350 jaar ORKA: Samen de (sociale) armoede in Utrecht aanpakken

De Oude Roomsch Katholieke Aalmoezenierskamer (ORKA) bestaat 350 jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum organiseert de ORKA op 12 september een symposium met als thema: ‘Meedoen en samen vooruit, ontmoeten en verbinden’. Hiermee wil ze onderzoeken hoe fondsen als de ORKA maatschappelijk van meerwaarde kunnen zijn in de stad Utrecht. We spreken voorzitter Barthold van Hasselt en regent Irene Wolff-Kinneging over de geschiedenis van de ORKA en haar maatschappelijke betekenis in deze tijd.

Tekst: Janneke van der Veer
Foto’s: Aad van Vliet

Het gesprek met de regenten van de ORKA vindt plaats in de regentenkamer van hun voormalige Wees- en Oude Mannen en Vrouwen huis aan de Mariahoek in Utrecht – vlak naast de Ste. Gertrudis. De ORKA kocht het pand in 1729, maar liefst 295 jaar geleden. Inmiddels heeft het een nieuwe bestemming gekregen: appartementen en kantoorruimte. Het toeval wil dat de schrijver van dit stuk ook in dit complex werkt, bij mediahuis Living Image – van hieruit verricht zij haar communicatie-werkzaamheden voor de Oud-Katholieke Kerk.

De regentenkamer

Voor het gesprek met Barthold en Irene loop ik dus slechts de trap af en ga ik een paar deuren door. Ik kom aan in de regentenkamer, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Vanuit deze kamer bestuurden (en besturen) de regenten alle activiteiten van de ORKA. Statig meubilair, deftige stoffering, een heel klassieke setting en vooral: overal rondom indrukwekkende wandschilderingen.

Daar tref ik, aan een grote eikenhouten tafel, voorzitter Barthold van Hasselt. Hij is rentmeester van beroep. ‘Eigenlijk zijn wij regenten dat hier bij de ORKA ook. Rentmeesterschap is het op een verstandige en duurzame wijze beheren van datgene waar je verantwoordelijk voor bent met het oog op toekomstige generaties. In ons geval is dat een vermogen van 12 miljoen euro en een gebouwencomplex’, stelt hij. ‘Met de opbrengsten hieruit realiseren wij onze doelstelling’. Barthold vertelt me verder dat de wandschilderingen zijn gemaakt door één van de weesjongens, Jan Kobell.

Symposium en prijs

Het (besloten) symposium op 12 september vormt voor de ORKA een mooie aanleiding om koers te bepalen, meer focus aan te brengen en zichzelf te laten zien aan de stad. Irene, die helaas niet fysiek aanwezig kon zijn, belt in: ‘Wat we van oudsher doen is heel breed’, legt ze uit. ‘We richten ons op mensen die niet in staat zijn in hun eigen behoeften te voorzien, met als doelgroepen jeugd & jongeren en ouderen. Met meer focus kun je ook meer impact maken. Met dit symposium agenderen we de rol van fondsen in de maatschappij. Hoe kunnen maatschappelijke organisaties en vermogensfondsen elkaar vinden? En hoe kunnen we samen iets doen aan de soms verborgen (sociale) armoede die nog steeds aanwezig is?

‘We hebben in dit kader een éénmalige lustrum stimuleringsprijs uitgeschreven van € 35.000 euro waarmee we sociaal-maatschappelijke ideeën stimuleren die (sociale) armoede voorkomen of bestrijden. Hiermee hopen we tevens meer bekendheid te krijgen en daarmee meer aanvragen dan eerder’, aldus Barthold. De drie inmiddels genomineerde initiatieven ontvangen professionele begeleiding bij het verder vormgeven van hun project. ‘Op die manier heeft de genomineerde, of ze nou winnen of verliezen, hoe dan ook veel baat bij dit traject’, stelt Irene.

Langs de deuren met collecteschalen

De Roomsch Katholieke Aalmoezenierskamer werd op 1 oktober 1674 opgericht om katholieke Utrechters te ondersteunen die niet in staat waren om in hun eigen behoeften te voorzien. In dat jaar was vanwege financiële problemen de Stadsaalmoezenierskamer ontbonden en werd de armenzorg overgedragen aan de Gereformeerde Diaconie. Voor katholieke armen was er toen geen ondersteuning of sociale zorg meer.

