Meer dan 250 mensen vulden op de avond voor Witte Donderdag de kathedrale kerk van Ste Gertrudis. Vertegenwoordigers van parochies, vertegenwoordigers uit de oecumene en leden van de kerk, die het op prijs stellen om de dienst, waarin de oliën worden gewijd, mee te vieren en zo gezamenlijk op te trekken naar Pasen. En niet te vergeten: de inmiddels vertrouwde groep van zo’n vijftig Fransen uit de oud-katholieke parochie te Prisches in Noord-Frankrijk.
Onder het zingen van een van de Bijbelse Kantieken trokken de vertegenwoordigers, samen met hun pastoor, op naar de altaarruimte om de heilige oliën in ontvangst nemen. Olie waarmee in de komende tijd zieken gesterkt zullen worden, geloofsleerlingen gedoopt en gevormd en priesters gewijd.
De gemeente mocht zijn hart ophalen in het lied met de dubbele melodie over de tien geboden en andere gezangen, daarnaast liet de Schola Cantorum en het kathedrale kerkkoor zich ook solistische horen en dat alles onder begeleiding van Eveline M. Jansen op het orgel.
In zijn preek sprak de aartsbisschop over moreel gezag en verbond dat met kwetsbaarheid en dienstbaarheid als voorwaarden om (ook als kerk) nog met moreel gezag te kunnen spreken. De bisschop begon aldus:
Er is veel enthousiasme voor Paus Franciscus. Dat had hij al opgewekt met de eerste drie zinnen die hij in het openbaar uitsprak. Hij toonde zich kwetsbaar en afhankelijk en dienstbaar. Mensen zijn al geneigd hem een bepaald moreel gezag toe te kennen. De kerk opnieuw als morele gids? Dat hangt natuurlijk niet alleen van een paus af. In onze cultuur hebben morele gidsen het echter moeilijk. Wie is het eigenlijk waard dat we ernaar zouden luisteren? Wie heeft er het nodige morele gezag? De vraag is echter ook of we ons wel laten gezeggen. De gehele tekst van de preek valt hier na te lezen.
foto’s: Digna Schade van Westrum
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 28 maart 2013