Een interview met Erna Peijnenburg
In deze rubriek vertellen pastores vanuit het hele land over hun parochie tijdens het ‘coronajaar’. Hoe is het hen vergaan? Lukt het om het gemeenschapsleven op andere manieren vorm te geven? Wat wordt er gemist en zijn er misschien ook nieuwe inzichten?
Door: Janneke van der Veer
Het afgelopen jaar is voor Erna Peijnenburg verlopen met vallen en opstaan. Als pastoor in Alkmaar (0,5) en Mijdrecht (0,2) en daarnaast jongerenpastor voor het bisdom Haarlem (0,2) vond ze dat er voor de kerk een belangrijke rol was weggelegd tijdens deze crisis. ‘Veel mensen ervoeren geestelijke nood en ik wilde graag helpen. Ik wist alleen niet hoe.’ De eerste crisisweken verzon ze enigszins paniekerig plannetjes, van palmtakjes uitdelen tot het maken van een belkring. Later lukte het haar beter om haar draai te vinden. Samen met haar parochianen gaf ze creatief vorm aan alternatieve manieren van kerkzijn.
Ik vraag Erna in dit interview hoe het haar en haar parochie in Alkmaar is vergaan tijdens dit coronajaar.
Hoe zijn jullie in Alkmaar omgegaan met de beperkende maatregelen?
Net voor Pasen vorig jaar werd bekend dat we de kerk moesten sluiten. Toen ik eenmaal wat bekomen was van deze klap, ben ik uit pure wanhoop online getijdengebeden gaan opnemen voor Facebook. Zes dagen per week praten tegen een camera, in een lege kerk. Dat was wennen, bovendien kostte het flink veel tijd. Ondertussen miste ik het contact met mijn eigen parochianen.
Ik was blij toen er in juni weer vieringen mochten plaatsvinden, al bleek ook dat niet ideaal. De kerk moest heringericht en er waren allerlei hygiënemaatregelen. We creëerden zelfs een nieuwe functie, de kerkwachter. Die moest via toegangsgesprekken aan de deur vragen aan medegelovigen of ze klachten hadden. Toen later mondkapjes verplicht werden, was er in de parochie veel weerstand, ook bij mij. Daar kun je toch niet ‘doorheen’ vieren? Wat doet een mondkapje met zo’n heilig moment als de eucharistie? Toch was er in de praktijk meer mogelijk dan we van tevoren dachten. We lieten ons niet helemaal afleiden door alle maatregelen.
Het was een verademing toen we in de zomer af en toe buiten konden zitten voor een parochiepicknick, op het pleintje voor de kerk. Thermosfles en stoel mee. Heerlijk om weer spontaan met elkaar te kunnen praten, elkaar echt te kunnen ontmoeten.
Wat hebben jullie ondernomen om toch kerk te zijn in deze tijd?
We hebben zo goed en kwaad als het kon geprobeerd online aanwezig te zijn. Zo hebben we tijdens de Goede Week dit jaar filmpjes opgenomen met parochianen. Daar komt veel bij kijken: een draaidag, goed opnamemateriaal en een zorgvuldige montage. Het leverde unieke documenten op. Wonderlijk hoeveel mensen wilden bijdragen. In ‘gewone’ tijd was het nooit gelukt om dit voor elkaar te krijgen.
Via belkringen keken mensen naar elkaar om. Zo hielden ze elkaar vast in crisistijd, soms kookten ze voor elkaar. Gezamenlijk hebben we deelgenomen aan een diaconaal project met Stichting Present: verrassingstasjes voor mensen met een hersenbeschadiging. Coronaproof bij hen langsgebracht uiteraard. Ook dat bracht mensen samen: de foto’s van de tasjes werden onderling druk uitgewisseld.
De spirituele kant van het samen kerk zijn werd soms erg gemist. Het samen bidden, überhaupt in het kerkgebouw komen. Na verloop van tijd hebben we daarom de deuren van de vaker opengezet. Het betekent veel voor mensen om in het godshuis te zijn, daar komen ze gemakkelijker tot rust en gebed dan thuis. Met Oud en Nieuw was de kerk daarom ook open, voor een kaarsje en een oliebol. Dat werd enorm gewaardeerd.
Hoe was het voor jou persoonlijk om te werken in tijdens deze crisis?
De crisis duurt al zo lang – met name rondom Kerst en Pasen had ik daar veel verdriet van. Ik was echt van slag dat we deze feesten niet in de kerk konden vieren. Alles gaat de hele tijd maar niet, dat is erg frustrerend. De basis onder mijn werk – de ontmoeting, het samenzijn – valt helemaal weg. Online kun je wel wat proberen, maar je bereikt lang niet elke parochiaan. Bovendien lijkt het soms in het duister te verdwijnen; ik heb geen idee wat het doet. Ik hoop maar dat het ergens aankomt. Soms is mijn inspiratie hierdoor ver te zoeken.
Het is dubbel. Ik ken periodes van treurigheid en somberheid, maar ik zie ook lichtpuntjes. Dan denk ik: kijk eens wat hier gebeurt, zoals tijdens de filmopnames voor de Goede Week.
Brengt de crisis op sommige vlakken ook iets?
De ontwikkelingen op online vlak zijn in sneltreinvaart gegaan. Ik verblik of verbloos niet meer voor een camera. En overleg met collega’s door het hele land is nu veel minder tijdrovend. De nieuwe appgroep van de parochie maakt het gemakkelijk om gebeden met elkaar te delen en bemoedigende plaatjes, spontaan en met humor.
Opmerkelijk genoeg groeide de parochie licht, terwijl de kerk dicht was. Deze tijd confronteert mensen met zichzelf. Het bestaan staat op losse schroeven. Kerken zijn vindbaar op internet en je kunt gemakkelijk vrijblijvend even meegluren. De online diensten trokken meer kijkers dan we kerkgangers hadden. Kennelijk is crisis ook een moment voor zingeving.