Maatschappelijke stages zijn vanaf 2011 in het voortgezet onderwijs verplicht. Een kans voor de kerk, zo bleek dinsdagavond tijdens een regionale bijeenkomst voor kerkelijke vrijwilligers in Krommenie.
De bijeenkomst stond in het teken van het project Kerk en Stage, waarmee kerken en kerkelijke organisaties willen laten zien dat er „leuke en gevarieerde” vrijwilligersklussen te doen zijn. Het tweejarige project is een initiatief van de Oecumenische Stichting voor Maatschappelijk Activeringswerk in Noord-Holland (OSMA), een werkgroep van de provinciale Raad van Kerken in Noord-Holland. Deze werkgroep richt zich op vrijwilligersgroepen in en rond de kerken, kerkelijk werkers, predikanten en pastores.
De verplichte maatschappelijke stage biedt kansen om leerlingen van het voorgezet onderwijs te betrekken bij de kerk, zei Marianne Tanke van OSMA dinsdagavond. Vanaf volgend jaar moeten scholieren stage lopen in bijvoorbeeld de verzorging, het kinderwerk, het buurthuiswerk of de kerk. Op dit moment zoeken echter maar weinig leerlingen de kerk op voor hun stage.
In Noord-Holland zijn al enkele succesvolle pilots afgerond. Een ervan draaide in de Corvershof, het hoofdkantoor van de protestantse diaconie in Amsterdam, waar jongeren onder meer pannenkoeken bakten en bingo organiseerden. Andere leerlingen hielpen de rooms-katholieke Albertusparochie in Haarlem met het nieten en vouwen van boekjes voor de kerkdienst en met werk in de tuin.
Jonna Brasser van Primo nh, centrum voor maatschappelijke ontwikkeling, zei dinsdagavond „dat kerken nu de kans krijgen om een positief imago neer te zetten bij jongeren die de kerk dikwijls saai vinden.”
Ze gaf aan dat jongeren mogelijk als vrijwilliger willen blijven, maar dat de kerk hen dan wel moet vragen omdat jongeren dat meestal niet uit zichzelf aanbieden.
Brasser noemde het van belang dat het vrijwilligerswerk leuk, leerzaam en zinvol is. „Het moet gaan om korte klussen met een zichtbaar resultaat. Jongelui moeten niet in hun eentje werken, maar begeleid worden en waardering krijgen.”
Tijdens de bijeenkomst kwam een groot aantal geschikte klussen ter sprake, zoals meehelpen met het opzetten van een website, het nieten en kopiëren van de liturgie, werken in de tuin of het fotograferen van activiteiten.
Lidy Steenwinkel van Welsaen legde uit dat haar organisatie, een steunpunt voor vrijwilligerswerk in de Zaanstreek, de vacatures van maatschappelijke organisaties koppelt aan het aanbod van de scholen. Volgens haar zitten er nu nog nauwelijks kerken in het bestand.
Bron: Reformatorisch Dagblad
Amersfoort, Bisschoppelijk Bureau, 26 mei 2010