maar evenzeer moet men “de gelovige ondertitels” die men daarbij aanbrengt ook met uitwisselen. Ik bedoel hoe men een en ander vanuit het eigen geloof beleeft, dat moet men met elkaar uitwisselen. Sommigen zeggen dat de Wereldraad zich meer op spiritualiteit en theologie moet richten om christenen bij elkaar te brengen. Ik denk het ook. Maar het vraagt wel geduld. Marion heeft het alvast geleerd: zonder geduld geen oecumene! Nu wij nog.

Joris Vercammen

Voorgaande berichten zijn nog te vinden in het weblog Assemblee.