Wijding aartsbisschop – waarom Deventer?

Lebuïnuskerk Deventer

Op zaterdag 18 september 2021 zal Bernd Wallet worden gewijd tot bisschop van het aartsbisdom Utrecht. De locatie van de wijding is de Grote of Lebuïnuskerk in Deventer. Maar waarom vindt de wijding eigenlijk niet plaats in de Sint-Gertrudiskathedraal, de plek waar de zetel (‘cathedra’) van de aartsbisschop zich bevindt?

Door: Wietse van der Velde
Fotografie: www.kerkfotografie.nl

Aartsbisschop Bernd Wallet is de 84e bisschop op de zetel van St. Willibrord († 7 november 739), die in 695 tot aartsbisschop der Friezen werd gewijd en zijn kathedraal in Utrecht vestigde. Logischerwijs zou de nieuwe bisschop daarom worden gewijd in deze kathedraal, de kerk waar zijn cathedra of zetel staat. Sinds de zeventiende eeuw is dit de kerk van Ste Gertrudis in Utrecht. Hierheen werd de bisschopszetel verplaatst toen na de reformatie de Dom niet meer als kathedraal in gebruik was.

Coronatijd
De omstandigheden in deze coronatijd zijn echter zo, dat we moesten besluiten te zoeken naar een kerk die groot genoeg zou zijn om op anderhalve meter afstand zoveel mogelijk mensen gelegenheid te geven om deze bisschopswijding bij te wonen. Die plek werd gevonden in de St. Lebuïnuskerk in Deventer. Het Metropolitaan Kapittel van Utrecht is de Protestantse Gemeente Deventer dankbaar dat we vandaag in deze prachtige kerk kunnen vieren.

Gedeelde geschiedenis
De Lebuïnus is voor de oud-katholieken echter niet zomaar een geschikt gebouw – de kerk deelt een lang stuk van haar geschiedenis met die van het bisdom Utrecht. De Angelsakische missionaris Lebuïnus steekt in 768 de IJssel over om aan de Saksen het Evangelie te brengen. Hij bouwt in Deventer de eerste houten kerk. Tijdens de invallen van de Vikingen wordt Deventer flinke tijd de belangrijkste woonplaats van de bisschop van Utrecht. De heilige bisschop Radboud (+920) vindt hier zijn begraafplaats. Ook in latere eeuwen behoudt de Lebuïnuskerk een belangrijke status binnen het bisdom. In 1040 geeft bisschop Bernold opdracht voor de bouw van een grote romaanse basiliek, waarvan met name de crypte en enkele zuilen zijn bewaard. De huidige gotische hallenkerk is gebouwd tussen 1450 en 1525.

Bisdom Deventer
Bij de reorganisatie van de katholieke kerk in 1559 wordt dit gebouw de kathedraal van het nieuwe bisdom Deventer. Als bisschop wordt in 1570 Aegidius de Monte (Jillis van den Bergh, ca. 1520-1577) geïnstalleerd. Hij maakt veel werk van de visitatie (werkbezoeken) aan parochies in zijn bisdom, en van het functioneren van de Lebuïnus als kathedraal. Die situatie duurt niet lang. Als De Monte plotseling overlijdt, krijgt hij ten gevolge van de opstand tegen Spanje en de officiële overgang van Deventer naar de reformatie lange tijd geen opvolger. Wel functioneert tijdens een katholiek intermezzo de uit Haarlem verbannen tweede bisschop van Haarlem, Godfried van Mierlo (1518-1587), nog een korte tijd als wijbisschop vanuit deze kerk. De Monte en Van Mierlo liggen in een grafkelder voor het hoogkoor begraven. Sinds 1591 wordt de Lebuïnuskerk door de protestanten gebruikt.

Oud-katholiek Deventer
In 1723 ontstaat het schisma tussen Utrecht en Rome, de scheuring in de Nederlandse katholieke kerk waaruit de huidige oud-katholieke en rooms-katholieke kerken in ons land ontstaan zijn. De eerste, de oud-bisschoppelijke cleresie, bezet de zetels van Utrecht en Haarlem, en gaat in 1757 over tot het wijden van een titulaire bisschop van Deventer, die overigens steeds in het aartsbisdom als pastoor functioneert. In 1982 is besloten Deventer voorlopig vacant te laten.

Installatie in Utrecht
Op zondag 19 september zal de aartsbisschop van Utrecht alsnog op zijn cathedra in de kathedrale kerk in Utrecht worden geïnstalleerd. Dan zal de deken van het Kapittel hem de staf van Utrecht, die sinds aartsbisschop Petrus Codde († 1710) in gebruik is, overhandigen. De verbinding met de kathedrale tijd van de Lebuïnuskerk zal dan klinken wanneer een gebed voor de bisschop zal worden gezongen uit het pontificale – het gebedenboek voor bisschoppelijke diensten – dat bisschop De Monte in Deventer gebruikt heeft.