Op vrijdag 18 oktober aanstaande vindt in Amersfoort een bijzondere bijeenkomst plaats waarbij we stilstaan bij de 25ste ‘verjaardag’ van de eerste vrouw die in onze kerk tot priester werd gewijd. De komende tijd geven sprekers en andere betrokkenen bij deze dag hier alvast een eerste reactie op de vraag wat de wijding van vrouwen voor onze kerk heeft betekend. Vandaag: diaken Thelma Schoon, van ’23 to ’24 Jonge Theoloog des Vaderlands.
Hoe kijk je terug op 25 jaar vrouw in het ambt?
Ik was drie jaar toen het ambt werd opengesteld voor vrouwen. Met andere woorden: ik weet niet anders dan dat onze kerk vrouwelijke ambtsdragers kent. Ik ben de moedige vrouwen en mannen die de weg hebben geplaveid voor al die vrouwen met een roeping (waaronder ikzelf) zeer dankbaar. Wat voor velen vóór mij niet mogelijk was, is dat wel voor mij en daar ben ik ze zeer erkentelijk voor. Ook ben ik trots op onze kerk dat ze het destijds heeft aangedurfd deze beslissing te nemen.
Er is meer dan twintig jaar over gediscussieerd voordat het besluit viel om vrouwen toe te laten. Waarom was dit zo’n ingewikkelde discussie? Zou dit besluit niet veel eerder genomen kunnen zijn?
Hoewel ik natuurlijk wel het een en ander geleerd heb over het proces voorafgaand aan het besluit, heb ik dit niet zelf meegemaakt. In algemene zin denk ik dat het beeld dat veel mensen van een priester hebben (zoals ze dat meestal hun hele leven al gewend zijn) een niet te onderschatten factor is. Men is zó gewend aan een mannelijke voorganger dat men kan vrezen dat het afbreuk zal doen aan de religieuze beleving van de eucharistie wanneer een vrouw voorgaat. Ik heb echter ook begrepen dat het voor veel oud-katholieken destijds makkelijker wende dan gedacht. Misschien heeft het ook iets te maken met de inhoud en vorm van oud-katholieke vieringen. Het gaat als voorganger tijdens een eucharistieviering om de rol die je daarin vervult en daarmee is het persoonlijke aspect (waar gender wellicht onder valt) ondergeschikt is aan wat je doet en wat daar gebeurt.
Wat heeft 25 jaar vrouw ambt voor de kerk opgeleverd?
Ik meen dat de kerk ‘completer’ is geworden door het openstellen van het ambt. Het heeft bovendien vele bekwaamde, getalenteerde en inspirerende voorgangers toegevoegd aan de geestelijkheid.
Denk je dat vrouwelijke ambtsdragers een blijvende blokkade vormen voor betere relaties met de orthodoxe kerken en de Rooms-Katholieke Kerk?
Ik betreur het ten zeerste als vrouwelijke ambtsdragers als ‘een blokkade’ worden gezien. Het doet overigens de positie van de orthodoxe en rooms-katholieke kerken ook geen recht wanneer de discussie wordt versmald tot ‘zij zijn tegen vrouwen in het ambt’. Onder het vraagstuk van vrouwelijke ambtsdragers liggen veel diepere vragen over hoe men naar ambt, naar Christusrepresentatie en naar sacramentstheologie kijkt. Dáárin liggen denk ik de werkelijke blokkades en deze zouden veel vaker onderwerp van gesprek mogen zijn.
Wat zou je andere kerken adviseren die nog volop in discussie zijn over vrouw & ambt?
Ik adviseer kerken liever niet over wat ze zouden moeten doen. Ik ben wel heel blij dat de Oud-Katholieke Kerk destijds de beslissing heeft genomen op basis van principiële theologische visies op bijvoorbeeld de sacramenten. Ze heeft deze serieus genomen en is daarbij uitgekomen bij vrouwelijke ambtsdragers (of beter gezegd: bij de conclusie dat gender geen bepalende factor is bij het zijn of worden van een ambtsdrager, dan wel bij het uitvoeren van sacramenten of het voorgaan van de parochie in haar geheel). Ik ben trots dat de kerk dus vooral consequent is geweest en nog altijd volhardt in haar beslissing, ondanks gevolgen op oecumenisch vlak. Die moedige wijze van kerk-zijn gun ik iedereen.
