IN-mensen en VOOR-mensen

Een groet van de Anglicaanse en Oud-Katholieke bisschoppen op het vaste land van Europa aan hun kerken op de feestdag van de H. Willibrordus, 2014

Zusters en broeders,

 Ik geef toe, dat het mij eerst niet opgevallen was.

Een gelukwens maakte het me duidelijk: mijn verkiezing tot bisschop vond plaats op de feestdag van de heilige Willibrord, op 7 november 2009. Ik wil er niet over speculeren of dat iets betekent; ik ben tenslotte bisschop in Bonn en niet van Utrecht. Maar omdat de verkiezing onbedoeld plaatsvond op deze feestdag, zie ik dit toeval toch als een klein teken van ´boven´ dat wijst op de missionaire kant van de kerk – en dus ook van het bisschopsambt.

De tijden van de heilige Willibrord zijn voorbij, toen je mensen nog met een vurige preek of een klein wonder tot geloof kon brengen. Mij is dat in elk geval nog niet gelukt. En ik ken veel christenen, die al lang blij zijn als er door de preken van geestelijken niemand van het geloof afvalt.

Er zijn mensen die denken, dat je voor het geloof op dezelfde manier reclame kunt maken als voor koekjes en chips. Ik zie daar niet zo veel in, want zo worden ´aan de weg timmeren´ en ´reclame maken´ gelijk gesteld aan missie en verkondiging, of er zelfs mee verwisseld.

Er is echter een wezenlijk verschil tussen reclame en verkondiging.

Reclame haalt de goede kanten van een product naar voren, wat we als kerk natuurlijk ook doen, als we het product ´evangelie´ onder de aandacht brengen.

Maar als een algemeen bekende persoonlijkheid een product promoot, gelooft toch niemand, dat hij echt zelf achter de inhoud van het reclamespotje staat, of achter de woorden die hem in de mond gelegd worden? Ja, we kunnen ons zelfs voorstellen, dat hij het product waar hij reclame voor maakt, niet eens gebruikt.

Dat is heel anders bij missie.

Missie en verkondiging vereisen een verkondiger die geloofwaardig is. De verkondiger is – of hij wil of niet – zelf een deel van zijn boodschap. Dat is altijd al zo geweest.

Jezus zou geen discipelen om zich heen gekregen hebben, als hij niet geleefd had, wat hij leerde en predikte.

De heilige Chrysostomos moet eens gezegd hebben, dat hij iemand die belangstelling had voor het christelijke geloof, zou uitnodigen om enige tijd in zijn huis te verblijven. Met andere woorden: Chrysostomos vertrouwde erop, dat hij de heiden door zijn voorbeeld zou kunnen bekeren.

Ik weet niet, of wij het zouden aandurven om iemand in onze pastorie of ons bisschopshuis op te nemen om hem te bekeren. Of we niet zelfs bang zouden zijn, dat hij zo een kant van het kerkelijke leven zou leren kennen die hem zou afschrikken.

Wie het evangelie onder de mensen wil brengen, moet er met zijn eigen persoon voor instaan.

Een missionaire christen kan niet lijken op de officials in de sportwereld, die bij de Olympische spelen vaak ook het stadion betreden: op grond van hun buikomvang vraag je je af, ´wanneer hebben zij voor het laatst hun sport zelf beoefend?´

De mensen, die naar ons luisteren, die ons meemaken in het pastoraat, in de liturgie, voelen heel zuiver aan, of we alleen maar een rol spelen, of dat we authentiek, echt zijn.

Ze merken het heel snel, en reageren direct en met afkeer, als de levenshouding van vertegenwoordigers van de kerk niets te maken heeft met het evangelie.

Waar het precies op aan komt bij missie en verkondiging, is mij duidelijk geworden uit een roman. 

Robert Musil, een Duits-Oostenrijkse schrijver, gestorven in 1942, maakt in zijn onvoltooide roman ´De mens zonder eigenschappen´ een interessant onderscheid tussen mensen:

Hij schrijft dat er VOOR-mensen en IN-mensen zijn.

De VOOR-mens leeft voor de vrede, voor de liefde, voor de gerechtigheid, maar hij leeft niet in vrede, in liefde, in gerechtigheid. Dat hij zich voor iets inzet, geeft aan, dat er een afstand is tussen hem en datgene, waarvoor hij zich inzet. Want, schrijft Musil, als hij in vrede zou leven, zou hij vrede uitstralen en hoefde hij niet voor de vrede te zijn. Door zijn leven zou de vrede zich verbreiden.

Als theoloog denk je dan direct aan bijbelteksten waar staat, dat we ´als christen leven in Christus´.

De cruciale vraag wordt dan: leven we in Christus, in het evangelie, in het Rijk Gods?

Of zijn we er alleen maar voor?

Ik geloof, dat de mensen van nu feilloos aanvoelen, of we als christenen IN-mensen zijn of VOOR-mensen. Het antwoord op deze vraag bepaalt uiteindelijk de kans van slagen van iedere missionaire onderneming. Natuurlijk is het van belang om goede campagnes op te zetten en leuke, sprankelende acties te voeren. Maar waar het uiteindelijk op aan komt, is het getuigenis, dat we geven met ons leven. Op dit punt is er sinds Chrysostomos en sinds Willibrord niets veranderd.

Namens de Anglicaanse en Oud-Katholieke bisschoppen op het vaste land van Europa,

 

Bisschop dr. Matthias Ring, Bonn

Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 31 oktober 2014