Tweede verslag vanuit Taizé

De jongeren in Taizé proberen tussen het afwassen, koken, eten serveren en natuurlijk de bijbelintroductie en gespreksgroepen door tijd te vinden om ons op de hoogte te houden van hun ervaringen. Wie beweert dat jongeren lui zijn, krijgt ongelijk. Hier volgt een verslag door verschillende deelnemers van de afgelopen dagen.

Christine en Jessica schrijven over het kerkje van Ameugny en de begraafplaats:
Twee kerken in Taizé is nog niet voldoende. Lopend over de Rue de Taizé, langs het volwassenenveld, kom je in 20 minuten in het dorpje Ameugny en ook daar staat weer een kerk. Als je over de Rue de l’Eglise het kerkje nadert zie je eerst de begraafplaats liggen. Een oude man geeft in de verzengende hitte de planten water. Vele graven zijn voorzien van prachtige keramische blomstukken (ja dat is mogelijk). Handig! Deze hebben geen water nodig. De deur van de kerk schijnt iets te klemmen volgens dominee Titus, maar daar hebben wij geen last van. We sluiten de deur achter ons, zoals op het bordje wordt verzocht. In het kerkje is het heerlijk koel en licht. De kerk is gevuld met stoelen; geen verschrikkelijke Taizébankjes of een mis op de grond voor deze parochianen. Ook de kerk is gevuld met verse, wilde bloemen. De kerk is sober aangekleed. Rechts in een nis hangt een kruisbeeld. Aandoenlijk in zijn eenvoud. In onze ogen is Jezus wat aan de forse kant, volgens dominee Titus is dit gemakkelijker hout snijden. Tegenover het beeld nemen we plaats op een stoeltje. We lezen wat en doen de opdrachten voor de bijbelstudie. Een mooie plek voor bezinning.

Sjoeke schrijft: Taizé verveelt niet

In Taizé
is veel hetzelfde
een vast programma
driemaal kerk
ontbijten met chocolademelk
week in week uit
hetzelfde menu
vele mensen
uit elk land wel één
 
bijbel-introductie
gespreksgroep
werk
workshops
bijna rennen
naar het volgende onderdeel
 
en toch
is er van alles
anders
de rust
nieuwe ontmoetingen
nieuwe ontdekkingen
zoals het kerkje in Ameugny

Ds Titus Woltinge schrijft: Taizé en het nationale gevoel
Kom ik al jaren in Taizé. Beleef daar zoveel goeds. Ondermeer: dat grenzen tussen landen relatief zijn. Wat ik gisteravond hier op de heuvel meemaak is ongekend. Ik die vrijwel nooit voetbal kijk, laat me meenemen in de oranjeroes. Ik die avondvieringen nooit vroeg verlaat, spoed me voortijdig naar de zaal waar we Nederland-Uruguay kunnen volgen. Ik laat me en uur lang meenemen door de oranjegevoelens, nota bene in dat klooster waar grenzen wegvallen.
Ook dit is, voor een avond Taizé.
Nooit is een retraite in dit oecumenische klooster voorspelbaar.
Na de wedstrijd ga ik weer even naar het avondgebed om weer te beseffen: als Hollander  maak ik deel uit van een wereldwijde gemeenschap. Dus is mijn nationaliteit betrekkelijk. Kortom, het is weer goed om in Taizé te zijn. Meer en mooier dan oranje is de groene kleur van het koninkrijk.

 

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 9 juli 2010