Door: pastoor Louis Runhaar, Amersfoort
Wie wel eens in Amersfoort komt, of langs Amersfoort reist: is bekend met dit markante gebouw, hier achter mij: de middeleeuwse Koppelpoort. Deel van de tweede, ruimere ommuring rondom de binnenstad van Amersfoort.
Aan de andere kant van het spoor staat een ander markant gebouw. Een modern gebouw uit 2009, ontworpen door de Engelse architect Sean Griffiths. ‘Sprookjesachtig’ noemen sommigen het. Het pand herbergt het bekende wereldrestaurant Dara. Aanrader overigens.
Bovenop dit gebouw staat sinds vijf jaar een soort reclamebord. Iedere maand vermeldt het bord een nieuwe tekst. Soms een gedicht, soms een grapje, altijd iets om even over na te denken…
Sinds vandaag staat er een nieuwe tekst: Welkom in Alkmaar! Dat is wel bizar, zo midden in Amersfoort. Het resultaat van een geslaagde publieksactie die vanuit Noord-Holland werd opgezet om Alkmaar op de kaart te zetten. Dat is gelukt. De dames en heren van Dara waren zo sportief om het gemanipuleerde democratische proces toch maar te erkennen. Ze zullen hebben gedacht: wij zijn de beroerdste niet, en ach, het is Alk maar. ?
Welkom in Alkmaar. En dat in hartje Amersfoort. Ben je op de ene plaats, word je welkom geheten in een andere. Grappig. Vreemd. Maar toch eigenlijk niet veel vreemder dan wat we in de kerk gewend zijn. Als je dit jaar in het buitenland op vakantie bent geweest heb je het misschien op één of meerdere kerken zien staan: hic domus dei est, et porta coeli. Dit is het huis van God, de poort van de hemel. En dat middenin een Franse of Duitse stad. Een citaat van Jakob, na zijn droom met de ladder (Genesis 28) Dit is het huis van God, de poort naar de hemel. Ben je in de ene plaats, word je uitgenodigd in de andere.
Of wat dacht je van de woorden waarmee we iedere zondag de liturgie beginnen; ‘ik zal opgaan tot het altaar Gods, tot God die altijd weer mijn ziel met vreugd’ vervult. Ben je in de ene plaats… ben je in Amersfoort, ben je in Alkmaar, zeg je met de woorden van de psalmist dat bezig bent om – samen met je medepelgrims- op te klimmen naar het hemelse Jeruzalem, naar het altaar Gods, het hemelse heiligdom.
Wat zou dat te betekenen hebben? Is dat niet minstens zo vreemd als dit bord bovenop Dara? Hoe kunnen we op de ene plaats zijn en tegelijk zeggen dat we ergens anders zijn? Maken we misschien een of andere verandering door als we de mis vieren? Denk er eens over na!
Welkom in het huis Gods, welkom in het hemels Jeruzalem!
Liturgie vieren, misschien doe je het je hele leven al, toch is het iets bijzonders, het is iets vreemds. Grappig is het niet echt, het is meer, het is dieper: opgaan tot het altaar Gods is iets dat altijd weer ‘mijn ziel met vreugd’ vervult.’