Tijdens de Synode van 18 november vorig jaar werden de leden voorgesteld van de commissie die het Collegiaal Bestuur instelde om onderzoek te doen naar gevallen van seksueel misbruik dat in de afgelopen decennia in onze kerk is gepleegd.
Het onderzoek had twee doelstellingen:
1) het zoveel mogelijk recht doen aan slachtoffers door hun meldingen van misbruik serieus te nemen, te onderzoeken en hun zo mogelijk genoegdoening te verschaffen;
2) het doen van aanbevelingen aan de kerk om misbruik in de toekomst te voorkomen.
Vanaf 1 november 2017 heeft de commissie de meldingen van misbruik die op uitdrukkelijk en herhaald verzoek van de bisschoppen bij hen waren binnengekomen onderzocht. Om de drempel voor het melden van misbruik zo laag mogelijk te maken, deed de commissie ook een eigen oproep aan slachtoffers van misbruik om zich bij haar te melden. In de omschrijving van de opdracht die het CB aan de commissie meegaf, werd 1 juni 2018 genoemd als datum dat het onderzoek afgerond zou kunnen zijn. Daarbij waren zowel het CB als de commissie het erover eens, dat zorgvuldigheid en kwaliteit van het onderzoek een latere datum zouden kunnen rechtvaardigen. Naar nu blijkt, is dat laatste ook nodig, aangezien enkele slachtoffers zich pas eind april bij de commissie meldden. Mede om die reden liet de commissie weten, dat zij haar rapport niet vóór september 2018 bij het CB zal uitbrengen.
Het CB realiseert zich dat velen in en wellicht ook buiten onze kerk uitzien naar de resultaten van het onderzoek. Het uitstel van de rapportage heeft bij sommigen de indruk gewekt dat er iets aan het onderzoek hapert, zoals ook in een kop boven een artikel in het Nederlands Dagblad van 30 juni j.l. stond. Bij monde van haar secretaris had de commissie de desbetreffende journalist laten weten:
“Tot 1 mei lagen we goed op schema. Wij hadden toen alle geplande gesprekken met de informanten achter de rug. Vlak voor 1 mei meldden zich echter enkele slachtoffers; u zult begrijpen dat gesprekken met hen zeer belangrijk zijn voor ons onderzoek. Ook om te zien of deze slachtoffers alsnog recht kan worden gedaan, hetgeen immers ook een aspect van onze opdracht is. Dat betekent dat we er rekening mee houden dat daardoor – mede ook vanwege de vakantieperiode die aanbreekt – het rapport niet vóór september zal kunnen worden uitgebracht.”
Het CB heeft volstrekt niet de indruk dat er iets aan het onderzoek hapert. Het verwelkomt integendeel het feit, dat slachtoffers na ongetwijfeld lang en pijnlijk wikken en wegen toch de moed hebben gevonden om zich alsnog bij de commissie melden. Ook kan het CB alleen maar toejuichen dat de commissie haar rapportage juist omwille van de zorgvuldigheid en kwaliteit van haar onderzoek later aflevert. Ondanks het uitstel van de rapportage hoopt het CB zich in het najaar over de resultaten van het onderzoek te kunnen buigen en hierover op zijn beurt ter Synode 2018 te kunnen rapporteren.
Het CB ziet uit naar de concrete aanbevelingen die de commissie op basis van haar bevindingen zal doen. Ondertussen heeft het CB gezien de grote en levenslange schade die misbruik bij slachtoffers aanricht, al wel enkele iniatieven genomen die met name de bewustwording inzake de gevaren van seksueel misbruik betreffen. Zo heeft er inmiddels een training plaatsgevonden van kerkelijke werkers, die veelvuldig met jongeren in contact komen, zoals de jeugdwerkers en de leiding van de jeugdkampen. In samenwerking met het seminarie wordt aan de bewustwording van zowel reeds functionerende als toekomstige geestelijken gewerkt. In internationaal verband hebben de bisschoppen zowel met hun collega’s van de andere oud-katholieke kerken in de Unie van Utrecht alsook met die van verschillende anglicaanse kerken in Europa en daarbuiten het onderwerp besproken en ervaringen met betrekking tot tegemoetkoming van slachtoffers en maatregelen ter voorkoming van misbruik uitgewisseld.
Het CB hoopt met dit bericht voldoende duidelijkheid te hebben verschaft over de stand van zaken van de werkzaamheden van de onderzoekscommissie. Het roept de leden van de kerk op om zo lang de commissie haar rapport nog niet heeft afgeleverd terughoudendheid en geduld op te brengen om straks zo goed mogelijk gezamenlijk uitvoering te kunnen geven aan de te nemen verdere maatregelen.
Het Collegiaal Bestuur
Amersfoort, 6 juli 2018