Witte Donderdag

Luc De Saeger schreef de teksten voor het boekje “Op weg naar Jeruzalem”. Een meer uitgebreide versie van de teksten voor de Goede Week wordt dagelijks op de website geplaatst.

 

Witte Donderdag – 28 maart 2013
Gedenken en uitzien (Lucas 22: 15-20)

Hij zei tegen hen: ‘Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt. Want ik zeg jullie: ik zal geen pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God.’ Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en zei: ‘Neem deze beker en geef hem aan elkaar door. Want ik zeg jullie: vanaf nu zal ik niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot het koninkrijk van God gekomen is.’  En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
Maar weet wel dat degene die mij zal uitleveren samen met mij aan deze tafel aanligt. Want de Mensenzoon moet heengaan zoals het voor hem bepaald is, maar wee de mens die hem zal uitleveren.’ Ze vroegen zich onder elkaar af wie van hen zoiets zou kunnen doen.
Toen ontstond er onder hen onenigheid over de vraag wie van hen de belangrijkste was. Jezus zei tegen hen: ‘Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft laat zich weldoener noemen. Laat dat bij jullie niet zo zijn! De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar. Want wie is belangrijker, degene die aanligt om te eten of degene die bedient? Is het niet degene die aanligt? Maar ik ben in jullie midden als iemand die dient.

God heeft de Israëlieten bevrijd uit de slavernij waaronder zij gebukt gingen in Egypte. Dat herdenken de joden op pesach. Op rituele wijze wordt dan de laatste maaltijd in Egypte hernomen. Jezus en zijn leerlingen doen dit ook. Maar Lucas geeft heel duidelijk aan dat voor Jezus de machtige daad van God, de bevrijding van zijn volk, niet de definitieve bevrijding is. De heilstijd, een tijd waarin alle volkeren en de hele schepping tot harmonie komt, die komt er nog aan. Voor Jezus is het pesach niet enkel een herdenken, het is ook een uitkijken, een verlangen naar de definitieve doorbraak van het koninkrijk van God. Dan pas zal het pesach tot voltooiing komen.
Samenkomen en het brood breken en de wijn delen gebeurt in de Kerk van in haar vroegste jaren. Paulus, die zijn brieven schreef nog voor de vier evangelies werden neergepend, vertelt aan de christenen in Korinte: ‘Wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd overgeleverd nam hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: “Dit is mijn lichaam voor jullie. Doet dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken”. Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: “Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doet dit, telkens als jullie hiervan drinken, om mij te gedenken”’ (1 Korintiërs, 11:23-25). En Paulus voegt er aan toe: ‘Dus altijd, wanneer jullie dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt’.
‘Totdat hij komt’. Ook Paulus wijst op die toekomstdimensie van de maaltijd van de Heer. Het is niet enkel gedenken, het is evenzeer uitkijken naar de wederkomst van Jezus en de definitieve doorbraak van het Rijk van God, een rijk van harmonie en vrede.

Maar gedenken en uitkijken zijn meer dan onze gedachten laten gaan naar die Jezus. Het is ook leven zoals Jezus. Paulus haalt Jezus’ woorden tijdens diens laatste maaltijd aan om de christenen van Korinte er op te wijzen dat partijvorming binnen de gemeente en een ieder-voor-zich-mentaliteit onverenigbaar zijn met het samen vieren van de maaltijd van de Heer: ‘als u zo samenkomt, doet u meer kwaad dan goed’ zegt hij, en als de rijken het eten dat zij meebrengen naar de vergadering niet delen met de armen ‘denk dan niet dat u samenkomt om de maaltijd van de Heer te vieren’ (1 Korintiërs 11:17,21).

Maar ook in het evangelie van Lucas staan de leerlingen blijkbaar nog niet stil bij wat het betekent Jezus te herdenken. Onmiddellijk na de woorden van Jezus ontstaat er aan de tafel onenigheid, en wel over wie de belangrijkste is. Jezus moet hen er op wijzen dat hij leeft ‘als degene onder jullie die bedient’ (vers 27). En Lucas drukt dit uit met termen die eigen zijn aan de christengemeenten: verantwoordelijken en groentjes. De gemeenteverantwoordelijken moeten zich niet gedragen als belangrijker dan de nieuwelingen, in tegendeel zij moeten zich ten dienste stellen van hen. Blijkbaar was het ook voor de gemeente waarvoor Lucas schreef nodig om dit onder de aandacht te brengen en te benadrukken dat dit een gebod is dat Jezus zelf gaf: ‘Laat dat bij jullie niet het geval zijn’ (vers 26). In het evangelie van Johannes komt dit Jezuswoord niet voor. Johannes kiest ervoor om dit Jezuswoord om te zetten in een alleszeggend gebaar: Jezus wast de voeten van zijn apostelen (Johannes 13:1-17).

In de Griekse tekst kan men het begin van vers 26 lezen als een gebod of als een vaststelling: ‘laat dit niet het geval zijn onder jullie’ en ‘dit is niet zo onder jullie’ want ik ben onder jullie als degene die dient. Die dubbele betekenis geeft weer hoezeer de wijze waarop Jezus leefde en de wijze waarop de christenen moeten leven samenvallen.
Eucharistie vieren vordert ons om onze relatie met de anderen te herzien.

God en Vader,
Wij komen samen om Jezus te gedenken, zijn leven, zijn dood, zijn verrijzenis.
Wij komen samen om het verlangen naar zijn wederkomst met mekaar te delen.
Zo vieren wij eucharistie.
Wij bidden u
dat wij geen leugen zijn als wij rond de tafel verzamelen,
dat wij geen leugen zijn als u ons heenzendt in vrede.
Open onze ogen voor het beeld dat wij ons aanmeten
van goedheid en gulheid,
van eenheid en openheid.
Open onze ogen, open ons hart
voor wie naast ons staat.
Wij vragen u dit
op het woord van Jezus
en aangeblazen door uw Geest in ons.