Leonie van Straaten over 25 jaar vrouwen in het ambt

Op vrijdag 18 oktober aanstaande vindt in Amersfoort een bijzondere bijeenkomst plaats waarbij we stilstaan bij de 25ste ‘verjaardag’ van de eerste vrouw die in onze kerk tot priester werd gewijd. De komende tijd geven sprekers en andere betrokkenen bij deze dag hier alvast een eerste reactie op de vraag wat de wijding van vrouwen voor onze kerk heeft betekend. Vandaag: Leonie van Straaten, assisterend pastoor parochie Eindhoven.

Hoe kijk je terug op 25 jaar vrouw in het ambt?

Toen ik de kerk leerde kennen, was het ambt al opengesteld voor vrouwen. Dat was niet de reden dat ik me oriënteerde op de Oud-Katholieke Kerk, maar wel een van de ‘charmes’. Sinds ik Oud-Katholiek ben, is het opengestelde ambt in mijn ogen een vanzelfsprekend onderdeel van ons kerk-zijn en geen apart onderwerp in de kerk. Dat zal in het begin zeker anders zijn geweest. Persoonlijk heb ik dit nog ervaren met enkele parochianen die een apostolische achtergrond hebben en aan mij als vrouw in het ambt moesten wennen. Met wederzijds respect en de bereidheid tot (diepgaande gesprekken) heb ik deze achtergrond beter leren kennen en hebben zij mij als vrouw in het ambt volledig aanvaard. 

Meer dan twintig jaar discussie: was dit nodig?

Blijkbaar was dit nodig. Ik heb de discussie niet meegemaakt, maar er wel veel over gelezen omdat het mij interesseerde dat een kerk zo grondig en zorgvuldig omgaat met een indringende vraag. Het is een waagstuk om na twintig eeuwen kerkgeschiedenis de tekenen van de tijd te beluisteren en de culturele context mee te wegen in hoe wij kerk zijn. Het maakte indruk op mij dat de kerk dit waagstuk is aangegaan en dan is de wijze waarop ook betekenisvol. Het hoort bij een synodale kerk dat iedere stem gewogen wordt en dat er op grond van het gehoorde en op grond van de traditie gezocht wordt naar de goede weg, die zowel theologisch te verantwoorden zou zijn als ook recht zou doen aan de levende kerk. Als je het zo bekijkt, is twintig jaar misschien niet eens zo lang.

Wat heeft 25 jaar vrouw ambt voor de kerk opgeleverd?

Het heeft de volheid van het mens-zijn binnen de kerk zichtbaar gemaakt: dat iedere mens die zich geroepen weet tot het ambt, hiertoe ook de kans krijgt is een verrijking. En het heeft de kerk in de wereld veel meer het gezicht gegeven van een hedendaagse kerk, die onderdeel van die wereld is en de tijd serieus neemt. 

Denk je dat vrouwelijke ambtsdragers een blijvende blokkade vormen voor betere relaties met de orthodoxe kerken en de Rooms-Katholieke Kerk?

Het is helaas niet ondenkbaar dat het zo is. Maar het is te hopen dat het geen blijvende blokkade zal vormen en die mogelijkheid is er in mijn ogen wel, als we als kerken wederzijds elkaars eigenheid erkennen, eerbiedigen én de moed hebben om te komen tot een eenheid met respect voor die eigenheid. Een eenheid in verscheidenheid dus. Of ik dat nog zal meemaken, is wel echt een vraag – want deze processen duren natuurlijk heel erg lang. 

Wat zou je andere kerken adviseren die nog volop in discussie zijn over vrouw & ambt?

Voorwaarde is veranderingsbereidheid. Daarbij zal het nodig zijn om openheid en geduld te oefenen.  Zich laten informeren door kerkgenootschappen die hier ervaring mee hebben. En heel goed luisteren, zo breed mogelijk het oor te luisteren leggen – zowel extern als in de eigen gelederen. Een synodaal proces zoals nu in de RKK gebeurt zou hieraan dienstbaar kunnen zijn. 

