De Filippijnen lijden niet alleen onder een golf van geweld en onderdrukking van de mensenrechten, het eilandenrijk ligt bovendien in het gebied waar tyfonen voorkomen.
Noodtoestand
Als gevolg van een verwoestende tyfoon heeft de Filippijnse president Gloria Macapagal Arroyo zondag de noodtoestand uitgeroepen.
Het Rode Kruis liet zondag weten dat het vreest dat sinds donderdag meer dan duizend mensen om het leven zijn gekomen bij overstromingen en lawines van modder en puin die op tal van plaatsen dood en verderf zaaiden in de nasleep van de tyfoon Durian. Het precieze aantal slachtoffers zal door de verwoestende werking van modder- en waterstromen waarschijnlijk nooit bekend worden.
Rampgebied
De meeste schade en slachtoffers zijn in het kustgebied aan de Filippijnse Zee in het uiterste zuidoosten van het belangrijkste eiland Luzon. Daar is ook de hoofdstad Manilla, ongeveer 370 kilometer ten noordwesten van het rampgebied.
Reddingswerkers zijn nog steeds op zoek naar overlevenden en zijn bezig met het bergen van de lijken. Op verschillende plaatsen liggen lijken op straat die in staat van ontbinding verkeren. Om de uitbraak van ziektes te voorkomen, worden massagraven ingericht voor de doden.
Modderlawines
Als gevolg van zware regenval ontstonden donderdag overstromingen en modderlawines. Vooral de regio Bicol werd geteisterd door de tyfoon Durian. De meeste doden vielen rond de vulkaan Mayon, waar een aantal dorpen werden bedolven door modder en rotsen die van de hellingen naar beneden kwamen.
Bijna 30.000 mensen zijn dakloos geworden. Veel dorpen en gehuchten werden van de buitenwereld afgesloten doordat telefoonverbindingen en bruggen zijn vernield. Veel wegen zijn onbegaanbaar geworden.
IFI
Vanuit de zusterkerk, de Onafhankelijke Filippijnse Kerk, zijn nog geen berichten
gekomen over slachtoffers en schade aan kerken en andere gebouwen.
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 4 november 2006