Wat bedoelen we als we het woord God gebruiken? Hoe kijken we aan tegen Jezus? Wat is dat eigenlijk: ‘geloven’? Met dat soort vragen houdt het vakgebied ‘systematische theologie’ zich bezig. Dr. Mattijs Ploeger, priester en rector van het Oud-Katholiek Seminarie, deelt in een tweeluik hoe dit vakgebied eruit ziet, wat hem eraan boeit en hoe de oud-katholieke systematische theologie zich heeft ontwikkeld. Hier lees je deel één van het tweeluik.
Beeld: icoon van de H. Drie-eenheid, geschilderd door Henk Groen, Egmond
Via onze maandelijkse artikelenrubriek ‘Verdieping’ geven wij oud-katholieke deskundigen een platform om hun kennis en inzichten te delen over uiteenlopende thema’s die onze gemeenschap raken. De auteurs geven hun unieke perspectief op relevante en actuele onderwerpen: van ethische vraagstukken en interreligieuze dialoog tot culturele trends en historische reflecties. Laat je inspireren door de verhalen, analyses en overpeinzingen die hier worden gedeeld, en ontdek nieuwe perspectieven op de rijke traditie van de Oud-Katholieke Kerk.
Systematische theologie (ST) is een geordende doordenking van het christelijk geloof. Vooral vanuit het perspectief van de gelovige (van binnenuit), minder vanuit dat van de religiewetenschapper (van buitenaf). De gedachten en praktijken die uit bijbel, kerkgeschiedenis, liturgie en hedendaagse kerk en religie opkomen, worden door de ST op een rijtje gezet en in een consistente samenhang geplaatst. De ST bestaat uit drie deelvakken. Bij alle deelvakken is het goed om te bedenken dat daar niet alleen een theoretische, maar ook een spirituele kant aan zit.
Deelvak 1
De kern van de ST is de ‘dogmatiek’ of ‘geloofsleer’. Dat is de uiteenzetting van alle aspecten van het christelijk geloof. De dogmatiek gaat dus over onderwerpen als God, Jezus, de heilige Geest, verlossing, kerk, sacrament en ambt.
Deelvak 2
Daarnaast bestaat de ST uit een vak dat aan de dogmatiek voorafgaat: de ‘fundamentele theologie’, die vragen stelt zoals: Op welke bronnen is ons geloof gebaseerd? Wat bedoelen we eigenlijk als we zeggen: ‘Ik geloof’? Hoe verhoudt de theologie zich tot andere filosofische opvattingen over mens en wereld? Theologie is een soort christelijke filosofie en het vak fundamentele theologie geeft zich daar rekenschap van.
Deelvak 3
Ten derde bestaat de ST uit een vak dat uit de dogmatiek voortvloeit: de ‘theologische ethiek’. Als we op een bepaalde manier geloven, welke manier van leven en samenleven hangt daar dan consistent mee samen?
Waarom boeit dit vak mij? Bijbelse theologie en liturgie
Op het eerste gezicht lijkt ST misschien niet zo’n boeiend vak. Het woord ‘dogmatiek’ heeft een onaangename klank. Het is geen goed idee om de veelzijdige inhoud van het christelijk geloof te reduceren tot een paar dogma’s. Of de diverse geloofsbelevingen van mensen in te perken door regels op te stellen voor wat je wel en niet ‘mag’ geloven. Dus dat is niet wat me in dit vak aantrekt. Wat dan wel? Mijn persoonlijke geloofsbeleving is gegroeid vanuit twee dingen: de bijbelverhalen en de liturgie.
Eerste inspiratiebron: bijbelverhalen
Van mijn moeder, die hervormd emeritus-predikant is en in Amsterdam heeft gestudeerd, leerde ik als tiener een ‘bijbelse theologie’. Dat is iets waar men aan de toenmalige Amsterdamse theologische faculteit sterk in was: het bestuderen van bijbelse verhalen in hun samenhang. Je krijgt dan in de verhalen een grote lijn te horen van hoe God met mensen omgaat. Een bijbelse visie op God, mens en wereld. Dat is waar ST begint: hoe geeft het bijbelse verhaal een specifieke vorm aan de religieuze belevingen van mensen? Want religieuze belevingen en goddelijke figuren zijn er in allerlei soorten en maten, maar wat is nou het specifieke van de manier waarop de bijbel invulling geeft aan het woord ‘God’ en aan de relatie tussen God, mens en wereld?
Tweede inspiratiebron: de liturgie
Mijn tweede inspiratiebron was de liturgie. Kerk en geloof zijn voor mij nooit abstract geweest. Kerk en geloof zijn voor mij altijd geweest: datgene wat we op zondag vieren en doordeweeks proberen vorm te geven. Als ik eerlijk ben, heb ik de liturgie altijd een beetje saai gevonden en dat vind ik nog steeds. Vooral als we de dienst weten op te rekken tot een onnodige lengte. Daarom ben ik het liefst organist of voorganger of misdienaar of koster of koorzanger of kinderkerkleider, want dan heb je wat extra’s te doen, en dan kun je er een eer in stellen om jouw taak zo goed mogelijk te doen. Maar dat kan ik ook als kerkganger. Ook dán kan ik mijn taak zo goed mogelijk doen. Door alle antwoorden te geven, door goed mee te zingen, door staan en knielen en zitten af te wisselen. De rol van het gemeentelid is onmisbaar in de liturgie. Niemand is alleen maar publiek of toeschouwer. Samen zijn we de kerk.
Een zinvolle kijk op God, mens en wereld
Wat heeft mij de ogen geopend? Dat er een diepe, zinvolle samenhang bestaat tussen bijbel, liturgie en dagelijks leven. Niets in bijbel en liturgie is toevallig. Alle verhalen, gebeden, rituelen, gezangen hebben betekenis. Samen geven zij zin aan mijn leven. Terwijl ik het leven en de wereld vaak als absurd en zinloos ervaar, geeft de viering op zondag zin en samenhang aan die schijnbaar zinloze wereld. Het theologische vak dat vormgeeft aan die zin en samenhang is de ST. Dus niet alles reduceren tot een paar dogma’s. Maar de ruimte, breedte en rijkdom van het christelijk geloof presenteren als een samenhangend geheel dat een zinvolle kijk geeft op God, mens en wereld.
Lees volgende week deel twee van dit tweeluik