Gemiddeld sluiten er elke week twee kerken in Nederland, bleek uit onderzoek in 2011. Dat proces van kerksluitingen is helaas nog steeds niet ten einde, met als gevolg dat er zeer veel overtollig roerend erfgoed is. Kerken worstelden toen al met de vraag wat er zou moeten gebeuren met dit erfgoed. Daarom is de Handreiking Roerend Religieus Erfgoed in 2011 ontwikkeld, voor kerk(rent)meesters en parochiebesturen om religieuze voorwerpen zelf van een passende (her)bestemming te kunnen voorzien. Onlangs is de handreiking opnieuw onder de loep genomen en op 5 december werd de afsluiting van dit proces met een feestelijke bijeenkomst gevierd.
Het initiatief voor de herijking van de Handreiking Roerend Religieus Erfgoed kwam vanuit het Museum Catharijneconvent. De oorspronkelijke versie uit 2011 bleek niet langer strikt genoeg. Tijdens de eerste sessie, op 24 april, werden diverse partijen uitgenodigd om mee te denken, waaronder vertegenwoordigers van de Commissie voor de Pretiosa. De taak van de Commissie voor de Pretiosa is het adviseren en assisteren bij het beheren van het historisch en cultureel erfgoed. Het project werd op 5 december afgesloten met een presentatie van de uitkomsten.
Uitdagingen bij religieus erfgoed
Een van de vele uitdagingen bij het herbestemmen van religieus erfgoed is het omgaan met relieken. Wat beschouwen we precies als relieken? En wat doe je ermee als ze overtollig worden? Het waarderen en herbestemmen van deze objecten, vooral binnen verschillende kerkgenootschappen, brengt complexe vraagstukken met zich mee. Waar voorheen musea misschien nog interesse hadden, zijn deze zo verzadigd geraakt en stoten ze nu, met uitzondering van ’topstukken’, veel eigen items af.
Het woord ‘erfgoed’ geeft ook iets anders aan. Het gaat om voorwerpen die nagelaten en bewaard zijn door onze voorouders, of meer specifiek hier, de geloofsgenoten die ons voorgingen en iedereen heeft daar een gevoel of gedachte bij. Waar de één makkelijk afstand doet van een erfstuk, heeft de ander daar grote moeite mee. Er speelt ook een verschil tussen de verschillende kerkgenootschappen mee. Protestanten hebben vaak minder met de heiligheid van een voorwerp. Iets dat voor de eredienst apart is gezet of gehouden en daartoe gezegend is, dat is typisch iets katholieks.
De waarde en de herbestemming van relieken
Als we relieken als voorbeeld nemen, zien we hoe ingewikkeld de waardering en herbestemming kan zijn. Relieken, kleine overblijfselen van heiligen, vormen namelijk een grote uitdaging bij kerksluitingen. In de katholieke traditie onderscheidt men drie rangen: lichamelijke overblijfselen, eigendommen van heiligen, en voorwerpen in aanraking geweest met heilige zaken. Vaak zijn relieken bewaard in kunstzinnige houders van omvang, en dat roept de vraag op wat ermee moet gebeuren wanneer een kerk sluit. Mag een reliek van de houder gescheiden worden? Kun je de houder verkopen, of wordt deze door aanraking ook een reliek? Mogelijke oplossingen omvatten het bijzetten van relieken in andere kerken of zelfs (her)begraving. Al met al een complexe kwestie die diepgaande overweging vereist.
Weggeven, verkopen of vernietigen?
Na het vinden van een oplossing voor de relieken bij kerksluiting volgt de grotere uitdaging: wat te doen met de overige schatten? Het scala aan mogelijkheden, van weggeven tot verkopen of zelfs vernietigen, kent geen eenduidig antwoord. ‘Wereldse’ goederen, zoals koperen kandelaars, vinden vaak gemakkelijker een nieuwe bestemming dan imposante stukken zoals een preekstoel. Religieuze voorwerpen met symbolische afbeeldingen zijn lastiger te slijten, aangezien de interesse beperkter is. Unieke stukken, de zogenaamde topstukken, hebben meer kans op verkoop of overdracht aan een museum. Achter elk voorwerp schuilen vragen over materiaal, techniek en geschiedenis. Waar is het van gemaakt? Hoe oud is het en waar komt het vandaan? Het waarderen van kerkinterieurs vereist specialistische kennis, en ondanks de inventarisaties van het Nederlandse kerkelijk kunstbezit sinds de jaren tachtig, blijft dit een voortdurend proces van onderzoek en ontdekking.
Emotionele zaak
Voor kleine kerkgenootschappen, zoals de oudkatholieken, weegt elke kerksluiting relatief zwaarder dan voor hun grotere tegenhangers. Tijdens groepsgesprekken kwam steevast naar voren dat kerksluitingen en samenvoegingen emotionele processen zijn, met pijn en zorgen. De centrale vraag blijft: mogen we iets dat ooit aan de kerk is toevertrouwd wel weggeven of wegdoen? Deze emotioneel-historische overwegingen spelen in verschillende mate bij alle kerkelijke genootschappen en zijn verweven met hun identiteit.
Gedurende lange tijd zijn overtollige spullen overgedragen aan behoeftige (zuster)kerken in het buitenland. Tijdens herijkingsgesprekken kwam naar voren dat diverse kerkelijke groepen fungeren als donoren voor nieuwkomers in ons land. Ze delen niet alleen ervaringen en anekdotes, maar bieden ook kerkelijk erfgoed aan.
Tekst: Steef Eman, mede namens Kirsten van Kempen
Leden van de Bisschoppelijke Commissie voor de Pretiosa