Enkele jaren geleden bleek uit onderzoek dat veel vrouwelijke predikanten van de PKN te maken hadden met seksisme. Ze voelden zich anders bejegend dan mannen, kregen opmerkingen over hun uiterlijk of werden soms zelfs ongewenst intiem benaderd. Heb je ook soortgelijke ervaringen? Zo ja, is dit een thema dat binnen de OKKN meer aandacht verdient? Zo nee, waarom komt dit binnen de OKKN niet voor terwijl het binnen de PKN toch best een issue lijkt?
In het algemeen vind ik het een thema waarop de kerk continu scherp moeten blijven, juist omdat seksisme of ongewenst gedrag/opmerkingen vaak moeilijk aan te wijzen zijn: het is impliciet, soms onbedoeld en lastig hard te maken. Dat geldt overal in de maatschappij, dus ook in de kerk. Ik denk ook dat er in kerken aandacht moet zijn/blijven voor de mogelijkheid dat vrouwelijke ambtsdragers zelf slachtoffer kunnen worden van dit soort problematiek binnen de pastorale relatie.
De OKKN presenteert zichzelf soms als de meest inclusieve kerk van Nederland, waarin zaken als gender en seksuele geaardheid geen enkele rol spelen. Is dat terecht? Wat kan er nog veranderen om de positie van vrouwen/ LHBTI+’ers te verbeteren?
Elke kerk zou ernaar moeten streven een inclusieve kerk te zijn waar mensen zich welkom en veilig voelen en waar gender en seksualiteit geen voorwaarden vormen voor welk onderdeel van geloof dan ook. Ik ben er geen voorstander van om jezelf als kerk uit te roepen tot ‘meest inclusieve kerk van Nederland’. Daarnaast ben ik er ook op tegen zaken als ‘de huwelijksinzegening tussen twee mensen van hetzelfde geslacht’ of ‘vrouwelijke ambtsdragers’ aan te dragen als dé essentie of als hét onderscheidende van de Oud-Katholieke Kerk of identiteit, hoe belangrijk deze onderwerpen ook zijn. Ik zie het liever als voorbeelden of uitwerkingen van de manier waarop wij kerk proberen te zijn in de wereld en tijd van nu, gebaseerd op diepere theologische overtuigingen op het gebied van christologie, soteriologie en sacramentstheologie.
Ik denk dat het ook niet zo is dat gender en seksuele geaardheid geen enkele rol spelen of dat onze kerk dat zo doet voorkomen. Ik denk dat genderdiversiteit (bijv. binnen de geestelijkheid) zeker van toegevoegde waarde is. Vrouwelijke ambtsdragers nemen immers hun ervaringen van hun vrouw-zijn mee in hun ambt, zoals mannen dat ook doen. Ook representatie vind ik een belangrijk punt. Toen ik in Rome aan mijn boord herkenbaar was als diaken zag ik de jonge meiden in de kerk verwonderd naar me wijzen. Ik hoop dat zij zich later als vrouwen gekend zullen voelen in hun geloof of roeping en dat men steeds meer ziet dat het wel degelijk mogelijk is om als vrouw geestelijke te worden. Zichtbaarheid van vrouwelijke geestelijken kan mensen helpen zich hier een voorstelling van te maken. Hoewel representatie niet de reden is dat het ambt werd opengesteld, is het wel een positieve bijkomstigheid.
Tot slot vind ik het een interessant punt hoe onze kerk er in de toekomst op reageert wanneer er door andere (zuster)kerken eisen worden gesteld aan samenwerking (bijvoorbeeld in vieringen) en de medewerking van vrouwelijke of homoseksuele geestelijken daarvoor wordt bevraagd of geweigerd.
Is de discussie over vrouw & ambt pas echt afgesloten wanneer er een vrouw tot bisschop wordt gekozen?
Ik vrees dat de discussie daarmee niet zal worden afgesloten maar juist zal verhevigen. Mijn ervaring is dat de discussie over vrouwelijke ambtsdragers sowieso nooit afgesloten is, maar juist keer op keer gevoerd wordt en ook moet worden. Ik ben van mening dat we als oud-katholieken daarom blijvend geïnformeerd moeten worden over het hoé en het wáárom van de beslissing destijds.