Bisschop Joris bracht een bezoek aan El Salvador. Een nabeschouwing met zijn ervaringen.
Een reis naar El Salvador is als een pelgrimage. Naar het einde van ons verblijf toe komt het gevoel in ons op een aantal zeer bijzondere dagen te hebben beleefd. We hebben heel wat mensen mogen ontmoeten en al uitgebreid kennis mogen maken met pastorale situatie van een aantal basisgemeenschappen. We vierden de eucharistie in de anglicaanse gemeenschappen en we hadden een boeiende bijeenkomst met de anglicaanse priesters. We trokken samen op met bisschop Martin Barahona en we ontmoeten de Rooms-Katholieke bisschop Colindres die ons informeerde over het vredesproject met de jongerenbendes.
Bij alle mensen die we ontmoet hebben, mochten we een grote bewogenheid bespeuren voor het lot van de armen in dit land en een grote motivatie om het beste van zichzelf te geven om van dit zo mooie land ook een plaats te maken waar het voor allen goed is om er te leven omdat er vrede en rechtvaardigheid heerst. Hoezeer vrede en gerechtigheid ook Gods genadige gave zijn aan ons mensen, we kunnen ze maar ontvangen door het beste van onszelf te geven aan elkaar. Slechts door aan elkaar onze beste zorgen te besteden, zullen we ervaren dat we bij elkaar in goede en veilige handen zijn.
Misschien mag ik in die woorden de boodschap van bisschop Romero en van de martelaren van El Salvador wel samenvatten. We waren in het huisje van monseigneur Romero en we baden in de kapel waar hij vermoord werd. We bezochten de Universiteit van Centraal Amerika (UCA) en baden bij de graven van de vermoorde jezuïeten. We waren onder andere in El Mozote waar een van de grootste massamoorden tijdens de burgeroorlog (1981-1992) heeft plaats gevonden. We zijn nog sterk onder de indruk van alles wat we hebben gezien, gelezen en gehoord. De woorden van monseigneur Romero blijven nog naklinken in onze oren: “men kan mij wel vermoorden, maar dan zal ik opstaan in het Salvadoraanse volk”. Maar de uitspraak van Ignacio Ellacuria: “in bisschop Romero heeft God zelf El Salvador bezocht”.
Wie bezoek krijgt van God verandert van binnenuit van gedaante en dat zie je gebeuren in vele goede mensen, die bereid zijn niet langer alleen aan zichzelf te denken maar anderen als hun naasten aanvaarden. Dat mensen zo kunnen omkijken naar elkaar dat ze naasten van elkaar zijn geworden, dát is Gods genade. De keuze om die genade te verwelkomen in het eigen hart, hebben de martelaren met hun bloed betaald. Maar daarmee is hun keuze nog niet ongedaan gemaakt en is zeker het aanbod van Gods genade opgehouden. Integendeel: hun radicale keuze is het zaad waaruit onze eigen keuze ontkiemt. Nu we weer vertrokken zijn uit El Salvador, zijn we niet meer dezelfde. Nog sterker dan voorheen mogen we weten: de Heer wil ook in ons eigen hart verrijzen. We hebben het sterk ervaren: de Heer staat klaar om ook ons met zijn genade tot solidariteit te bewegen.
Foto boven: een stukje van de bloementuin naast het kerkje van El Mezote, ter nagedachtenis van alle kinderen die omkwamen bij de massamoord van 10,11 en 12 december 1981.
Foto onder: muurschildering met Romero.
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 4 maart 2013