Een oud-katholiek fenomeen, de pastoorsvrouw, sterft langzaam maar zeker uit. Toen het celibaat werd opgeheven vroeg in de twintigste eeuw moest de kerk wennen aan een gehuwde pastoor. De pastoorsvrouw had echter al snel het pleit gewonnen: vaak op de achtergrond, zorgde zij dat het in de pastorie op rolletjes liep, was ook benaderbaar voor parochianen, die niet meteen met hun sores naar de pastoor wilden lopen en deed achter de schermen van alles om het dienstwerk van haar man mogelijk te maken.
Met de emancipatie van de laatste decennia is de klassieke pastoorsvrouw nagenoeg verdwenen. Vele partners van pastores zijn zelf geheel of parttime werkzaam en de parochies krijgen tegenwoordig niet meer met hun pastoor ook een pastoorsvrouw gratis.
Wat gebleven is, is de jaarlijks ontmoetingsdag van de partners, morgen is het weer zover en wel in Utrecht. Het gevarieerde programma biedt ook alle gelegenheid om bij te praten en oude verhalen nog eens op te halen. En dat tegenwoordig met vrouwen èn mannen.
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 6 oktober 2006