Door: pastoor Louis Runhaar
Niet met twee of drie (Matteüs 18.20), maar met meer dan 55 parochianen was de Amersfoortse parochie afgelopen zondag bijeen. Dankzij een eucharistieviering in de open lucht, in de tuin van Alticollense, was het voor het eerst sinds maanden weer mogelijk om op volle sterkte bij elkaar te komen voor de liturgie en de onderlinge ontmoeting. Met een glanzend processiekruis tussen de struiken, een tot altaar getransformeerde tuintafel, gehuurde geluidsversterking, meegebrachte tuinstoelen en communie in een grote kring rondom het veld was het voor de kerkgangers, jong en oud, een vreugdevolle ervaring om samen te zijn onder de blauwe hemelkoepel.
Voor een aantal parochianen was het voor het eerst sinds maart dat ze het weer aandurfden naar de kerk te komen. In de buitenlucht, op 1,5 meter afstand van elkaar, was het eindelijk mogelijk om, begeleid door accordeon, uit volle borst te kunnen zingen, tot lof van de Allerhoogste en tot versterking van het gemoed. En dan was er ook nog koffie en zelfgemaakte cake nadien. ‘Waar hebben wij het aan verdiend?’, zou Gerard Reve hebben gezegd.
Hoewel de ‘Sint Joris op ’t Zand’ door de livestream-uitzendingen tijdens de lockdown tijdelijk zo’n beetje het centrum was van oud-katholiek Nederland, was het tegelijkertijd een van de kerken die qua mogelijkheden het meest te lijden had onder het 1,5-meter beleid. Door de noodzakelijke maatregelen biedt de Amersfoortse parochiekerk slechts plaats aan 20 personen, waar het gemiddelde aantal kerkgangers normaal gesproken 60 is. Ook de gemeentezaal kan momenteel niet meer dan 8 personen herbergen.
Onder deze omstandigheden was de openluchtmis dus niets minder dan een stuk gemeenteopbouw in tijden van corona. De parochie kan er weer even tegen, in de gelovige wetenschap dat de Heer bij ons is, ook als we de komende maanden met ‘twee of drie’ bijeen zullen zijn.