Verslag uit Kreta – Samen op weg

Een slotbeschouwing
Met dit concilie hebben de aanwezige orthodoxe kerken een historische gebeurtenis neergezet. Dat dit niet vanzelfsprekend is, hebben de twee laatste dagen nog wel duidelijk gemaakt. Het debat over de tekst over de oecumene was niet gemakkelijk en het gevaar voor polarisatie was groot. Als je spreekt over de relaties met anderen, heb je het ook altijd over jezelf en is de vraag naar de eigen identiteit niet te ontwijken. Identiteit is een dynamische aangelegenheid die gestalte krijgt in de context van de relaties die je aangaat met de buitenwereld. Fundamentalisten begrijpen dit niet en sluiten zich op in een eigen wereld. Zij fantaseren zich een kunstmatige identiteit waar alle dynamiek uit verdwenen is. Het is niet meer dan een verdediging tegen de angst ‘voor een boze buitenwereld’.

 

We zijn kerk
Dit concilie is erin geslaagd zich tegen die benadering te verzetten. En dat heeft de nodige moed gekost. Het is niet in de val getrapt om ook maar iemand te verketteren: niet de fundamentalisten in de eigen gelederen, niet de andere niet-orthodoxe christenen. ‘We zijn kerk’, zei de Patriarch van Alexandrië, ‘en niet een of andere politieke partij’. Daarmee wilde hij zeggen dat je in de kerk elkaar niet loslaat en dus naar consensus streeft. Je probeert samen op te trekken. Daarin zijn deze tien kerken geslaagd. Interessant in dit opzicht is dat de Roemeense kerk een aantal voorstellen van het afwezige Patriarchaat van Moskou had opgenomen in de eigen amendementen op het oecumenedocument en andere concilieteksten.

 

Strijddvraag
Het Concilie van Kreta heeft dus duidelijk gemaakt dat men samen wil optrekken en heeft getoond dat men daarin ook slagen kan. Wat betreft de oecumenische betekenis van het concilie is dat gegeven wellicht nog het belangrijkst. Het is een klassieke (strijd-) vraag, ook bijvoorbeeld tussen oud-katholieken en room-katholieken, hoe een universele kerk wordt opgebouwd: van onderop of vanuit een sterk centrum dat van bovenaf de eenheid dicteert. Dit concilie laat zien dat de eerste optie niet onmogelijk is. Voor oud-katholieken een bemoediging. Maar ook voor Paus Franciscus moet het een steun in de rug zijn in zijn zoeken naar meer ruimte voor plaatselijke bisschoppenconferenties!

Amersfoort, 28 juni 2016
+ Joris Vercammen, aartsbisschop van Utrecht, waarnemer bij het groot en heilig concilie van de Orthodoxe Kerk.