‘Is ontwikkelingshulp achterhaald?’ was de centrale vraagstelling van de Oikocredit Debattour, waarvan het slotdebat donderdag 10 december, tijdens de dag van de mensenrechten, plaatsvond. Er werd stevig gedebatteerd door Jan Pronk, Joris Voorhoeve en andere prominenten over geven én over lenen in de vorm van microkrediet.
Het slotdebat was het elfde debat van de tour die in heel Nederland plaatsvond om mensen aan het denken te zetten over deze onderwerpen.
Tijdens dit laatste debat kwam de winnaar van de reis naar een microkredietproject in Uganda uit de strijd: De 23-jarige studente economie Sanne Blauw overtuigde de jury ervan dat zij zich vol enthousiasme in zal zetten om Oikocredit en microkrediet voor een breder publiek bekend te maken.
Kritiek
Kritiek op ontwikkelingshulp is de trend. Journalist Theo Ruyter noemde de recente Tegenlichtuitzending over ontwikkelingssamenwerking zelfs een doorbraak: ‘Voor het eerst werd namelijk prime time op de Nederlandse televisie de vraag gesteld: En wat als we de hulp stoppen? Die vraag was tot voor kort ondenkbaar.’ Veel critici, waaronder Wiet Janssen die recent veel aandacht kreeg in verband met zijn promotie, betwijfelen de effectiviteit van de hulp. Na 60 jaar ontwikkelingshulp is er nog steeds veel armoede.
Joris Voorhoeve (voorzitter Raad van Toezicht Oxfam Novib) ging op de kritiek in door te stellen dat Wiet Janssen een redeneerfout maakte: Afschaffen van de hulp is volgens Voorhoeve net zoiets als bijvoorbeeld zeggen: ‘Dokter Jansen moet wel een slechte dokter zijn, want zijn wachtkamer zit vol zieke mensen.’ Voorhoeve gaf aan dat je goed moet kijken naar de oorzaken van de problemen en de beste middelen moet zoeken om die op te lossen.
Hulp niet achterhaald
Jan Pronk (hoogleraar bij het ISS; International Institute of Social Studies) gaf een uiteenzetting over de oorzaken en gaf ook meteen zijn oplossingsrichting aan. ‘Armoede is het gevolg van het kapitalistische systeem dat mensen eronder houdt. Er is heel veel slechte ontwikkelingshulp. Dat betekent niet dat er geen financiering nodig is voor activiteiten gericht op armoedebestrijding; ter correctie van macht en markt. Het gaat om internationale samenwerking waarbij we gezamenlijk de klimaatverslechtering en het vredesvraagstuk aanpakken. Dus ontwikkelingshulp is niet achterhaald, maar het moet op een andere manier vorm krijgen, zonder dat we daar zelf veel mee verdienen.’ Voorhoeve pleit voor meer aandacht voor geboortebeperking en de rol van vrouwen, terwijl Dirk Elsen (directeur SNV; Nederlandse Ontwikkelingsorganisatie) mogelijkheden ziet tot samenwerking met het bedrijfsleven.
Geven én lenen
Microfinanciering is – naast hulp – een belangrijk middel is om armoede te bestrijden. Het is geen kwestie van lenen of geven, maar van allebei. Pronk: ‘Je zult moeten betalen om de grote vraagstukken op te lossen. Dat kun je niet financieren uit leningen.’ De tijd van hulp is dus niet voorbij.
Kritisch inzicht kwam uit de hoek van Oikocredit, een van de grootste particuliere financiers van de microkredietsector ter wereld. Ben Simmes (adjunct-directeur): ‘Door microkrediet hebben arme mensen toegang gekregen tot financiële dienstverlening. Microkrediet is nodig om te kunnen overleven, om moeilijke periodes te overbruggen en ook om mensen die een onderneming willen starten de kans geven dat te doen. Maar microfinanciering is in de laatste tien jaar een hype geworden. Ontwikkelingsorganisaties, banken en zelfdoeners gingen met microkrediet aan de slag. De kracht van microkrediet is dat het vraaggestuurd werkt, maar we zien nu ook dat het aanbodgestuurd wordt. Dit leidt in sommige gevallen tot schuldenproblematiek.’ Simmes vindt dat microfinanciering gebruikt moet worden voor armoedebestrijding en ontwikkeling. Daarbij legt hij, evenals prinses Máxima, de nadruk op nieuwe ontwikkelingen die gaande zijn, zoals sparen en verzekeringsmogelijkheden.
Krediet: een recht
Pronk was het met Simmes oneens dat hypes per definitie slecht zouden zijn. Hij zei een groot voorstander te zijn van microfinanciering, ‘omdat het leidt tot toegang tot de economie die armen normaliter buiten de deur houdt. Dat geeft hen een gevoel van waardigheid. Het verhoogt hun capaciteit om te werken, keuzeopties en zekerheid.’ Aansluitend bij de dag van de mensenrechten, sloot Pronk zijn pleidooi voor microkrediet af met de boodschap dat toegang tot krediet een sociaal recht moet zijn, dat vastgelegd moet worden in beleid, wet en regelgeving. Willemijn Lammers (ICCO) keerde het om, zij noemde toegang tot krediet zelfs een mensenplicht.
Bron: Okoicredit
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 18 december 2009