Enkele jaren geleden bleek uit onderzoek dat veel vrouwelijke predikanten van de PKN te maken hadden met seksisme. Ze voelden zich anders bejegend dan mannen, kregen opmerkingen over hun uiterlijk of werden soms zelfs ongewenst intiem benaderd. Heb je ook soortgelijke ervaringen? Zo ja, is dit een thema dat binnen de OKKN meer aandacht verdient? Zo nee, waarom komt dit binnen de OKKN niet voor terwijl het binnen de PKN toch best een issue lijkt?

Op deze vraag kan ik alleen voor mezelf antwoorden en ik was niet de eerste vrouw die gewijd werd. Want ik kan me voorstellen dat er in het eerste decennium wel gespeeld heeft, omdat de geestelijkheid tot de openstelling een mannenbolwerk was. Persoonlijk heb ik wel de ervaring dat ik soms een opmerking krijg over mijn kleding of mijn kapsel – maar dat geef ik zelf ook wel eens aan een mannelijke collega. Het is voor mij niet zozeer de vraag óf dit gebeurt, maar veel meer de vraag hóe dit gebeurt. En daarin ervaar ik binnen onze kerk tot op vandaag een plezierige omgang met elkaar. We zijn als collega’s hartelijk, gender speelt in mijn ervaring daarin geen bijzondere rol. Datzelfde kan ik over onze parochianen zeggen. Er is respect voor elkaar en we hebben goede omgangsvormen.

Het is natuurlijk wel een onderwerp dat blijvend onder onze aandacht moet zijn, waar we met elkaar voor moeten blijven zorgen en dat doen we ook zeker omwille van veilige kerk voor iedereen. 

De Oud-Katholieke Kerk presenteert zichzelf soms als de meest inclusieve kerk van Nederland, waarin zaken als gender en seksuele geaardheid geen enkele rol spelen. Is dat terecht? Wat kan er nog veranderen om de positie van vrouwen/ LHBTI+’ers te verbeteren?

Zo kun je wel naar onze kerk kijken, maar het is ook wat eenzijdig om ons zo te presenteren op één onderwerp – als een vorm van reclame. Dat kan ons heel populair maken, alsof bij ons ‘alles kan en mag’ wat in andere kerken (nog) ondenkbaar is. Terwijl onze kerk ook juist orthodox is in de zin van grondig geënt op de vroege kerk en theologisch en liturgisch stevig gefundeerd. 

Het is mooi dat er in onze kerk oprecht veel ruimte is, en ja, het is vaak meer dan in andere kerken. Maar het is de ruimte voor iedere méns en daarin wordt geen onderscheid gemaakt in seksuele geaardheid, afkomst, ontwikkeling of wat dan ook. Het gaat dus om de mens zoals deze is, zo ben je welkom – zo ben je geliefd door de Enige. Een overdreven accent zou ik gender en seksuele geaardheid niet geven. Over de positie van vrouwen heb ik geen ‘verbeterpunten’ aan te leveren. Maar voor de LHBTI+’ers is het volgens mij nog steeds van belang om de ontwikkelingen theologisch te doordenken, pastoraal te begeleiden en waar gewenst ook liturgische vormen te ontwikkelen. Daar moeten we over blijven nadenken.

Is de discussie over vrouw & ambt pas echt afgesloten wanneer er een vrouw tot bisschop wordt gekozen?

Het ambt is 25 jaar geleden volledig opengesteld, dus daarmee is de discussie volgens mij afgesloten. De receptie van deze beslissing in de levende kerk kost natuurlijk wel tijd, maar in mijn beleving is dat ook geen groot onderwerp meer. De receptie zal denk ik wel weer een stap verder gaan als er een vrouw tot bisschop wordt gekozen. Dat is ook merkbaar nu er voor het eerst een vrouw tot deken van het Metropolitaan Kapittel is gekozen.