Tien vooraanstaande katholieke Utrechters namen daarom het heft in eigen handen. Met tinnen schalen en later koperen bussen (nog steeds opgesteld in de regentenkamer) gingen busgangers de stad rond, ieder hun eigen wijk, om te collecteren voor de armen. Dit was het begin van de ORKA. Met het opgebrachte geld stichtten ze in 1696 een eerste weeshuis aan de Bemuurde Weerd. In 1730 verhuisde het weeshuis naar de Mariahoek. Verzorging van bejaarden begon in 1855 in de ABC-straat en vervolgens in de Spoorstraat. In 1904 werden het Weeshuis en het Oude Mannen en Vrouwenhuis samengevoegd in het pand aan de Mariahoek.

Een dramatisch besluit

De behoefte aan een weeshuis verdween omdat er minder wezen waren. Ook het bejaardenhuis moest in 1974 haar deuren sluiten – het voldeed niet langer aan de eisen. Barthold: ‘Het was een dramatisch besluit, waar niemand rekening mee had gehouden. De bewoners van het rusthuis moesten worden uitgeplaatst. Voor de ORKA viel de invulling van de opdracht ineens weg.’

De definitieve sluiting van het rusthuis luidde voor ORKA een tijd van bezinning in. Tot die tijd waren alle activiteiten van de ORKA gericht geweest op de oud-katholieke gemeenschap in Utrecht. Door de toegenomen welvaart en de opbouw van sociale zekerheid konden er geen echte armen meer gevonden worden, vertelt Barthold. ‘En er moest een herbestemming voor het pand gevonden worden, waarvoor een ingrijpende en kostbare verbouwing nodig bleek. In de jaren ’80 en ’90 besloot de ORKA met name de landelijke kerk te ondersteunen en daarnaast een aantal nationale goede doelen.

Een nieuwe focus

Aan het begin van deze eeuw werd, onder leiding van voorzitter Bert Maan, een omslag in denken in gang gezet. De tot dan toe losse aanvragen vanuit de landelijke kerk werden vervangen door een jaarlijks lumpsum bedrag dat de ORKA aan de kerk beschikbaar stelde. Ook werd toen besloten twintig procent van het donatiebudget te besteden aan de noden in de stad Utrecht. Frank de Haart volgde Bert Maan op en zette deze lijn voort. De ORKA besloot in 2019 dat het lumpsum bedrag aan de Oud-Katholieke Kerk voortaan uitsluitend aan diaconale initiatieven besteed mag worden. Barthold: ‘Dat is meer in lijn met de oorspronkelijke doelstellingen van het fonds. Bovendien hopen we zo ook lokale parochies te stimuleren om diaconaal betrokken te zijn.’ Dit heeft geresulteerd in diaconale formaties, in Rotterdam, Schiedam, Haarlem en Amsterdam.

In 2017 besloot ORKA, samen met de St. Jansplaats in Rotterdam, voor individuele aanvragen een aparte stichting op te richten, de OKDO (Oud Katholieke Diaconale Ondersteuning). Pastores en kerkbestuursleden kunnen aankloppen met hulpvragen van al dan niet oud-katholieke individuen. ‘De hoop was dat dit ook de betrokkenheid van lokale parochies bij de diaconie zou vergroten. In de praktijk blijft dit een uitdaging.’

Meedoen en samen vooruit!

De viering van het lustrum op 12 en 29 september (diesviering) is voor de ORKA een belangrijk markeringspunt in de tijd. Barthold: ‘Na het lustrum gaan we onze visie verder door ontwikkelen.’ Hoe kunnen we actiever bijdragen, maar ook hoe moeten we dat dan vervolgens organiseren? Want we zijn wel een vrijwilligersbestuur waar de meesten ook nog gewoon werken.’

Kerkelijke vermogensfondsen als ORKA hebben vaak een aanjagende werking gehad bij de institutionalisering van maatschappelijke voorzieningen. Ze ondersteunden groepen waar geen voorzieningen voor waren. Er is inmiddels steeds meer belegd bij (landelijke en lokale) overheden, maar, geeft Barthold aan, ‘door de afbraak van de verzorgingsstaat en het steeds complexer worden van de samenleving vallen (steeds meer) groepen tussen wal en schip. Er is veel (onzichtbare) armoede en onder zowel jongeren als ouderen zien we steeds meer eenzaamheid. We kijken hoe we initiatieven kunnen vinden die dat kunnen doorbreken. Hierbij ligt de focus op scholing en het faciliteren van verbinding tussen mensen onderling en tussen mensen en organisaties.

Het huidige bestuur van de ORKA:


Op de foto van links naar rechts:
mevrouw C. Brouwer, penningmeester
mevrouw T. van der Heijden-Folkers, huismeester
de heer J.F.B. van Hasselt, voorzitter
mevrouw I.E. van Kasteel, secretaris
mevrouw I.J.D. Wolff-Kinneging, lid