Wanneer iemand tijdens een zondagse eucharistieviering kennismaakt met de Oud-Katholieke Kerk, kan dat heel wisselend uitpakken: de een ervaart het als thuiskomen, de ander voelt zich volledig vervreemd door de ouderwetse taal en rituelen. De eerste zal zich misschien verbazen over de diversiteit van de aanwezige personen. De tweede misschien over de moderne mensen die zich blijkbaar thuis voelen in deze vorm van liturgie. Wat vertellen deze verschillende ervaringen ons?
Dit is deel 2 van het drieluik van Leonie van Straaten over de ruimte van de traditie, en het spanningsveld dat sommigen daarbij ervaren rondom de liturgie. Lees hier deel 1.
In mijn vorige bijdrage deelde ik over het spanningsveld waarin ik persoonlijk leef door deel uit te maken van twee verschillende geloofsgemeenschappen. Vergelijkbaar hiermee bestaat er een spanningsveld dat volgens mij door velen in onze kerk met name in de liturgie ervaren wordt. Op dat spanningsveld wil ik in deze bijdrage verder ingaan.
Beklemmend of juist uitdagend
Het spanningsveld waarover ik het heb, wordt vaak benoemd als een tegenstelling tussen ‘oud’ en ‘nieuw’ of ook wel: tussen ‘wat moet’ en ‘wat we zelf willen’. Door het zo te benoemen, wordt het al snel een beklemmende spanning. Want zo brengt het ons in conflict met wat gebeurt in de liturgie en wat ik zelf verlang of wat een groepje mensen in de parochie verlangt. Het gaat dan bijvoorbeeld over teksten, gebeden, symboliek tegenover de ruimte voor creatieve en spontane inbreng.
Persoonlijk ervaar ik dit niet als beklemmend, maar als een uitdagend spanningsveld. Dat spanningsveld is er, omdat wij ‘vieren in de ruimte van de traditie’. Want als Oud-Katholieke Kerk staan wij in de traditie, die inspireert én door de tijd is gekleurd. Onze oud-katholieke liturgie is traditioneel. Maar daarbij is het wel belangrijk om het begrip ‘traditie’ te definiëren2.
De definitie van traditie
Een belangrijke uitkomst van veel onderzoek naar het begrip is de omschrijving van wat traditie niet is. Traditie is geen cadeautje uit het verleden, dat we ontvangen en onuitgepakt, dus onveranderd, doorgeven aan de toekomst. Traditie kunnen we verstaan als een organische, levende realiteit die wij ontvangen. Zij vormt het geheel van tradities waarin wij leven, van een religieuze praxis. Het gaat dan over leer én leven, die door ons leven vorm krijgen en die wij doorgeven aan wie na ons komen. Opdat zij er op hun beurt mee leven en er door hun leven vorm aan geven. Zo gezien, mogen we blij en dankbaar zijn dat onze liturgie in de traditie van eeuwen staat en in die zin traditioneel is.
Dat onze liturgie traditioneel is, moeten we echter niet verwarren met ‘ouderwets’. Ouderwets wordt door velen door elkaar gehaald met traditioneel, maar het is echt iets anders. ‘Ouderwets’ is volgens de Dikke van Dale ‘uit de mode; zoals vroeger’. Terwijl traditioneel door ditzelfde woordenboek wordt gedefinieerd als ‘volgens de oude gewoonte’. Om het rijtje compleet te maken, heb ik ook nog even nagekeken wat Van Dale over ‘retro’ zegt, want dat is van belang voor onze jongere lezers: retro is een ‘trend of mode, geïnspireerd op een verschijnsel uit het verleden’. Met deze definities op een rijtje, zou ik wel een onderzoek kunnen starten onder onze kerkgangers. Mijn vermoeden is dat ‘retro’ hoog zou kunnen scoren. Wat wij doen in onze liturgie, is geïnspireerd op wat in het verleden is gebeurd. Het is zeker niet uit de mode. Het gebeurt immers hier en nu, in de ruimte waar wij samen zijn. We kunnen dus echte trendsetters zijn. Niet door een trend te volgen, maar door die zelf te creëren in onze omgang met de traditie.
Traditie die ruimte en opening brengt
Die omgang met de traditie brengt me bij het tweede deel van het spanningsveld waarbij het gaat over de ruimte (van de traditie). Het is de ruimte waarin wij hier en nu samen zijn gekomen om te vieren. De ruimte die gevuld is met ons als levende bouwstenen van de heilige Geest. Mensen van vlees en bloed, mensen van de 21e eeuw. De ruimte die gevuld is en tegelijkertijd de ruimte die we samen openhouden voor wat tussen ons in gebeurt. Openhouden voor de aanwezigheid van de heilige Geest in wiens adem wij Lichaam van Christus zijn én worden. Die open ruimte biedt de traditie ons. Het is een uitnodiging en een uitdaging om in die ruimte te verkeren. Om te onderzoeken wat er nodig is, wat wij nodig hebben om vervuld te raken van de heilige Geest. Om inspiratie en bemoediging te ontvangen voor het dagelijkse leven. Om met elkaar verbonden te worden als dat nieuwe verbond in zijn naam: een levend lichaam, een vierende gemeenschap.